Week 6 - Bijzondere procedures, (meer)partijen en incidenten Flashcards

1
Q

Wie is de formele procespartij?

A

Dit is de (rechts)persoon wiens naam op de uitspraak staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is de materiële procespartij?

A

Dit is wie daadwerkelijk belang heeft bij de uitspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is het onderscheid tussen de formele en de materiële procespartij van belang?

A

Dit is van belang om te bepalen wie het vonnis ten uitvoer kan leggen, wie de proceskosten moet betalen en wie een rechtsmiddel in kan stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor is het van belang om te weten wie de procespartijen zijn?

A

Art. 236 lid 1 Rv
Een vonnis heeft enkel kracht van gewijsde tussen de partijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem enkele voorbeelden waarin een procespartij kan wijzigen.

A
  1. Overlijden
  2. Meerderjarig worden van een kind
  3. Fusie/splitsing/naamswijziging
  4. Overname vordering
  5. Lastgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke gevolgen kan een hiervoor genoemde wijziging in procespartijen hebben?

A
  1. Schorsing (art. 225 Rv)
  2. Hervatting op nieuwe naam (art. 227 Rv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke opties staan open voor derden wanneer zij menen belang te hebben bij de uitkomst van een procedure?

A
  1. Meerdere partijen in dagvaarding
  2. Vrijwaring
  3. Voeging/tussenkomst
  4. Derdenverzet
  5. Gedwongen deelname
  6. Amicus curiae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen de gedwongen deelname en voeging?

A

Art. 118 Rv
Voeging geschiedt op verzoek van de derde zelf. De gedwongen deelname geschiedt ambtshalve of op verzoek van een partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is amicus curiae?

A

Art. 393 lid 2 Rv
Dit is een procedure bij de Hoge Raad waarbij ook anderen dan partijen in de gelegenheid worden gesteld om opmerkingen te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn incidenten?

A

Naast de gewone procedure is er iets wat de aandacht van de rechter vraagt en wat niet rechtstreeks te maken heeft met de uitkomst van de zaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem enkele voorbeelden van incidenten.

A
  1. Vrijwaring (art. 210 Rv)
  2. Voeging/tussenkomst (art. 217 Rv)
  3. Voorlopige voorzieningen (art. 223 Rv)
  4. Zekerheidsstelling proceskosten (art. 224 Rv)
  5. Schorsing (art. 225 Rv)
  6. Afbreking/verval van instantie (art. 246-253 Rv)
  7. Wraking (art. 36-41 Rv)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe dienen incidenten aangevraagd te worden?

A

Art. 208 lid 1 Rv
Dit dient te gebeuren bij dagvaarding of conclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is vrijwaring?

A

Er wordt een tweede procedure gestart naast de gewone procedure. Deze wordt gekoppeld aan de gewone procedure. Op deze manier kan gelijktijdig worden beslist over de zaak en komen er geen tegenstrijdige uitspraken. Komt veel voor bij verzekeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is verval van instantie?

A

Dit kan je verzoeken wanneer je vindt dat de zaak afgelopen moet zijn zonder dat de rechter een uitspraak heeft gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een kort geding?

A

Art. 254 lid 1 Rv
Een kort geding is een procedure welke gestart kan worden in spoedeisende zaken. De voorzieningenrechter kan een onmiddellijke voorziening bij voorraad treffen. Het kort geding loopt altijd naast een bodemprocedure.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zijn de normale regels van toepassing op het kort geding?

A

In beginsel is dit wel het geval. De uitzondering hierop is wanneer het toepassen van de gewone regels niet op zijn plaats zou zijn. Ook art. 6 EVRM is van toepassing.

17
Q

Om welke reden voeren mensen kort gedingen?

A

Om de rechter een verbod, gebod of bevel op te laten leggen. Ook kan het zijn dat ze bepaalde stukken bewijs willen hebben (exhibitieplicht).

18
Q

Hoe lang is de oproepingstermijn bij een kort geding?

A

De normale regels voor de dagvaardingsprocedure gelden. Hierom geldt art. 117 Rv. In beginsel is dit 7 dagen, maar kan verkort worden.

19
Q

Welke werking heeft de uitkomst van het kort geding ten aanzien van de behandeling in de bodemprocedure?

A

Art. 257 Rv
De uitspraak in het kort geding werkt niet bindend ten aanzien van de bodemprocedure. De rechter moet in de bodemprocedure dus nog onderzoek doen.

20
Q

Waarom hebben we collectieve procedures?

