Week 6: Medeplegen, uitlokking en medeplichtigheid Flashcards

1
Q

Groepen daders die worden gestraft voor een strafbaar feit

A
  1. plegers
  2. doen plegers
  3. medeplegers
  4. uitlokkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Deelneming

A

daderschap - plegen + medeplichtigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Medeplegen

A

nauwe en bewuste samenwerking

+ accessoriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nauwe samenwerking

A
  1. substantiële bijdrage (intellectuele of materiële bijdrage van voldoende gewicht)
  2. gezamenlijke uitvoering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motiveringsplicht rechter bij nauwe samenwerking

A
  • intensiteit samenwerking
  • rol in voorbereiding, uitvoering, afhandeling
  • belang rol verdachte
  • aanwezigheid op belangrijke momenten?
  • niet terugtrekken op geëigend tijdstip
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bewuste samenwerking

A

dubbel opzet:
- opzet op de samenwerking
- opzet op het gronddelict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Causaal verband bij uitlokking

A

uitgelokte moet bewogen zijn door de uitlokker en zijn uitlokkingsmiddelen

vereist dus causaal verband tussen uitlokkingsmiddelen en psychische omslag

(leer van redelijke toerekening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opzet bij uitlokking?

A

ja; dubbel opzet
- opzet op het uitlokken door een specifieke uitlokkingshandeling (en middel, zie wet)
- opzet op het specifieke strafbare feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vereisten medeplichtigheid

A
  1. misdrijf
  2. voorafgaande versus gelijktijdige
  3. actief versus passief
  4. dubbel opzet
  5. accessoriteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dubbel opzet bij medeplichtigheid

A
  • opzet op de medeplichtigheid (gelegenheid, middelen, inlichtingen, behulpzaam zijn)
  • opzet op het grondmisdrijf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Accessoriteit

A

sprake van een strafbaar gronddelict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ondergrens medeplegen en medeplichtigheid

A

medeplegen: voorwaardelijk opzet

medeplichtigheid: uiteenlopend opzet (geef het mes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Uiteenlopend opzet

A

uiteindelijke gepleegde feit correspondeert niet (geheel) met het strafbare feit dat verdachte voor ogen had

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly