Week 6 Flashcards
Welke aspecten zijn belangrijk bij het diagnosticeren van kanker?
Zonder PA geen behandeling; “tissue is the issue”
Cytologie/histologie
Immuunhistochemie; biomarkers
Moleculaire subtypering (KMBP)
mutaties, genen
De ziekte klinisch stageren (TNM); beeldvorming (BA2A5)
Statisch of meer dynamisch
Welke aspecten zijn belangrijk bij het opstellen van een behandelplan?
Performance status van patient
Wensen van patient
Complete diagnose
Uitgebreidheid van ziekte
Behandeldoelstelling
Welke behandelingsdoelen zijn er?
Preventief; beperkt
Curatief; “alles weg”
Palliatief; klachten weg
Wat is palliatieve behandeling?
Klachten verminderen/ weg. Als er geen klachten zijn kun je geen palliatie bieden, wel bijwerkingen mogelijk. Als curatie niet mogelijk afvragen wat de palliatieve opbrengst is
Welke soorten behandelingen zijn er?
Enkele modaliteit (snijden, stralen, ‘systemisch’)
Multi modaliteit
(Neo)adjuvant
Inductie
Palliatief
Wat is een adjuvante behandeling?
Behandeling na curatieve behandeling om te voorkomen dat de ziekte terugkeert
Wat is een neoadjuvante behandeling?
Behandeling voor curatieve behandeling om te voorkomen dat de ziekte terugkomt. Operatie gaat ten alle tijden door dus geen tussentijdse scan nodig
Wat is een inductie behandeling?
Systemische behandeling waarbij de chirurg heeft besloten dat hij de tumor niet curatief kan behandelen. Systeemtherapie om proberen tumor kleiner te maken waardoor de chirurg het toch kan weghalen (van irresectabel naar resectabel), operatie staat niet vast (alleen bij goede respons)
Wat is operabiliteit?
Is de patient in staat geopereerd te kunnen worden? Kenmerk patient
Wat is resectabiliteit?
Niet resectabel betekent dat je tumor niet veilig en compleet kan verwijderen. Kenmerk tumor
Wordt er bij (neo)adjuvante therapie tussentijds een scan gemaakt?
Niet zinvol omdat de behandeling al vast staat, behalve bij lange therapie om progressie uit te sluiten
Op welke manieren kunnen modaliteiten gecombineerd worden?
- Concomitant: naast elkaar
- Sequentieel: na elkaar
Wat wordt verwijderd bij een curatieve operatieve?
Primaire tumor, regionale lymfklieren, metastasen
Radicaal (zonder tumorrest)
->Effect op totale en ziektevrije overleving
Pathologische stagering is nu mogelijk
->M0 status na resectie bevestigd (metastasectomie)
Wat zijn de effecten van palliatieve chirurgie?
Effekt op (lokale) klachten
Geen effect op totale overleving (wonder)
Waarmee kan radiatie gecombineerd worden?
-Chemoradiatie: radiotherapie met klassieke chemo
-Bioradiatie: radiotherapie met niet-cytotoxische middelen (biologicals)
Wat zijn de verschillen tussen inductie en neoadjuvant?
I; zoveel als mogelijk, tot maximale respons
N; vaststaand aantal kuren; respons is NIET nodig
I; de operatie is niet zeker; afhankelijk van de respons
N; de operatie volgt per definitie (tenzij……….)
I; support van de behandelingen?; “hoe meer, hoe beter”
N; optimale support; dosis intensiteit is essentieel
Wie zitten er in een MDO?
-oncoloog
-Radiotherapeut
-Chirurg
-VPK, FT etc
Wie zijn betrokken bij de radiotherapie behandeling?
-Fysicus (dosis)
-Laborant
-RT
-Radiobioloog (helpt met schema)
Hoeveel kankerpatienten krijgen radiotherapie?
> 60% kankerpatienten krijgt ergens in traject radiotherapie, vaak icm systemische behandeling
Hoe werkt radiotherapie?
Ioniserende straling-> fotonen, elektronen
-Opgewekt in lineaire versneller: uitwendig
-Ontstaan door verval van radioactieve stoffen: inwendig-> brachytherapie
Lokale afgifte energie
Wat is ioniserende straling?
-Vormt ionen in materie (veel energie-overdracht)
-Gamma, röntgen en kosmosstraling
-Voor therapie gamma/ röntgen
Welke soorten straling zijn er?
- α = heliumkern. Laag doordringendvermogen
- β = elektronen. Bereikt opp weefsel, lokaal gebruik
- γ = fotonen. Gaat dwars door weefsel
- Protonen (experimenteel: neutronen). Bereikt weefsel maar gaat niet door patiënt
Hoe werkt een lineaire versneller?
-Maakt elektromagnetisch veld met daarin spanning, laat elektronen bewegen van + naar - (anode trefplaat).
-Elektronen hebben hoge energie en botsen op plaatje-> komen fotonen vrij (hoog energetische deeltjes), gaan door collimator richting patient
-Fotonen geabsorbeerd in weefsel en maken ionisaties
Wat zijn de kenmerken van ioniserende straling?
- Fotonen zorgen ervoor dat elektronen in weefsel worden losgelaten: ionisatie
- 1 Gy kan 10.000 ionisaties per cel geven
- Geioniseerde moleculen (vooral zuurstof) zijn zeer reactief
Wat voor schade geeft ioniserende straling?
