Week 6 Flashcards

1
Q

Wat zijn drie gevolgen van de integratie van retorica binnen de pragma-dialectiek?

A
  • Een beter begrip van de proessen die zich afspelen in de argumentatieve werkelijkheid.
  • Uitbreiding van de mogelijkheden om de reconstructie te rechtvaardigen.
  • Uitbreiding van de mogelijkheden om de evaluatie te rechtvaardigen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de standaarddefinitie van een drogreden?

A

Een redenering die geldig lijkt maar het in feite niet is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke problemen kent de moderne benadering van drogredenen?

A
  • Ontbreken algemene rechtvaardigingsgrond en toepassing criteria op normen voor evaluatie.
  • Drogreden wordt ook gebruikt voor redelijke gevallen; soms niet drogredelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de definitie van een drogreden in de pragmadialectiek?

A

Elke overtreding van een discussieregel die de oplossing van een meningsverschil kan belemmeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is er sprake van een drogreden als ontsporing van strategische manoeuvre?

A

Als het retorische doel de overhand neemt op het dialectische doel leidt dit vaak tot een drogreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat behelst het redelijkheidscontinuüm waarmee bepaald kan worden of er sprake is van een overtrede discussiregel?

A
  • Uitgaan van deugdelijke tegenhanger van elke drogreden.
  • Deugdelijkheidscriteria hangen af van kritische en persuasieve doelen van de partijen en van de context waarin de discussie plaatsvindt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de bijdrage van strategisch manoeuvreren aan de evaluatie van argumentatie?

A
  • Verklaring van het potentieel persuasieve karakter van de drogredenen
  • Basis voor het ontwikkelen van criteria voor het identificeren van drogredelijke argumentatie.
  • Verheldering relatie tussen deugdelijke en drogredelijke argumentatieve zetten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly