Week 1 Flashcards
Subject
degene van wie belasting wordt geheven (natuurlijk persoon, BV)
Object
grootheid waarover belasting wordt geheven (belastbaar inkomen, honden)
3 functies van belastingheffing
- Budgettaire functie: overheidsuitgaven financieren
- Herverdelende functie: sociale ongelijkheid tegengaan
- Instrumentele functie: gedrag beïnvloeden; doel naast budgettaire functie
3 fiscale verdelingsbeginselen
- Draagkrachtbeginsel (ability-to-pay): hoe meer draagkracht, hoe meer belasting je betaald
- Profijtbeginsel: hoe meer profijt van publieke voorzieningen, hoe meer belasting je betaald
- Buitenkansbeginsel: hoe meer meevallers, hoe meer belasting je betaald (kansspelbelasting, erf- en schenkbelasting)
Uit welke onderdelen bestaan heffingen?
Heffingen worden onderverdeeld in belastingen en retributies, en belastingen kunnen verder onderverdeeld worden in (algemene) belastingen en bestemmingsheffingen
Heffingen
Verplichte betalingen aan overheid op grond van algemene regels
Belastingen
Heffingen staan niet tegenover individuele tegenprestatie
(Algemene) belastingen
- Opbrengsten zijn vrij besteedbaar (niet bepaald waar opbrengsten naartoe gaan)
- Niet gebaseerd op onderliggende kosten
Bestemmingsheffingen
- Opbrengsten zijn voor specifieke overheidstaak
- Onderliggende kosten in combinatie met profijtbeginsel
Retributies
- Heffingen staan tegenover individuele tegenprestatie (je krijgt een recht)
- Winstverbod
Arbeidskorting berekenen
Art. 8.11 Wet IB = kijken bij welk bedrag (a-d) het arbeidsinkomen hoort. (arbeidsinkomen - dat bedrag [meer bedraagt dan…]) x bijbehorend % + bedrag (niet meer dan…) uit vorig lid.
Stijging belasting berekenen naar aanleiding van loonsverhoging
Art. 2.10 Wet IB = losse loonsverhoging x % van schijf waar je inzit met dat nieuwe bedrag
-> kan ook oud arbeidsinkomen x % - nieuw arbeidsinkomen x %
Invloed loonsverhoging op hoogte algemene heffingskorting
Art. 8.10 Wet IB = % x losse loonsverhoging
-> Bij loonsverhoging is altijd een daling van de algemene heffingskorting en andersom
Invloed loonsverhoging op hoogte arbeidskorting
Art. 8.11 Wet IB = % waar inkomen bijhoort x losse loonsverhoging
-> Bij loonsverhoging is er een stijging van de arbeidskorting en andersom
Marginale belastingdruk over loonsverhoging
Extra verschuldigde belasting : extra inkomen uit werk en woning x 100%
Extra verschuldigde belasting = Art. 2.10 Wet IB; % x losse loonsverhoging + (want extra inkomen, dus heffingskorting daalt) art. 8.10 Wet IB; % x losse loonsverhoging - (want extra inkomen, dus arbeidskorting stijgt) art. 8.11 Wet IB; % x losse loonsverhoging