Nog meer extra Flashcards

1
Q

Binoculaire rivaliteit

A

‘wedstrijd’ tussen de ogen die ontstaat als door middel van een stereoscoop verschillende beelden op de netvliezen van beide ogen wordt geprojecteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bistable perception

A

een perceptueel fenomeen waarbij de observer een onvoorspelbare volgorde van spontane subjectieve veranderingen ervaart. Bijvoorbeeld die danseres die rond draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dorsale visuele stroom

A
  • waar pad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ventrale stroom

A

wat-pad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

embodied cognition

A

cognitie heeft wortels in motorisch gedrag . Vooral nadruk op dat cognitie veelal betekent met een fysiek lichaam navigeren in een omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

enactive consciousness

A

biologische en mentale fenomenen zijn bewust, karakteriseert de identiteit van bewuste wezens op dezelfde manier als de identiteit van levende organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

embedded cognitie

A

intelligentie komt voort uit de interactie tussen het brein, het lichaam en de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

idealisme

A

willen alles tot een geestlijk beginsel herleiden.
Aan alle uiterlijke objecten wordt dus geen zelfstandigheid toegeschreven, terwijl alleen wat de geest is - de ideeën en grondbegrippen - werkelijkheidswaarde heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

interactionisme

A

hier staat de studie van interactie tussen individuen centraal. Verklaart zowel de samenleving als het functioneren en de identiteit van de individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

memetics

A

SUggests dat ideeën, gedrag, vaardigheden worden uitgewisseld tussen mensen door imitatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fenomenaal bewustzijn

A

de eigenlijke beleving van onze ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rubber hand illusion

A

het gevoel dat een rubbere handschoen bij het lichaam hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Turing’s test

A

kan een computer een gesprek met een mens voeren, zo goed dat het mens denkt dat hij of zij een gesprek voert met een ander mens?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly