week 6 Flashcards
Preventieve behandeling
'’Beperkt’’ doeleinde
Curatieve behandeling
'’Alles weg’’ doeleinde
Palliatief
'’Klachten weg’’ doeleinde
Neoadjuvant
Je geeft eerst systemische therapie ne je WEET dat je daarna gaat opereren
Inductie
Niet zoals bij neoadjuvant een zeker traject, hier kijk je eert of het werkt, en daarna breid je het plan verder uit
R0 status
Je hebt radicaal geopereerd, en er is geen tumor meer over, wat zichtbaar is onder de microscoop
Adjuvante therapie
nabehandeling, post-operatief
- na curatieve operatie
- ziektevrije en totale overleving
- scan tijdens dit traject (uitsluiten progressie)
Chemoradiatie
Radiotherapie met klassieke chemo
Bioradiatie
Radiotherapie met ‘biological’
Ioniserende straling (uitwendig)
- Opgewekt in lineaire versneller
- Ontstaan door verval van radioactieve stoffen
soorten straling (4 soorten)
- alfa
- beta
- gamma
- protonen
alfa-straling
heliumkern
beta-straling
elektronen
gamma-straling
fotonen
Eenheid geabsorbeerde straling
Gray
Manieren van ioniserende straling bij radiotherapie
- Opgewekt met lineaire versneller (fotonen of elektronen)
- Vanuit een bron bij brachytherapie (fotonen)
- Met een cyclotron (protonen)
Directe actie ioniserende straling
Radiatie -> DNA schade -> Celdood
Indirecte actie ioniserende straling
Radiatie -> Vrije radicalen -> DNA schade -> celdood
LET
Linear energy transfer
Fracctioneren
Iedere dag een klein beetje straling