Week 3 Flashcards

1
Q

Genormeerde toetsen

A

De prestatie van de leerling wordt afgezet tegen de in empirisch onderzoek vastgestelde prestaties van zijn leeftijdsgenoten (de norm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Criteriumtoetsen

A

De prestatie van de leerling wordt uitgedrukt in de overeenkomstige prestatie van een hypothetisch ‘gemiddelde leerling’ die een bepaald aantal maanden onderwijs heeft gehad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Didactische leeftijd (d.l)

A

Het aantal maanden dat er sprake is geweest van van een gestructureerde leersituatie bij het aanleren van schoolse vaardigheden. Dit begint in groep 3, die is dan 0 maanden. Een schooljaar bestaat uit 10 onderwijsmaanden, dus ieder stijgt het met 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Didactische leeftijdsequivalent (d.l.e)

A

De didactische leeftijd waarop een hypothetisch gemiddelde leerling een bepaald beheersingsniveau bereikt. D.l.e van 5 maanden betekent dat dit niveau gemiddeld halverwege groep 3 gehaald wordt. De d.l.e geeft dus het niveau van de leerling weer en geeft aan of er sprake is van een achterstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Semantiek

A

Meaning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Syntaxis

A

Grammatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Morfologie

A

Vormleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fonologie

A

Klanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pragmatiek

A

Gebruik van taal in sociale situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Categoriale benadering

A

Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis worden gegroepeerd op basis van een cluster van symptomen, waarbij het meestal gaat om niet-talig gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Communication-referenced

A

Individuele beschrijving van het gedrag van hulpvrager zonder te refereren aan criteria of normen. Schets van het communicatieve gedrag uit een natuurlijke observatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Criterion-referenced

A

Iemand gedrag vergelijken met vooropgestelde criteria. De spontane taalproductie wordt vergeleken met vastgestelde criteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly