Week 8 Flashcards
Indicatie-analyse
Het komen tot een beslissing over het best passende type interventie voor een probleem
Gezinsdynamiek
De communicatie en interactiepatronen en de betekenisverlening door de gezinsleden.
(Krijgt speciale aandacht binnen de diagnostiek, omdat die in belangrijke mate bepalend is voor het functioneren van het kind)
Gezinsdynamiek
De communicatie en interactiepatronen en de betekenisverlening door de gezinsleden.
(Krijgt speciale aandacht binnen de diagnostiek, omdat die in belangrijke mate bepalend is voor het functioneren van het kind)
Het diagnostisch interview
Interview dat informatie geeft over het gezin in werking; de gezinsdynamiek
Systeemtheorie (2 Hoofdthema’s)
- Circulaire gedragspatronen
Communicatie en interactiepatronen die de mogelijkheden bieden om problemen op te lossen of die juist problemen genereren en in stand houden. Hierbij kunnen we oa denken aan de verdeling van de opvoedingstaken, het hanteren van grenzen, affectie tonen en de manier van corrigeren
Systeemtheorie (2 Hoofdthema’s)
- Circulaire denkpatronen
Opvattingen en narratieve die mogelijkheden bieden om problemen op te lossen of die juist problemen genereren en in stand houden. Hierbij kunnen we oa denken aan gevoelens van verantwoordelijkheid, opvattingen over opvoeden en over het oplossen van problemen
3 belangrijke gezinspatronen
- Partentificatie
- Coalitievorming
- Omleiding
Partentificatie
Gezinspatroon waarbij de ouder het kind ook tot ouder maakt en het kind deze onderrol op zich neemt
Coalitievorming
Gezinspatroon waarbij er een stabiele relatie bestaat tussen een ouder en een kind tegen de andere ouder
Omleiding
Gezinspatroon waarbij de ouders een front gevormd hebben tegenover het kind. Het kind wordt als probleem beschouwd
Genogram
Notatieschema waarmee een familiestamboom gemaakt wordt
Invoegen
Contact leggen met ieder lid van het gezin om in het vervolg interventies te kunnen plaatsen en relevante informatie te kunnen verkrijgen
Lineaire vragen
Gesloten vragen gericht op het krijgen van noodzakelijke informatie
Reflectieve vragen
Vragen die informatie over gedrag koppelen aan de betekenisgeving aan dat gedrag of nodigen uit meerdere betekenissen van gedrag te verkennen
(2 soorten reflectieve vragen)
(2 soorten reflectieve vragen)
Circulaire vragen
Vragen die communicatie en interactiepatronen zichtbaar maken. Je nodigt iemand uit om iets over een ander te zeggen in het bijzijn van die ander.