Week 4: Biologische processen Flashcards

1
Q

Wat is het uitgangspunt van het cognitief emotiemodel?

A

Het gaat er niet om de gebeurtenis op zich die een emotie veroorzaakt, maar dat appraisal van belang is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk zenuwstelsel ligt ten grondslag aan de vecht-vluchtreactie en welke aan ontspanning?

A

Vecht-vlucht reactie = sympathisch zenuwstelsel
Ontspanning = parasympathisch zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Delen parasympathische zenuwstelsel

A
  • Dorsale deel van de hersenen = primitieve functie
  • VEntrale deel = heeft te maken met positieve, sociale emoties die allen bij zoogdieren voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Drie niveaus van het autonome zenuwstelsel

A
  • Dorsaal vagaal complex = Regelt spijsverteringsprocessen en de immobilisatierespons die optreedt wanneer ze worden aangevallen
  • Sympatisch zenuwstelsel = controleert de vecht-vlucht reactie
  • Ventraal vagaal complex = Komt alleen voor bij zoogdieren en regelt de werking van de gezichtsspieren. Dit staat onder controle van de nervus vagus!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het vagale systeem?

A

De activering van de nervus vagus.
Het vagale systeem is de aansturing van de hersenen naar het hart: het geeft aan of het hart sneller of langzamer moet pompen.
Mensen met een verhoogd vagale systeem hebben over het algemeen: meer positieve emoties / betere resultaten op taken die uitvoerende functies omvatten / meer plezier in sociale interacties / minder negatieve emoties tijdens stressvolle taken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het onderliggende idee van dat cognitieve processen gerelateerd zijn aan emoties?

A

Belichaming = niet alleen bewuste ervaringen zijn geworteld in lichamelijke reacties, maar ook emoties, gedachten en sociaal gedrag.
Bewijs hiervoor: somatic marker hypothese =stelt dat informatie van het lichaam nodig is om gedrag vorm te geven. Fysiologische reacties zijn gekoppeld aan bepaalde emotionele gebeurtenissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het limbisch systeem

A

Een emotioneel systeem dat bij zoogdieren is ontwikkeld. Staat in direct contact met de hypothalamus, die op zijn beurt het autonome zenuwstelsel aanstuur en via de hypofyse het hormonale systeem van het lichaam regelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat staat centraal in het limbisch systeem?

A

De amygdala, die weerspiegelt de emotionele betekenis van gebeurtenissen. De amygdala speelt een rol in dit proces omdat hij zorgt voor automatische evaluatie. De amygdala is vooral actief bij negatieve emoties zoals angst en woede, maar ook bij positieve emoties vertoont hij activatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat speelt een rol bij beloningen?

A

De ventromediale prefrontale cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dopamineactiviteit

A

Speelt een rol in het principe van willen en houden van, vooral het willen-gedeelte. Dopamine-activiteit zorgt voor motivatie om beloningen te benaderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Opiaten

A

Spelen een rol bij het ervaren van genot. Ze spelen een rol bij genieten en komen vrij bij aanraking en seksuele activiteit en spelen een rol bij het ervaren van plezier met beloningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De cortex

A

Remt primitief gedrag van individuen. De cortex bloijkt ook een belangrijke rol te spelen bij empathie. Eén vorm van empathie is de theory of mind = begrijpen van andermans mentale toestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly