Week 3 Flashcards
Genormeerde toetsen
De prestatie van de leerling wordt afgezet tegen de in empirisch onderzoek vastgestelde prestaties van zijn leeftijdsgenoten (de norm)
Criteriumtoetsen
De prestatie van de leerling wordt uitgedrukt in de overeenkomstige prestatie van een hypothetisch ‘gemiddelde leerling’ die een bepaald aantal maanden onderwijs heeft gehad
Didactische leeftijd (d.l)
Het aantal maanden dat er sprake is geweest van van een gestructureerde leersituatie bij het aanleren van schoolse vaardigheden. Dit begint in groep 3, die is dan 0 maanden. Een schooljaar bestaat uit 10 onderwijsmaanden, dus ieder stijgt het met 10
Didactische leeftijdsequivalent (d.l.e)
De didactische leeftijd waarop een hypothetisch gemiddelde leerling een bepaald beheersingsniveau bereikt. D.l.e van 5 maanden betekent dat dit niveau gemiddeld halverwege groep 3 gehaald wordt. De d.l.e geeft dus het niveau van de leerling weer en geeft aan of er sprake is van een achterstand
Semantiek
Meaning
Syntaxis
Grammatica
Morfologie
Vormleer
Fonologie
Klanken
Pragmatiek
Gebruik van taal in sociale situatie
Categoriale benadering
Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis worden gegroepeerd op basis van een cluster van symptomen, waarbij het meestal gaat om niet-talig gedrag
Communication-referenced
Individuele beschrijving van het gedrag van hulpvrager zonder te refereren aan criteria of normen. Schets van het communicatieve gedrag uit een natuurlijke observatie
Criterion-referenced
Iemand gedrag vergelijken met vooropgestelde criteria. De spontane taalproductie wordt vergeleken met vastgestelde criteria