Week 3: Individuele verschillen Flashcards
Wat is de algemene emotionele ontwikkeling?
Geboorte –> huilen/walging
Maand 2 = glimlachen
Maand 4-7 = boosheid
Maand 4 = verdriet/angst
Maand 11+= verbazing
Maand 18 = meer sociaalbewust, meer zelf-bewuste emoties zichtbaar
Theory of mind
Het vermogen om jezelf en anderen te begrijpen in termen van mentale toestanden; emoties/verlangens/overtuigingen. Cruciaal belang voor de sociale-emotionele ontwikkeling. Ontwikkelt zich zo tussen het 3e en 6e jaar. We zien dan een toename in pro-sociale emoties in kinderen.
Alexithymie
Het ontbreken van het vermogen om de eigen emoties te herkennen
Kenmerken van basisemoties
- Afzonderlijke subjectieve of fenomenologische kwaliteit
- Specifiek, aangeboren neuraal substraat
- Karakteristieke gezichtsuitdrukking/neuro-musculair expressief patroon
- Onafhankelijk van taal en cultuur
- Vertoond door blinde en dove kinderen
Wanneer ontstaat zelf-bewuste emoties?
Vanaf dat kinderen zichzelf in de spiegel herkennen
Affectief-cognitieve structuren
Beïnvloeden emotionele informatieverwerking en gedrag, wat ten grondslag ligt aan individuele verschillen in emoties.
Zo vormt temperament op jonge leeftijd een vooroordeel in mensen, dat gebruikt wordt om structuur te geven aan het leven. GEnetische aanleg zorgt voor 30-50% van ons temperament.
Social Relations Model
Hiermee stelt DAvid Kenny vast in hoeverre individuen dezelfde of verschillende reacties van hun omgeving krijgen op emoties.
- actor effect; mate waarin individuen dezelfde emoties uiten naar andere familieleden
- partner-effect; de mate waarin individuen dezelfde emoties uitlokken bij andere familieleden.
Emotiecontagie
Een kind kan dezelfde emotie produceren als de mensen die hem observeren
Veilige hechting
Baby raakt van streek als moeder weggaat, maar kan worden getroost als zij terugkeert
Ambivalente gehechtheid
De baby wil dicht bij de moeder zijn als zij terugkeert, maar is ontroostbaar en verzet zich
Vermijdende hechting
Baby heeft geen aandacht voor moeder als zij terugkomt
Gedesorganiseerde gehechtheidsstijl
Een baby reageert gedesoriënteerd en met tegenstrijdig gedrag als de moeder terugkeert
Intern werkmodel
Mentale set van overtuigingen waarin men verwachtingen heeft over een intieme relatie.
Gehechtheidsstijlen bij volwassenen
-Autonome gehechtheid: evenwichtig en objectief praten over de kindertijd
-Gepreoccupeerde gehechtheid: praten over het verleden op een onsamenhangende manier en lijken nog steeds van streek door jeugdherinneringen
-Verwerpen gehechtheid: tonen weinig emotie en nemen afstand van hun verleden
Mind-mindedness
Ouder ziet het kind als een persoon met eigen wensen, gedachten en bedoelingen.