Week 6 Flashcards

1
Q

Wat is intervention mapping

A

Een protocol voor besluitvorming bij het proces voor interventieontwikkeling gebaseerd op theorie en empirie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een programmadoelstelling?

A

Als resultaat van de interventie, wat moet er veranderen in het (uiteindelijke doel)gedrag van de doelgroep of wat moet het uiteindelijke resultaat zijn?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een prestatiedoelstelling?

A

Voorbereidend gedrag(ingen) die de doelgroep moet uitvoeren om in staat te zijn het uiteindelijke doelgedrag uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een veranderdoelstelling?

A

Welke (gedrags)determinanten moeten worden veranderd door de interventie teneinde elke prestatiedoelstelling te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn parameters (voor inzet)?

A

Voorwaarden die een interventiestrategie meer of minder effectief maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is stap 1 in intervention mapping en wat gebeurt hier?

A

Het evalueren van behoeften - een overzicht creëren van gewenste programmadoelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is stap 2 in intervention mapping en wat gebeurt hier?

A

Veranderdoelstellingen matrix - het vertalen van gewenste programmadoelstellingen naar concrete prestatiedoelstellingen en veranderingsdoelstellingen. Uiteindelijk krijg je een groot schema (matrix) waarbij je voor al je prestatiedoelstellingen aangeeft wat de veranderingsdoelstellingen zouden kunnen zijn voor dat gedrag. Dit komt voort uit de literatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is stap 3 in intervention mapping en wat gebeurt hier?

A

Theoretische methoden en praktische toepassingen - bruikbare op theorie gebaseerde methoden die zich richten op de relevante determinanten vertaald in praktische strategieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is stap 4 in intervention mapping en wat gebeurt hier?

A

Produceren van interventieprogramma - Interventie ontwikkelen door het combineren van de praktische strategieën uit stap 3. Review en aanpassen van bestaande interventiematerialen, ontwikkelen van nieuwe interventiematerialen en pretesten van de interventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is stap 5 in intervention mapping en wat gebeurt hier?

A

Adoptie en implementatie plan - adoptie wil zeggen dat het veld bereid is om de interventie te implementeren (de interventie te adopteren). Heel belangrijk omdat de impact van een interventie afhangt van zowel effectiviteit als bereik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is stap 6 in intervention mapping en wat gebeurt hier?

A

Evaluatieplan - effectevaluatie van veranderingsdoelstellingen, prestatiedoelstellingen en programmadoelstellingen + procesevaluatie om te kijken wat gebruikers vonden en hoe het proces is verlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de twee typen factoren binnen intervention mapping?

A

gedragsfactoren en omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de intention behaviour gap?

A

De kloof tussen de intentie om bepaald gedrag uit te voeren en het daadwerkelijk uitvoeren van dat gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een oplossing voor de intention behaviour gap?

A

Formuleer concrete doelstellingen over wanneer, waar en hoe je een bepaald doel wil bereiken. Deze doelstellingen moeten haalbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is self efficacy?

A

(perceived behavioural control) - Het vertrouwen dat je hebt in jezelf om bepaald gedrag uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verbeter je self efficacy?

A
  1. Succes van vorige pogingen
  2. stress levels
  3. andere mensen denken dat je het kan en zeggen dit ook
  4. andere mensen hebben al succes gehad (die jij als rolmodel ziet)
17
Q

Welke groepen mensen veroorzaken de intentie-gedrag kloof?

A

Inclined abstainer (ja zeggen, nee doen) en disinclined actors (nee zeggen, ja doen).

(nee zeggen, nee doen = disinclined abstainer, ja zeggen, ja doen = inclined actor)

18
Q

Wat zijn de fases van implementatie intenties?

A
  1. actie planning - het opschrijven van specifieke en gerichte intenties (wanneer, waar en wat + realistisch)
  2. coping planning - schrijf de obstakels op die je verhinderen om de intentie uit te voeren en maak een als-dan plan (als situatie x zich voordoet, dan zal ik het volgende doen:…)
  3. schrijf op waarom je een bepaalde activiteit wil doen (ik zou dit willen doen, omdat… (dan kun je evalueren wat belangrijker voor je is: actieplan of verleiding)
19
Q

Implementatie intenties zijn 3 dingen, namelijk:

A

onmiddelijk (response doet zich sneller voor bij mensen die implementatie intenties hebben geformuleerd)
automatisch (response doet zich voor indien de context (de situatie) de implementatie intentie primed
efficient (response gebaseerd op implementatie intentie vraagt om minder cognitieve inspanning)

20
Q

Wat zijn subliminal primes?

A

Visuals in advertenties die zo snel worden getoond dat het niet mogelijk is om ze bewust te zien.

21
Q

Wat is neuromarketing?

A

Een manier om onbewuste attitudes te meten