Week 5_edited Flashcards

1
Q

Wat zijn argumentatieve actietypen?

A

Cultureel bepaalde communicatieve praktijk in de verschillende ‘discourse’-domeinen die soms geïnstitutionaliseerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn speech events?

A

Stereotiepe verschijningsvormen van de argumentatieve actietype.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen een actietype en een kritische discussie?

A

De kritische discussie is een theoretisch artefact en ideaalmodel. Het is een definitie die geldig is voor het oplossen van een meningsverschil. Een actietype is een cultureel artefact dat de argumentatieve werkelijkheid identificeert op basis van een empirische observatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn domeinen van actietypen?

A

Dit zijn bepaalde gebieden waarbinnen de communicatie plaatsvindt, bijvoorbeeld juridische communicatie of politieke communicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke genres van actietypen/oplossen kennen we?

A

Beslissen, bemiddelen en onderhandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem enkele specifieke actietypen

A

Strafzaak, politiek debat, doktersconsult.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vier dimensies om een actietype te karakteriseren kennen we?

A

Dit is vergelijkbaar met de verschillende discussiefasen; beginsituatie, uitgangspunten, argumentatieve middelen en uitkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de uitgangspunten bij een adjucatie-actietype?

A

Vooral expliciete regels en concessies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de aanvangssituatie bij een adjucatie-actietype?

A

Expliciete en bindende definitie van een geschil. Derde partij heeft beslissingsbevoegdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de aanvangssituatie bij een bemiddelings-actietype?

A

Onenigheid; derde partij zonder beslissingsbevoegdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de uitgangspunten bij een bemiddelings-actietype?

A

Impliciet opgelegde regulatieve regels, geen expliciete concessies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de argumentatieve middelen bij een bemiddelings-actietype?

A

Verpakt in zogenaamd spontane conversationele acties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de aanvangssituatie bij een onderhandeling?

A

Belangenconflict; partijen beslissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de uitgangspunten bij en onderhandeling?

A

Semi-expliciete spelregels; voorwaardelijk en veranderbare concessies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de argumentatieve middelen bij een onderhandeling?

A

Geïncorporeerd in interacties van bod en tegenbod en andere binders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de aanvangssituatie van een gezondheidsbrochure?

A

Gezaghebbende instantie anticipeert op mogelijk meningsverschil over een bepaalde actie die voordelig zou zijn voor de gezondheid van de ontvanger. Gezondheidsadvies kan bemoeizuchtig overkomen.

17
Q

Wat zijn de argumentatieve middelen bij een gezondheidsbrochure?

A

Argumenten die de wenselijkheid of onwenselijkheid van het gedrag aantonen –> pragmatische argumentatie.

18
Q

Wat is de aanvangssituatie van een politiek interview?

A

Vaak niet-gemengd meningsverschil tussen interviewer en politicus over de woorden en daden van de politicus. Publiek thuis is het primaire auditorium.

19
Q

Wat zijn de uitgangspunten bij een politiek interview?

A

Vraag-antwoord formaat. Duidelijke rolverdeling, rechten en plichten geregeld door instituties en impliciete conventies.

20
Q

Wat zijn de argumentatieve middelen binnen een politiek interview?

A

Argumentatieve en kritische vragen over de woorden en daden van de politicus; verdediging door verklaringen te geven. Interviewer geeft kritiek op antwoorden van de politicus.

21
Q

Wat is de aanvangssituatie van DTC-advertenties?

A

Impliciet niet-gemengd verschil van mening over het standpunt ‘vraag je arts om het geadverteerde medicijn voor te schrijven’

22
Q

Waaruit bestaat het publiek bij een DTC-advertentie?

A

Patiënten-consumenten die al last van een medisch probleem hebben over er last van gaan krijgen in de toekomst.

23
Q

Wat zijn de uitgangspunten bij een DTCA-advertentie?

A

Procedurele uitgangspunten zijn vastgelegd; praktische beperkingen zijn er mbt duur en vorm van de advertentie. De rolverdeling is strikt.

24
Q

Wat zijn de nadelen van DTCA?

A

Het kan verwarrend en misleidend zijn. Het stimuleert de aankoop van prijzig e medicijnen en leidt tot de onnodige voorschrijving ervan.

25
Q

Hoe wordt het feit dat een antagonist in een DTCA-advertentie niet kan reageren opgelost?

A

Door de wetgeving; deze beschermt de consument door wetten en regels.

26
Q

Wat behelst het idee van promotion en consultation bij advertenties als DTCA?

A

Er is sprake van een commerciële en een informerende intentie; overtuiging het product te gebruiken en informeren of het geschikt is voor hem/haar.