A

Indien een hele grote groep mensen schade heeft ondervonden of een vordering heeft op één (rechts)persoon, dan is het niet handig om allemaal afzonderlijke zaken te starten tegen deze (rechts)persoon.

21
Q

Welke collectieve procedures kennen we?

A
  1. Claimstichting met cessie en lastgeving
  2. Stichting tot belangenbehartiging (ideëel doel, art. 3:305a lid 6 BW)
  3. WCAM: art. 7:907 BW en art. 1013 Rv
  4. WAMCA: art. 3:305a BW en art. 1018b Rv
22
Q

Wat gebeurt er bij de collectieve procedure ‘claimstichting met cessie en lastgeving’?

A

Een groep mensen welke vorderingen hebben op een rechtspersoon stichten een stichting op. Zij cederen ieder hun vordering aan deze stichting. De stichting dagvaart vervolgens de rechtspersoon. Zij vordert vervolgens nakoming.

23
Q

Wat gebeurt er bij de collectieve procedure ‘Stichting tot belangenbehartiging’?

A

Er is een stichting. Deze stichting dagvaart vervolgens een rechtspersoon. Door de rechtspersoon te dagvaarden behartigt zij de belangen van een groep mensen of dieren. Zij vordert een bevel, gebod of een verklaring voor recht.

24
Q

Wat gebeurt er bij de collectieve procedure ‘WCAM’?

A

Een groep mensen heeft schade geleden. Als rechtspersoon zijnde wil je hier in één keer en voor altijd van af zijn. De rechtspersoon gaat met de groep onderhandelen en komt met een schikkingsvoorstel. Vervolgens gaan partijen naar het Hof Amsterdam. Hier vragen zij om dit schikkingsvoorstel bindend te laten verklaren.

25
Q

Wat gebeurt er bij de collectieve procedure ‘WAMCA’?

A

Dit is een combinatie van de voorgaande drie. Er zijn rechtspersonen welke de belangen behartigen van een groep mensen. Deze rechtspersonen treden vervolgens in onderhandeling met de rechtspersoon welke schade heeft gedaan. Er komt een schikkingsvoorstel welke door het Hof Amsterdam bindend verklaard dient te worden.

26
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Staat/NVV?

A

Naast het hoger beroep van het kort geding liep in de bodemprocedure een hoger beroep. De vraag werd gesteld of de voorzieningenrechter bij zijn uitspraak in hoger beroep rekening moet houden met de uitspraak van de rechtbank.

De Hoge Raad oordeelde dat de voorzieningenrechter zijn vonnis in kort geding moet afstemmen op het oordeel van de bodemrechter. Hier mag hij dus in beginsel niet van afwijken. Hij mag hier wel van afwijken wanneer het oordeel van de bodemrechter een klaarblijkelijke misslag betreft en de zaak spoedeisend is waardoor niet op een rechtsmiddel op de bodemprocedure kan worden gewacht.

27
Q

Wat is de essentie van het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2019?

A

Hier antwoordde de Hoge Raad de vraag hoe de voorzieningenrechter in kort geding moet oordelen indien het een executiegeschil betreft. In dat geval moet de voorzieningenrechter zich namelijk buigen over een oordeel van de rechtbank.

Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de situatie waarin een rechtsmiddel nog open staan en waarin geen rechtsmiddel open staat.
Indien er nog rechtsmiddelen open staan, dan moet de verzoeker aanvoeren dat het een kennelijke misslag betreft. Vervolgens moet hij uitleggen waarom het schorsen van de uitspraak de rechter in de bodemprocedure niet kan worden aangerekend. Hier moeten nieuwe feiten voor zijn die de eerste rechter niet had meegenomen.
Indien er geen rechtsmiddel meer open staat tegen het vonnis, heeft deze kracht van gewijsde. In zo een geval mag de voorzieningenrechter een verzoek enkel toekennen indien het gaat om misbruik van bevoegdheden.

28
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Herstelmogelijkheden cassatiedagvaarding?

A

X gaat in cassatie tegen de uitspraak van het Hof. Na de uitspraak van het Hof fuseert de wederpartij. De advocaat van X richt de cassatiedagvaarding naar het bedrijf voor de fusie. In beginsel leidt dit tot niet-ontvankelijkheid.

De Hoge Raad oordeelt dat fouten en vergissingen niet tot fatale gevolgen behoren te leiden, mits de wederpartij door het herstel hiervan niet onredelijk in haar belangen wordt geschaad (art. 122 lid 1 Rv).