Week 5 Flashcards
Wanneer ben je Btw-ondernemer?
- Ieder
- Natuurlijke personen
- Rechtspersonen - Bedrijf (=economische activiteit)
- Duurzame activiteit (geen incidentele handelingen)
- Deelname aan het economische verkeer (deelnemen aan de markt)
- Streven naar het verkrijgen van opbrengsten (geen winstoogmerk) - Zelfstandig (geen werknemer)
Belastbare prestaties
Levering van goederen en diensten, door een als zodanig handelt ondernemer, onder bezwarende titel (je krijgt een tegenprestatie terug, geld, dus doet het niet als je hier geen geld voor zou krijgen, zoals orgel)
Verboden prestaties
· Ook illegale leveringen en diensten zijn belast voor de btw, met uitzondering van leveringen waarvoor in de EU een volstrekt verhandelingsverbod geldt
> Voorbeeld: hard- en softdrugs
· Volgens vaste rechtspraak van het HvJ EU is bij volstrekt verboden prestaties géén sprake van deelname aan het economische verkeer
· Er is dus géén legale (wél belaste) sector waarmee in concurrentie wordt getreden
Vrijstellingen belastingheffing
(art. 11 Wet OB)
> Voorbeelden
- Medische prestaties
Onderwijs
- Verzekerings- en financiële diensten
- Componisten, schrijvers en journalisten
- Onroerende zaken
Geen btw verschuldigd, maar mag je ook geen voorbelasting aftrekken
Pro rata-aftrek
Een ondernemer die zowel belaste als vrijgestelde prestaties heeft, moet de voorbelasting (inkoop-btw) splitsen in een aftrekbaar en niet aftrekbaar deel.
Aftrekbaar deel = voorbelasting (inkoop x btw) x belaste omzet : (belaste + vrijgestelde omzet)
EU-bandbreedtes tarieven
- Algemeen tarief minimaal 15%
- Maximaal twee verlaagde tarieven van minimaal 5%
- Maximaal twee superverlaagde tarieven (0%-5%)
Aanvang en einde belastingplicht
Aanvang: objectief voornemen en investeringshandelingen
Einde: laatste liquiditeitshandeling
Aftrek van voorbelasting
Ondernemer heeft recht op aftrek van de btw (art. 2 jo. Art. 15 lid 1 Wet OB):
- Hem door andere ondernemers in rekening wordt gebracht
- Ter zake van levering van goederen en diensten
- Op een voorgeschreven wijze opgemaakte factuur
> - Factuur verplicht bij prestaties (art. 34c lid 1 en onder a Wet OB)
-> Vereisten factuur: art. 35a lid 1 Wet OB
- Vereenvoudigde factuur: toegestaan bij facturen kleiner of gelijk aan 100 euro (art. 34d lid 1 en onder a Wet OB)
-> Vereisten vereenvoudigde factuur: art. 35a lid 2 Wet OB
Kleineondernemersregeling (art. 25 Wet OB):
- Ondernemer
- Omzet kleiner of gelijk aan 20.000 euro per jaar
- Keuze staat vast voor 3 jaar, tenzij omzetgrens wordt overgeschreven
> Gevolgen:
- Ondernemer is geen btw verschuldigd (voor vrijgestelde prestaties)
- Ondernemer kan ook geen voorbelasting in aftrek brengen
Samengestelde prestaties
In beginsel splitsen -> iedere levering of dienst volgt eigen btw-regime (als je alle producten ook apart zou kunnen kopen)
Tenzij prestaties - vanuit de gewone mens bezien - in elkaar opgaan, door:
- Absorptie (A + B = A) -> als er één primair ding is en de rest bijkomstig is
- Sui generis (A + B = C) -> wanneer de combinatie als losse prestaties samen een nieuwe prestatie vormen
Hoeveel btw over 2024 op aangifte moet je voldoen aan de Belastingdienst?
Btw die hij heeft betaald over leveringen van goederen door andere ondernemers dan hem
Gegeven exclusief btw% x winst
Voorbelasting: gegeven exclusief btw% x inkoopprijs bij andere ondernemer
Te betalen belasting: eerste bedrag - voorbelasting
Als je vergeten bent btw in rekening te brengen, hoeveel btw moet je dan op aangifte voldoen aan de Belastingdienst?
wanneer je geen btw in rekening brengt, betekent dit dat de verkoopprijs inclusief btw is. Om te berekenen hoeveel btw je alsnog moet voldoen, moet je de btw uit de verkoopprijs halen;
btw = (verkoopprijs incl. btw x btw tarief (geen percentage)) : (100 + btw tarief (alleen het getal, percentage weglaten).
Prijs inclusief btw
normale prijs x btw percentage en dit bedrag + normale prijs
Als iets zowel vrijgesteld als belast is, hoeveel voorbelasting mag je dan in aftrek brengen?
Aftrekbare voorbelasting = voorbelasting x belaste omzet : (belaste + vrijgestelde omzet)
> of voorbelasting x verhouding belaste omzet tot de totale omzet