DNA schade:
Enkelstrengsbreuken (subletaal, herstel mogelijk)
Dubbelstrengsbreuken (letaal; leidt tot celdood)
Wat is de eenheid van geabsorbeerde stralingsdosis?
1 Gy = 1 J/kg
Gy = Gray
Hoe wordt ioniserende straling opgewekt?
Opgewekt met lineaire versneller (fotonen of elektronen)
Vanuit een bron bij brachytherapie (fotonen)
Met een cyclotron (protonen)
Waar worden lineaire versnellers gehouden?
Bestralingsbunkers
Deuren ca 1.5m
Buiten bunkers: geen straling
Wat doet straling op moleculair niveau?
-Straling schiet een elektron weg waardoor atoom instabiel wordt en wilt reageren
-Rontgen en g-straling maakt indirect DNA schade doordat er vrije radicalen gevormd worden-> die kunnen dsDNA breuken veroorzaken
-Deel ook directe schade (vooral hoog energetische deeltjes als neutronen, protonen, alpha, elektron)
Wat is LET?
Linear energy transfer: dichtheid van energie-afgifte langs het spoor van een ioniserend deeltje
-g-straling: low-LET tracks, chaotische wirwar waardoor minder efficiënt energie-afgifte.
-Neutronen, protonen: high-LET tracks. Maken 1 recht pad met daarin DNA schade
Hoeveel schade veroorzaakt 1 Gy?
Met 1 Gy 40 dubbelstrengs breuken in cel, veel meer ionisaties dus efficiency is nog niet zo groot. Veel hogere dosis gegeven
Wat voor LET straling is effectiever?
Bij gelijke energie-overdracht is hoge LET straling effectiever dan lage LET straling
Voor klinische toepassingen wordt doorgaans lage LET straling gebruikt
Hoe ziet een celoverlevingscurve eruit?
- Elk weefsel heeft eigen celoverlevingscurve. Bij hoog genoege dosis zul je uiteindelijk tot 100% celkill kunnen komen.
- Hoe gevoeliger het weefsel hoe lineairder en steiler curve naar beneden. Als minder gevoelig eerst ‘schouder’ voordat curve lineair naar beneden loopt-> enkelstrengs breuken in begin nog hersteld
Wat is het effect van fractioneren van bestraling?
Bestraling gefractioneerd geven (in porties) zodat normale weefsel kan herstellen. Intrinsieke reparatiemechanisme bij tumorcellen slechter, normale cellen kunnen door repopulatie uiteindelijk weer tot herstel komen. Gefractioneerd voor veel tumorsoorten ook beter (met hoog genoege dosis). Hoe meer fracties hoe groter het verschil tussen tumor en normaal
Hoe wordt de totale dosis opgedeeld?
Totale dosis wordt opgedeeld in kleinere hoeveelheden
Meestal doses rond de 2 Gy
Fracties groter dan 2 Gy: hypofractioneren (hogere dosis minder fracties). Niet mogelijk bij hoofdhalstumoren
Fracties kleiner dan 2 Gy: hyperfractioneren
Waarmee moet rekening gehouden worden bij de intervallen tussen dosissen?
Lang genoeg dat gezonde cellen herstellen, niet te lang zodat maligne cellen zich niet herstellen
Waarvan is de gevoeligheid voor bestraling afhankelijk?
Complex samenspel van meerdere factoren:
DNA-repair
Redistributie van celcyclus
Reoxygenatie (hypoxie)
Repopulatie: tumor kan mbv factoren ook sneller delen
Radiosensiviteit: verschult per weefsel
Wat is de rol van hypoxie bij gevoeligheid voor bestraling?
-Hypoxisch centrum in tumor door ANGIOGENESE gereoxygeneerd.
-Soms delen tumorcellen zo snel dat binnenkant geen bloedvaatjes zijn, hypoxie-> necrotisch centrum. Cellen aan die rand hebben heel weinig zuurstof, kunnen nog delen en relatief resistent tegen bestraling
Wat zijn mogelijke acute bijwerkingen van radiotherapie?
Afhankelijke van locatie/weefsel, bijvoorbeeld:
Huid: roodheid, pijn, schilfering, haaruitval
Oesophagus: passageklachten door mucositis
Rectum: pijn, diarree door mucositis
Hersenen: moeheid\
Acuut in snel delende weefsels
Wat is de therapeutische ratio?
Afstand tussen de tumor control probability (TCP) vs normal tissue complication prabability (NTCP) Naarmate dosis oploopt loopt tumor controle omhoog, maar ook kans op normale weefsel schade. TCP zvm links, NTCP zvm rechts: grootste therapeutische breedte
Wat is de therapeutische ratio bij een radiosensitieve tumor?
Radiosensitieve tumor (seminoom, M. Hodgkin) heeft een grote therapeutische ratio:
Weinig dosis nodig om tumorcontrole te verkrijgen
Weinig kans op late weefselschade
Wat is de therapeutische ratio bij een radioresistente tumor?
Radioresistente tumor (glioblastoom,sarcoom) heeft een kleine therapeutische ratio
Wat zijn de kenmerken van acute schade?
Snelle proliferatie: minder vermogen tot herstel van de bestralingsschade
Schade komt al tijdens of direct na afloop van de serie bestralingen tot uiting
Acuut reagerende weefsels
Wat zijn de kenmerken van late schade?
Traag delende of niet delende stamcellen
Schade wordt pas veel later of nooit zichtbaar (later dan 3
maanden na einde bestraling)
Deze weefsels noemt men laat reagerende weefsels
Voorbeelden: hersenen, ruggenmerg, lever, nier