week 2 Flashcards
neuraxis
Denkbeeldige lijn over de lengte van vet czs, die loopt van de onderkant van het ruggenmerg naar de voorkant van de hersenen.
Rostraal/anterieur
Richting de neus en mond/de voorkant
causaal/posterieur
Richting de staart/achterkant
dorsaal
De bovenkant van het hoofd/de rug
ventraal
De onderkant van het hoofd/de buik
inferieur
Onder een ander deel van de hersenen
superieur
Boven een ander deel van de hersenen
lateraal
Richting de zijkant van de hersenen
mediaal
Richting het midden van de hersenen
ipsilateraal
Aan dezelfde kant van het lichaam
contralateraal
Aan de andere kant van het lichaam
proximaal
Naar de hersenen toe
distaal
Van de hersenen af
Doorsnede van het zenuwstelsel
- transversale snede: verdeelt de hersenen in voor- en achterste helften
- parallelle snede: horizontale doorsnede, verdeelt de hersenen in bovenste en onderste helften
- sagittale doorsnede: verdeelt de hersenen in twee symmetrische rechter- en linkerhelften
hersenvliezen
- dura mater: dik en flexibel
- arachnoïde membraan: zacht en sponsachtig
- pia mater: bevat bloedvaten va de hersenen en het ruggenmerg
subarachnoïde ruimte
Gat tussen het arachnoïde membraan en de Pia mater, gevuld met cerebrospinaal vocht.
cerebrospinaal vocht
Beschermt de hersenen door het gewicht te verdelen en schokken te absorberen. Bevind zich in de hersenen in ventrikels. Geproduceerd door de choroïde plexus.
ventrikels
- laterale ventrikels: grootste kamers, verbonden met het derde ventrikel
- cerebrale aquaduct: verbind het derde ventrikel met het vierde ventrikel
superieure sagittale sinus
Bloedvat dat uitmond in de aderen die de hersenen dienen.