week 4 Flashcards
waarom maakt het beenmerg soms rode bloedcellen en soms witte bloedcellen?
dit komt door specifieke groeifactoren
- epo –> rode bloedcellen
- G-CSF –> granulocyten
- Thrombopoietine –> trombocyten (bloedplaatjes)
signalen van de groeifactoren zorgen voor het ‘aan’ en ‘uit’ zetten van bepaalde genen waardoor bepaalde soorten cellen gevormd worden.
wat veroorzaakt het FLT3-ITD receptoreiwit? hoe wordt dit behandeld?
spontane celdeling van AML (acute meoloide leukemie) cellen
doormiddel van chemotherapie en small molecules therapie
benoem de signaaltransactie van G-CSF
cross jak wordt in werking gezet nadat het een signaal ontvangt van G-CSF (groeifactor)
wat veroorzaakt een CSF3R mutatie?
chronische neutrofiele leukemie, jak wordt door de mutatie spontaan geactiveerd.
noem de drie vormen van myeloproliferatieve neoplassen MPN
- essentieel trombocytose: teveel bloedplaatjes
- polycythemia vera: teveel rode bloedcellen
- primaire myelofibrose: overvloedige fibrose in het beenmerg
benoem de somatische problemen die ontstaan bij MPN
- thrombose
- bloedingen –> door te veel bloedplaatjes wordt er meer von willebrandfactor opgenomen.
- ziekte progressie
Wat is de levensverwachting van de volgende ziektes
- ET
- PV
- MF
ET: conform levensverwachtingen leeftijdsgenoten indien behandeld
PV: verkort, maar tientallen jaren
MF: sterk verkort, gemiddeld 7 jaar overleving
Wat is de behandeling tegen MPN (myeloproliferatieve neoplasmata)?
- plaatjes aggregatie remming
- Evt. plaatjes reductie m.v.b.
- stamceltransplantatie
- aderlaten bij PV
Wat is de functie van GAP en van GEF op het RAS?
wat gebeurd er als er een mutatie in het RAS zit?
GAP zorgt ervoor dat actief RAS wordt geïnactiveerd –> initiatie GTP omzetten in GDP
GEF: zorgt ervoor dat GDP wordt omgezet in GTP –> groeifactorsignaal waardoor het ras actief wordt.
mutatie in het RAS zorgt ervoor dat het RAS niet uitgezet wordt
Welke hematologische maligniteiten kunnen gekoppeld worden aan mutaties/storingen in receptor functie?
- acute myeloid leukemie (AML)
- chronische myeloide leukemie (CML)
- acute lymfoblastaire leukemie (ALL)
- chronische neutrofiele leukemie (CNL)
- acute myeloid leukemie (AML) –> FLT3 receptor
- chronische myeloide leukemie (CML) –> Abl tyrosine-kinase (BCR-ABL)
- acute lymfoblastaire leukemie (ALL) –> IL-7 receptor, JAK2
- chronische neutrofiele leukemie (CNL) –> G-CSF receptor
Waar dient calreticuline voor?
- zorgt voor transport van eiwitten vanuit het ER naar verschillende organellen in het celmembraan
- kwaliteitsconrole (is vanaf begin van geboorte actief)
wat hoort bij tyrosine kinase of serine-threonine kinase?
wat hoort bij tyrosine phosphatase of serine-threonine phosphatase?
kinase = fosforylering
phosphatase = defosforylering
Wat zijn paneth-cellen?
deze cellen produceren lysozymen, wat een antimicrobiele werking heeft. zorgt er ook voor dat de stamcel ook de stamcel kan blijven.
Wat doet WNT pathway in de darmen?
de regulatie van delende stamcellen, een stamcel die voortreist en een stamcel die stamcel blijft. –> niches zijn verantwoordelijk voor het WNT signaal.
wat zijn niches in de darmen?
De niche bestaat uit 8-10 cellen, waaronder stamcellen en supporter cellen.
Wat is de effector van het WNT-pathway?
B-catenine, door mutatie in het APC kan B-catenine niet meer worden afgebroken waardoor er geen remming meer is. –> kanker.
Hoelang duurt het voor ongeveer voordat darmkanker met als mutatie APC of B-catenine zich volledig ontwikkeld heeft?
gemiddeld 17 jaar
hoeveel hits zijn nodig om darmkanker te ontwikkelen?
3-5
Wat gebeurt er wanneer er een mutatie zit in het P53 gen?
Wat is de invloed van MDM2 op het P53 gen?
kan de kans op blaaskanker veroorzaken. Dit is een tumorsupressor gen, mutaties inactiveren de functie
MDM2 zorgt voor de afbraak van P53, dit kan dus gezien worden als een oncogen. Moet geactiveerd worden om tumorsupressor P53 te remmen.
Waar kun je enhancers vinden van een gen?
wat is een enhancer
- upstream van het gen (ver voor de promotor)
- aan het einde van het gen
- in een intron
Enhancers zijn stukjes DNA die een belangrijke rol spelen in de regulatie van genexpressie. Ze kunnen de transcriptie (het overschrijven van DNA naar RNA) van een gen versterken, en zorgen ervoor dat een bepaald gen op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid wordt uitgedrukt
Wat is een nonsense mutatie?
een puntmutatie waardoor een stopcodon ontstaat –> lengte mRNA veranderd niet.
benoem de moleculaire genetische technieken:
analyse van DNA:
analyse van RNA:
analyse van eiwitten:
analyse van DNA: FISH, PCR, sequencing
analyse van RNA: RNA blot, RT-PCR
analyse van eiwitten: westernblot, immunokleuring