Week 5: Emotionele stoornissen en therapie Flashcards

1
Q

Valentie

A

Waarde van een emotie (positief of negatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Arousal

A

Mate waarin er sprake is van lichamelijk geactiveerdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dual threshold anger model

A

Laat de verschillen zien in de uiting van boosheid. Volgens dit model kun je uitgaan van twee drempels:
- De uitingsdrempel
- De gepastheidsdrempel
Emoties zijn adaptief en helpen ons, maar dan moeten ze wel tussen de twee drempels inzitten.
Wanneer je de boosheid niet uit en die onderdrukt wordt (onder de uitingsdrempel), kan dat negatieve gevolgen voor jezelf hebben.
Als je de boosheid zoveel uit dat het wordt gezien als ongepast (boven de gepastheidsdrempel), heeft dit ook negatieve consequenties voor jezelf.
Je kunt dit model ook toepassen bij andere emoties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rogeriaanse counseling

A

person-centered therapie waar weinig directief wordt gedaan. Basis is een open, empathische, luisterende houding om zo ruimte te bieden voor zelf-onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cognitieve gedragstherapie

A

Ombuigen van maladaptieve denk en gedragspatronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emotie-gerichte therapie (EFT)

A

Emoties worden hier vooral geëxploreerd.
Emotie helpt doelen/waarden verhelderen.
Verandering treedt op door een emotie met een andere emotie te vervangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly