Week 2: Opzet en voorbedachte raad

Question 1

Gradaties van opzet

Answer 1

1. opzettelijk
2. oogmerk
3. wetende, wist, wetenschap
4. ingeblikt

Question 2

Dolus directus

Answer 2

zuiver/vol opzet

willens en wetens handelen

nadruk op de wil: wil is primair gericht op het gevolg

Question 3

Dolus indirectus

Answer 3

noodzakelijkheids- of zekerheidsbewustzijn

het gevolg is niet primair gewild, maar is het noodzakelijke gevolg van zijn handelen

Question 4

Dolus eventualis

Answer 4

voorwaardelijk opzet (kansopzet)

bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans

Question 5

Ondergrens voorwaardelijk opzet; wat volstaat als bewijs?

Answer 5

volstaat als bewijs van opzettelijk, wetende dat en ingeblikt

NIET voldoende voor oogmerk

Question 6

Aanmerkelijke kans

Answer 6

kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten; een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid

afhankelijk van de omstandigheden van het geval (aard gedraging en omstandigheden)

Question 7

Bewust

Answer 7

wetenschap van de aanmerkelijke kans

dit is aanwezig bij verdachte of wordt bij hem aanwezig verondersteld

Question 8

Aanvaarden

Answer 8

enkele wetenschap is onvoldoende

vaststelling van aanvaarding door:
- verklaring verdachte
- getuigenverklaring
- feitelijke omstandigheden van het geval (aard gedraging, omstandigheden waaronder verricht, uiterlijke verschijningsvorm)

Question 9

Voorbedachte raad

Answer 9

verdachte moet zich gedurende enige tijd hebben kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit en hij moet niet hebben gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling

+ hij geeft zichzelf rekenschap van de voorgenomen daad

Question 10

Voorbeelden contra-indicaties voorbedachte raad

Answer 10

• gehandeld in hevige drift
• korte tijdsspanne tussen besluit en uitvoering
• gelegenheid tot beraad pas eerst tijdens de uitvoering van het besluit ontstaan