Week 1 - Geschil en Burgerlijk Proces Flashcards

1
Q

Wat is een ander woord voor geschil?

A

Een geschil wordt ook wel een onenigheid of een ruzie genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie vormen van buitengerechtelijke geschiloplossing kennen we?

A
  1. Mediation
  2. Bindend advies
  3. Arbitrage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg in hoofdlijnen uit hoe mediation in zijn werking gaat.

A

Partijen gaan op zoek naar een onafhankelijke derde. Onder leiding van de mediator treden partijen in onderhandeling over het geschil. Uiteindelijk sluiten partijen een overeenkomst. Omdat het vrijwillig is, behouden partijen vaak goede banden met elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg in hoofdlijnen uit hoe het proces van bindend advies in zijn werking gaat.

A

Partijen sluiten onderling een vaststellingsovereenkomst. Hierin spreken zij af dat zij hun geschil voorleggen aan een onafhankelijke derde en dat beide partijen gebonden zijn aan deze uitspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee vormen van bindend advies kennen we?

A
  1. Zuiver bindend advies
  2. Onzuiver bindend advies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een zuiver bindend advies?

A

Bij een zuiver bindend advies schakelen partijen een adviseur in om een geschil te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een onzuiver bindend advies?

A

Bij een onzuiver bindend advies schakelen partijen een adviseur in om een bestaand geschil op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan een advies verkregen door middel van een bindend advies nog worden aangetast?

A

Art. 7:904 BW
Indien de vaststellingsovereenkomst in strijd is met de redelijkheid en billijkheid met het oog op de wijze van tot standkoming of de inhoud, dan is deze vernietigbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt een bindend advies ten uitvoer gelegd?

A

Art. 3:296 BW
Bindend advies levert geen executoriale titel op. Hierom zal de partij naar de rechter moeten gaan en hier nakoming van de verbintenis moeten vorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg in hoofdlijnen uit hoe het proces van arbitrage in zijn werking gaat.

A

Partijen stellen een onafhankelijk arbitraal panel op. Deze bestaat vaak uit twee juristen en één deskundige. Er gaat een procedure lopen (hoeft niet Nederlands recht te zijn). Uiteindelijk zal een arbitraal vonnis volgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem vijf voordelen van arbitrage.

A
  1. De beslissing kan worden opgedragen aan een deskundige, waardoor deze niet opgeroepen hoeft te worden.
  2. Arbitrage is sneller dan de gewone rechtsgang.
  3. Er is geen verplichte procesvertegenwoordiging.
  4. Eis van openbaarheid geldt niet, het is besloten.
  5. Mogelijkheid om arbitraal vonnis in het buitenland ten uitvoer te leggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem vijf nadelen van arbitrage.

A
  1. Indien er sprake is van een gecompliceerd geschil, zal dit dikwijls meer tijd kosten dan de gewone rechtsgang.
  2. De arbiter heeft als deskundige vaak geen juridische deskundigheid.
  3. De overheidsrechter kan er nog aan te pas komen.
  4. Arbitrage is duurder dan de gewone rechtsgang.
  5. Vaak is toch een advocaat nodig, gelet op de complexiteit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan een partij doen als zijn wederpartij zijn verplichtingen uit een arbitraal vonnis niet nakomt?

A

Art. 1062 Rv
De partij kan naar de rechter gaan. De rechter kan hier verlof tot tenuitvoerlegging verlenen aan het arbitrale vonnis. Dit verlof wordt ook wel een exequatur genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan een partij doen als zijn wederpartij zijn verplichtingen uit een mediation-overeenkomst of een bindend advies niet nakomt?

A

De partij kan naar de rechter gaan. Hier kan hij een vordering indienen tot nakoming van de vaststellings- of mediationovereenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de drie minimale eisen welke men aan het procesrecht kan stellen?

A
  1. De uitspraak moet inhoudelijk goed zijn.
  2. Procedurele rechtvaardigheid. De weg naar de uitkomst toe dient rechtvaardig te zijn.
  3. De uitspraak moet binnen een redelijke termijn zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tussen welke twee soorten procedures wordt een onderscheid gemaakt?

A

We kennen de verzoekschriftprocedure en de dagvaardingsprocedure.

17
Q

Hoe heten de partijen in de verzoekschrift- en de dagvaardingsprocedure?

A

In de verzoekschrift procedure heb je verzoeker en belanghebbenden. In de dagvaardingsprocedure heb je een eiser en een verweerder.

18
Q

Hoe dient iemand gedagvaard te worden?

A

Art. 111 Rv jo. art. 45 Rv
Iemand wordt gedagvaard bij exploot die door een daartoe bevoegde deurwaarder wordt bezorgd.

19
Q

Vaak zie je dat de eiser een dagvaarding met een lange termijn mede deelt aan de gedaagde. Welke reden heeft dit?

A

Door het dagvaarden van de gedaagde wordt laten zien dat de eiser serieus is. Wanneer er een lange termijn is gekozen, is dit gedaan met het doel dat het geschil toch nog buitengerechtelijk opgelost zal worden.

20
Q

Vanaf wanneer is een geding aanhangig?

A

Art. 125 Rv
Een geding is aanhangig vanaf de dag van de dagvaarding.

21
Q

Op het moment van aanvang dient het geding ingeschreven te worden op de rol. Wat houdt de rol in?

A

Je hebt een vaste dag waar de rechtbank alle dossiers gaat nalopen om te kijken of er een volgende stap gezet moet worden. De rol is de agenda van de rechtbank van die dag.

