Week 6 Flashcards

1
Q

Monaden (Leibniz)

A

Kleine zielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Substraat neuraal

A

Het kan van elk materiaal gemaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Universele Turing Machine

A

Een machine die een andere Turing machine kan imiteren, ongelimiteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AI

A

Een programma dat afging van programmeurs die de machine vertelde wat te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Computational theory of mind (Searle)

A

Wat de geest voor de hersenen is, is software voor de hardware

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Strong Al

A

Een computer met het juiste programma is intelligent en heeft een geest als ons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Weak Al

A

Computers kunnen enkel een geest simuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Artificial Neural Networks (ANN)

A

Een programma dat afhing van training Disembodies = Interactie hebben met de wereld via mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Emobied/enactive cognition

A

Geest kan alleen gecreëerd worden dor interactie met een echte omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly