Week 5 Flashcards
Wat zijn indicaties om een CT aan te vragen?
- recidief metastase
- respons metastasen op therapie
- complicaties
- CT geleide punctie voor PA
- virtuele colonografie
Wat moet je bij de patiënt altijd checken voorafgaand bij het maken van een CT scan?
- nierfunctie ivm jodium
- jodium allergie
Wanneer wordt contrast gegeven bij het maken van een CT-scan?
- blanco: concrementen, lithiase (stenen)
- arterieel na 30 sec
- veneus na 80 sec
- excretie na paar minuten: urinewegen
Wat is de densiteit van een benigne/cyste?
tussen de 0-10, staat gelijk aan die van water
Wat betekent de TNM-classificatie?
de M heeft ook nog afzonderlijke opdelingen, benoem deze.
T(umour): evaluatie uitgebreidheid primaire tumor
N(dus): pathologische lymfeklieren
M(etastasis): metastase
Mx: niet te beoordelen/ niet bekend
M0: geen metastasen
M1: afstandsmetastase
Wat meet je met een PET-CT?
suiker opname, tumor gebruikt veel suiker dus daarmee kun je tumoren goed zien.
wanneer noemen we het een pathologische klier?
als de gemeten diameter van de kortste as meer als een CM is
wat is het nut van RECIST?
je kunt alle radiologische beelden een cijfer koppelen
- aantal laesies
- metingen pathologische lymfomen
- betere definiëring ziekteprogressie
- detectie nieuwe laesies /PET
Hoe meten we tumoren en hoe meten we pathologische klieren?
tumoren: meten we in de lengte
klieren: meten we de kortste as
Wat wordt bedoeld met de term NADIR?
Dat is het moment waarop het het beste met de patiënt gaat.
Wat is de werking van formaline oplossing?
- Weefsel degradeert dmv enzymen (autolyse) en door inwerking microben. Formaline stopt dit
- weefsel zonder fixatie is te zacht om heel dun te snijden; formaline crosslinkt eiwitten zodat het weefsel hard wordt.
Op welke manieren kunnen we weefsel verkrijgen?
- aspiratie / Smears (FNA: fine needle aspiration)
- vriescoupe –> spoed
- biopt
- incisie / Excisie
- resectie: operatieve verwijdering door snijdend specialist –> vaak grotere preparaten die bewerking vereist.
benoem de verschillende stadium kanker T1 t/m 4, N0 en N3
T1: slijmlaag/oppervlakkig
T2/T3: alles tussen T1/T4
T4: ingroei omliggend orgaan
N0: geen lymfekliermetastasen
N3: heel veel lymfekliermetastasen
benoem de lymfklier stagering bij TNM voor de mama
pN0: no metastasis
pN1: micrometastasis or 1-3 positive nodes
pN2: 4-9 postive nodes
pN3: 10 or more
ieder kanker heeft zijn eigen onderzoek, benoem deze van darmkanker, slokdarmkanker en melanoom.
darmkanker:
1. endoscopie
2. biopsie
3. CT(M)
slokdarmkanker:
1. gastroscopie
2. EUS (TN stadium)
3. PET-CT (M stadium)
melanoom:
1. lichamelijk onderzoek
2. diagnostische excisie
3. PET-CT (M stadium)
Waar bestaat de extracellulaire matrix uit?
- basaalmembraan
- interstitiele matrix
benoem de functie van onderstaande verbindingen en geef aan waarbij zij een verbinding aangaan.
tight junctions
adherens junctions
desmosome
gap junction
hemidesmosome
tight junctions: zijn afsluitend
adherens junctions: heten ook adresion belt of belt desmosomes via actine.
desmosomen: intermediare filamenten (keratine)
gap junction: kanalen
hemidesmosen: verbinding tussen cel en basaalmembraan.
Hoe word het stofje aan de binnenkant van de desmosomen genoemd en wat is hier precies de functie van?
E-cadherine