week 6 Flashcards
expliciet vs. impliciet geheugen
Expliciet geheugen bestaat uit herinneringen waarvan we ons bewust zijn zijn en waarover we kunnen praten (retrospectief en prospectief geheugen). Impliciete herinneringen zijn herinneringen die we ons niet bewust herinneren, zoals het leren van ervaringen en vaardigheden.
vormen van expliciet geheugen
- episodisch geheugen: geheugen dat persoonlijke ervaringen opslaat. Vooral actief in de rechter hemisfeer
- semantisch geheugen: geheugen voor feitelijke informatie. Vooral actief in de linker hemisfeer
Zo’n beetje alle episodische herinneringen bevatten semantische componenten, voornamelijk in autobiografisch geheugen.
vormen van impliciet geheugen
- procedureel geheugen: geheugen van hoe je geleerde vaardigheden kunt uitvoeren
- herhaling-priming: ervaringen uit het verleden hebben onbewust invloed op het heden (propagandaeffect, klassieke conditionering)
codering
Proces van het verwerven van informatie en het overbrengen ervan naar het langetermijngeheugen.
retrieval
Proces van het overbrengen van informatie van het langetermijngeheugen naar het werkgeheugen.
uitgebreide repetitie vs. onderhoudsrepetitie
Uitgebreide repetitie is het onthouden van iets door na te denken over de betekenis ervan of het maken van associaties met andere informatie. Bij onderhoudsrepetitie worden geen verbanden gelegd tussen informatie.
verwerkingstheorie
De kwaliteit van het geheugen hangt afval de diepte van verwerking. Diepe verwerking gaat gepaard met veel aandacht voor betekenis, ondiepe verwerking gaat gepaard met weinig aandacht.
matching omstandigheden van ophalen en omstandigheden van codering
- specificiteit van de codering: informatie wordt samen met de context gecodeerd
- leren op basis van stemming: leren dat wordt geassocieerd met een bepaalde interne staat
- overdrachtsgeschikte verwerking: ophalen van informatie gaat beter wanneer dezelfde cognitieve taken betrokken zijn bij het coderen en het ophalen
consolidatie
Proces dat nieuwe herinneringen transformeert van een fragiele staat naar een meer permanente staat.
synaptische vs. systeem consolidatie
Synaptische consolidatie is op neuron level, van de ene naar de andere neuron via de synaps. Hierdoor wordt de connectie tussen neuronen versterkt (neurons that fire together, wire together), wat resulteert in versterking op lage termijn. Systeem consolidatie omvat de reorganisatie van neurale circuits in het brein (interactie tussen systemen). De hippocampus heractiveert de initiële ervaring, verspreid door het brein. Er zijn twee theorieën: standaard consolidatiemodel en multiple trace model.
standaard consolidatiemodel
Het ophalen van het geheugen is afhankelijk van de hippocampus tijdens de consolidatie, maar na de consolidatie is slechts de cortex verantwoordelijk voor het ophalen.
1. herinnering is opgeslagen in hippocampus, gebieden in de cortex hebben bepaalde componenten van de herinnering (visueel, spatial)
2. consolidatie door heractivatie door de hippocampus
3. ervaring staat op zichzelf in de neocortex
(check de mooie tekening)
multiple trace model
Hippocampus is betrokken bij zowel consolidatie als het ophalen van het episodische geheugen, maar niet voor semantisch geheugen.
reconsolidatie
Proces waarbij een herinnering opnieuw wordt geconsolideerd naast het uit het geheugen is opgehaald. Herinnering wordt terug gebracht naar een fragiele staat tijdens het ophalen, waardoor we in staat worden gesteld herinneringen bij te werken, veranderen of vergeten.
basisvormen van leren
Stimulus-respons leren, motorisch leren, perceptuele leren, relationeel leren
stimulus-respons leren
Leren om zich op een bepaalde manier te gedragen als er een bepaalde prikkel aanwezig is. Het gaat om het leggen van verbindingen tussen circuits die betrokken zijn bij de waarneming en de beweging (Pavlov-effect; geconditioneerde respons).