22
Q

Hoe wordt de omvang van het geschil bepaald?

A

Art. 23 Rv
De rechter beslist over wat de partijen hebben gevorderd of verzocht.

23
Q

In het exploot van de dagvaarding moeten de gronden worden vermeld. Waar bestaan deze gronden uit?

A
  1. Blote feiten. Dit zijn feiten die zonder juridische kwalificatie kunnen worden vastgesteld.
  2. Feitelijke grondslagen. Dit zijn juridische kwalificaties van de situatie.
  3. Rechtsgronden. Wetsartikelen waar de partij zich op beroept.
24
Q

Wat kan een gevolg zijn wanneer de gedaagde niet verschijnt?

A

De eiser kan vragen om een verstekvonnis. Dit houdt in dat de rechter gaat vaststellen dat de gedaagde niet is verschenen en of de gedaagde behoorlijk is opgeroepen. Als dit het geval is, kan de rechter de vordering toewijzen. Dit is een eindvonnis.

25
Q

Wat houdt het dialectische model in?

A

Het dialectische model houdt in dat de ene partij iets zegt en dat de andere partij hier iets tegenin brengt.

26
Q

In de conclusie van antwoord kunnen twee vormen van verweer worden aangevoerd. Welke twee kennen we en wat houden deze in?

A
  1. Exceptief verweer. Je stelt dat de rechter niet bevoegd is om over het geding te oordelen. Deze moet je direct aanvoeren.
  2. Principaal verweer: inhoudelijke verweren over waarom een vordering niet toegewezen mag worden.
27
Q

Wat volgt nadat de gedaagde gedagvaard is?

A

Na de conclusie van antwoord van de gedaagde (art. 128 lid 2 Rv) volgt een mondelinge behandeling, gevolgd door, indien dit nodig wordt geacht, een conclusie van repliek en dupliek (art. 132 lid 2 Rv).

Na de conclusie van antwoord van de gedaagde volgt een conclusie van repliek en een conclusie van dupliek (art. 132 lid 1 Rv). Indien het nodig wordt geacht, volgt hierna nog een mondelinge behandeling (art. 87 lid 8 Rv).

28
Q

Nadat een gedaagde gedagvaard is, kunnen hier een conclusie van antwoord, conclusie van repliek, conclusie van depliek en een eis in reconventie volgen. Leg uit wat deze begrippen inhouden.

A

In de conclusie van antwoord kan de gedaagde zijn standpunten onderbouwen (art. 128 Rv).
In de conclusie van repliek kan de eiser reageren op de conclusie van antwoord (art. 132 lid 1 eerste volzin Rv).
In de conclusie van dupliek kan de gedaagde reageren op de conclusie van repliek (art. 132 lid 1 tweede volzin Rv).
De gedaagde kan een eis in reconventie instellen. Hierbij stelt hij een vordering in tegen de eiser. Beide vorderingen worden gelijktijdig behandeld (art. 136 Rv).

29
Q

Welke vier onderhandelingsprincipes kennen we?

A
  1. Performatieve onderhandeling
  2. Positionele onderhandeling
  3. Probleemoplossende onderhandeling
  4. Transformative negotiation
30
Q

Wat houdt de onderhandelingsvorm ‘performatieve onderhandeling’ in?

A

Partijen gaan in dialoog met elkaar over hun conflict. Het doel is dat de partijen elkaar begrijpen en dat hierdoor partijen open gesteld worden voor de mogelijkheid van een ander gezichtspunt door wederzijdse bereidheid om te luisteren.

31
Q

Wat houdt de onderhandelingsvorm ‘Positionele onderhandeling’ in?

A

Partijen delen weinig informatie met elkaar en treden in onderhandeling. Elke partij heeft een beginpunt, een streefpunt en een stoppunt. Deze delen de partijen niet met elkaar. Het individuele belang van de partij staat voorop en er is een escalatierisico.

32
Q

Wat houdt de onderhandelingsvorm ‘Probleemoplossende onderhandeling’ in?

A

Partijen zijn op zoek naar een compromis waar zij beide beter van worden. Hierom delen zij veel informatie met elkaar. Partijen concentreren zich op hun primaire belangen en schuiven de minder belangrijke zorgen aan de kant.

33
Q

Wat houdt de onderhandelingsvorm ‘transformative negotiation’ in?

A

Partijen transformeren zich in de positie van elkaar. Deze onderhandelingsvorm wordt vaak gebruikt bij scheiding, wanneer partijen boos zijn op elkaar.

34
Q

In welke twee gevallen heeft bindend advies voorkeur boven arbitrage?

A
  1. Wanneer partijen een goede verstandhouding in stand willen houden.
  2. Er bestaat overeenstemming over de feiten er hoeft enkel een juridische vraag beantwoord te worden.
35
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Feitelijke grondslag?

A

Ambtshalve aanvulling rechtsgronden, Art. 25 Rv
X voert in een geding aan dat hij recht heeft op een geldbedrag. Hiervoor heeft hij verschillende rechtsgronden aangevoerd. Naast de aangevoerde rechtsgronden heeft het Hof de rechtsgrond ongerechtvaardigde verrijking onderzocht.

De Hoge Raad geeft aan wanneer de rechtsgronden ambtshalve aangevuld kunnen worden. Dit is toegestaan wanneer een partij zodanige feitelijke stellingen aanvoert dat deze toewijzing van de vordering kunnen rechtvaardigen op de door de rechter bij te brengen grond.