Week 5 Recht van IO's Flashcards

1
Q

Er zijn verschillende soorten IO’s. Noem de 3 en de tegenovergestelden.

A
  1. Universeel - Niet universeel
  2. Algemeen/politiek (bijv. VN) - Speciaal/functioneel (bijv. SER)
  3. Intergouvermenteel - Supranationaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met supranationaal?

A

Samenwerking waarbij bepaalde bevoegdheden zijn overgedragen aan de organisatie. EU en VN.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is institutioneel/formeel recht binnen het ipr?

A

Al het op het functioneren van de organisatie betrekking hebbend recht. Het regelt o.a.:

De doelstelling van de organisatie
Organen
Bevoegdheden organen
Samenstelling organen
Wijze besluitvorming
Wijze van budgetverkrijging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verkrijgen IO’s bevoegdheden?

A

Enkel door attributie. IO’s hebben enkel die bevoegdheden die hen door hun lidstaten zijn toegekend. Ze kunnen geen eigen bevoegdheden creëren. Er is met andere woorden geen sprake van Kompetenz-Kompetenz. Ze moeten de bevoegdheden toebedeeld krijgen van de lidstaten. Soms staat dit attributiebeginsel opgenomen in het constitutionele verdrag (art. 5 EU verdrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden die bevoegdheden toegekend?

A

Impliciet of expliciet (wordt in verdrag opgenomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reparations for Injuries case? (impliciet)

A

Internationaal Gerechtshof dient vast te stellen of de VN een zodanige rechtspersoonlijkheid bezit dat deze in staat is om op internationaal niveau claims uit te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Implied powers? (impliciet)

A

Impliciet heeft een IO bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor het behoorlijk uitoefenen van het doel / de functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk artikel is een goed voorbeeld van domestic jurisdiction of domaine reserve?

A

Art. 2 lid 7 Hv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem de belangrijkste kenmerken van IO’s.

A

Bezit rp, vrijwillig lidmaatschap, IO is permanent, structuur wordt erkend door alle leden etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IO gebonden aan internationaal publiekrecht?

A

Tot op zekere hoogte, regels niet duidelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is IO aansprakelijk bij schending verplichtingen?

A

Ja, in beginsel wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is IO onderworpen aan nationaal recht van landen waarin zij opereren? Noem de twee uitzonderingen.

A

Ja, het nationale recht moet volledig nageleefd worden. Ze staan niet boven de wet. Uitzonderingen: privileges en immuniteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Besluiten geven inhoud aan de doelstellingen van de IO en kunnen zijn?

A

Bindend en niet bindend. EU neemt vaak bindende besluiten. Bij bindende besluiten moeten de IO’s wel de wens uitspreken om gebonden te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Besluiten kunnen genomen worden bij (3):

A

Bij unanimiteit
Bij gewone of gekwalificeerde meerderheid
Bij consensus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly