Opsommingen en arresten Flashcards
Welke twee vormen van bindend advies kennen we?
- Zuiver bindend advies
- Onzuiver bindend advies
In de conclusie van antwoord kunnen twee vormen van verweer worden aangevoerd. Welke twee kennen we en wat houden deze in?
- Exceptief verweer. Je stelt dat de rechter niet bevoegd is om over het geding te oordelen. Deze moet je direct aanvoeren.
- Principaal verweer: inhoudelijke verweren over waarom een vordering niet toegewezen mag worden.
Welke vier onderhandelingsprincipes kennen we?
- Performatieve onderhandeling
- Positionele onderhandeling
- Probleemoplossende onderhandeling
- Transformative negotiation
Wat is de essentie van het arrest HR Feitelijke grondslag?
Ambtshalve aanvulling rechtsgronden, Art. 25 Rv
X voert in een geding aan dat hij recht heeft op een geldbedrag. Hiervoor heeft hij verschillende rechtsgronden aangevoerd. Naast de aangevoerde rechtsgronden heeft het Hof de rechtsgrond ongerechtvaardigde verrijking onderzocht.
De Hoge Raad geeft aan wanneer de rechtsgronden ambtshalve aangevuld kunnen worden. Dit is toegestaan wanneer een partij zodanige feitelijke stellingen aanvoert dat deze toewijzing van de vordering kunnen rechtvaardigen op de door de rechter bij te brengen grond.
Wat is de substantiëringsplicht en wat is het gevolg wanneer hier niet aan voldaan wordt?
Art. 111 lid 3 Rv
Het exploot van de dagvaarding vermeld de mogelijke of de bekende verweren welke de gedaagde zal voeren tegen de gronden.
Art. 120 lid 4 Rv
Wanneer hier niet aan voldaan wordt, kan dit niet leiden tot nietigheid. De rechter kan de eiser bevelen de benodigde gegevens te verstrekken.
Wat zijn de zes meest belangrijke beginselen van procesrecht?
- Fair trial/behoorlijk proces (art. 6 EVRM)
- Hoor en wederhoor (art. 19 Rv)
- Goede procesorde (ongeschreven recht)
- Partijautonomie/lijdelijkheid van de rechter (art. 23-26 Rv)
- Redelijke termijn (art. 20 Rv)
- Motivering (art. 30 Rv)
Wat is de essentie van het arrest HR Verstek en nietigheid?
Verwerping beroep op nietigheid
Eiser in cassatie is in hoger beroep niet verschenen en, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet gekomen. Hij stelt dat de appeldagvaarding nietig is. De vraag die gesteld is is of de Hoge Raad alsnog de nietigheid van de appeldagvaarding uit dient te spreken.
De Hoge Raad oordeelt dat nietigheid van de dagvaarding niet kan volgen wanneer de verweerder komt opdagen en hij door het gebrek niet onredelijk in zijn belangen is geschaad.
Wat is de essentie van het arrest HR St. IPO Rijnmond?
Art. 16 lid 5 Rv
Indien een geschil wordt beslist door een meervoudige kamer, kan gekozen worden om de zaak door één rechter-commissaris te laten beslissen. Wanneer voor de mondelinge behandeling wordt aangekondigd dat deze door de rechter-commissaris wordt geleidt, heeft een ieder het recht te verzoeken dat de mondelinge behandeling door de meervoudige kamer wordt gedaan. Dit verzoek kan alleen worden afgewezen op zwaarwegende gronden.
Wat is de essentie van het arrest HR Apparaatsfout?
Verschoonbare termijnoverschrijding
De griffie had aan partijen medegedeeld dat een uitspraak op 8 januari gedaan zou worden. De rechtbank had echter op 4 december al uitspraak gedaan. Dit was niet gedeeld aan partijen. De beroepstermijn van een maand was hier al verstreken.
De Hoge Raad beantwoorde de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Zij oordeelde dat een termijnoverschrijding in bijzondere gevallen verschoonbaar is. Een apparaatsfout, dus een fout van de rechterlijke organisatie, is zo’n bijzonder geval.
Wat is de strekking van het arrest HR Van Rens & Philipsen/Van Waalwijk van Doorn?
Goede procesorde
Eisers brachten 17 dagen voor het pleidooi een rapport in het geding. Dit was volgens de in het landelijk procesreglement weggelegde termijn. Wederpartij stelde zich op het standpunt dat het indienen van een rapport 17 dagen voorafgaand aan het pleidooi in strijd zou zijn met de goede procesorde.
De Hoge Raad beantwoord deze vraag. In beginsel dient de rechter acht te slaan op binnen de in het procesreglement gestelde termijnen overgelegde stukken, tenzij de rechter gemotiveerd anders beslist op grond van bijzondere omstandigheden van het geval. Hierbij kan gedacht worden aan de aard en de omvang van de stukken en of de stukken eerder ingediend hadden kunnen worden.
Welke vormen van verweer kan een gedaagde voeren tegen een standpunt?
- Zuivere betwisting: De verweerder voert aan dat hetgeen de eiser aanvoert niet juist is en dat er iets anders is gebeurd. “Nee, want ….”
- Bevrijdend verweer: De verweerder betwist niet dat het anders is gegaan. Hij beroept zich op een ander rechtsgevolg. “Ja, maar …”
Wat is de essentie van het arrest HR Multinvestments?
Bewijslast
In beginsel is het zo dat degene die een feit moet stellen ook de bewijslast draagt voor dit feit. Dit kan anders zijn indien de redelijkheid en billijkheid dit met zich meebrengen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer van de wederpartij kan worden verlangd dat hij beschikt over de bewijsstukken en het een negatief feit betreft.
Wat is de essentie van het arrest HR Bruscom?
Art. 166 lid 1 Rv
Een partij moet tot getuigenbewijs worden toegelaten indien zij voldoende specifiek bewijs aanbiedt van feiten die tot beslissing van de zaak kunnen leiden.
Wat is de essentie van het arrest HR Lundiform/Mex?
Uitleg overeenkomsten
De rechter kan op basis van de taalkundige betekenis van de omstreden overeenkomst tot een voorshands oordeel komen. Vervolgens zullen partijen tot bewijs of tegenbewijs moeten worden toegelaten.
Wat is de essentie van het arrest HR Kroymans/Verploegen?
Bewijslast
Eiser vordert nakoming van de verbintenis. Verweerder voert aan dat een ontbindende voorwaarde vervuld is. Beide partijen beroepen zich op een rechtsgevolg waar het al dan niet vervuld zijn van de ontbindende voorwaarde van belang is. Wie draagt de bewijslast?
De Hoge Raad oordeelt dat de eiser de bewijslast draagt voor de aanwezigheid van de overeenkomst. De verweerder draagt de bewijslast voor de vervulling van de ontbindende voorwaarde. Wanneer een partij meer stelt dan nodig is, komt de bewijslast ten aanzien van het meerdere niet op die procespartij te liggen.