Week 4 - Hellenistische Wereld Flashcards

1
Q

Hoe groot was de Hellenistische wereld ongeveerd?

A

Ongeveer de grootte van het Perzische rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met wat begon het hellenisme?

A

De veroveringen van Alexander de Grote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom downsizen historici tegenwoordig de overwinningen van Alexander?

A

In principe hoefde hij maar twee koningen te verslaan. Toen hij de Perzische koning had verslagen had hij al bijna heel zijn rijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Einde hellenisme

A

Dood van Cleopatra VII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke rijken bleven er over na het hellenistische rijk

A

Macedonische rijken (seleuciden, antiochen en ptolemeeen), Maurya-rijk (India, boedhisme) en Carthaagse Rijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was de Hellenistische wereld?

A

Temporeel: 350 (Alexander) tot 0 (Cleopatra III)
Geografisch: Middellandse Zee tot Himalaya

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom was er in de Hellenistische periode spraak van meer globalisering?

A

> er meer intensief contact
Mensen merkten ook dat ze meer cultuurcontact hadden merk je aan de literatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat waren belangrijke ontwikkelingen in de Hellenistische tijd?

A

> ontstaan zijderoute over land en zee
vestiging Romeinse Rijk
vereniging van China
eerste stepperijken in binnen-Azie
ontwikkeling van het Judaïsme en Boedhisme
bloeitijd griekse polis
verspreiding van de Griekse cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Alexander de Grote veroverde in korte tijd het
hele Perzische Rijk. Wat deed hij na afloop van de
strijd om het veroverde gebied te consolideren en
de bevolking blijvend aan zich te binden? Was dit
een succesvolle politiek? Licht toe waarom
Alexanders politiek al dan niet succesvol was.

A
  • Hij was tolerant voor lokale tradities en cultuur: hij probeerde niet de Griekse cultuur op te leggen, maar behield bestaande culturen. Sommige mensen zagen hem daardoor als bevrijder in plaat van als onderdrukker
  • Hij behield lokale administratie: hij liet lokale bestuurders aan de macht en behield administratieve structuren.
  • Gemengde huwelijken en culturele uitwisseling: hij moedigde gemengde huwelijken aan. Dit verminderde spanningen tussen verschillende culturen.
  • Nieuwe steden als Griekse centra en bestuur over veroverde gebieden.

Op korte termijn was het succesvol want hij wist in korte tijd een groot rijk te krijgen. Maar Alexander ging snel dood en daarna viel het rijk uiteen en ontstonden er conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het handboek benadrukt de culturele
diversiteit van de vele steden in de Hellenistische
imperia, met name in het Seleucidische Rijk. Was
het imperialisme van deze Macedonische
dynastie goed of slecht voor de steden in het rijk?

A

Positief:
* Culturele verspreiding: verspreiding van Griekse cultuur, taal en kunst. Veel steden ontwikkelden als centra van wetenschap, filosofie en kunst. Er vond een culturele uitwisseling plaats tussen Griekse en Oosterse cultuur.
* Economische voordelen: handelsroutes werden geopend en gestimuleerd. Dit zorgde voor economische groei van steden.
* Stedelijke ontwikkeling: Macedonische heersers investeerden in infrastructuur wat de levenskwaliteit verbeterden.

Negatief:
* Belasting en uitbuiting: zware belasting aan steden om expansie en luxe leven van elite te financieren. Leidde tot ontevredenheid
* Politieke instabiliteit: opvolging van heersers was gewelddadig en onstabiel. Dit kon steden destabiliseren en economische activiteit verstoren.
* Culturele assimilatie: sommigen voelden zich gedwongen om zich aan te passen aan. Leidde tot spanningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hellenisme is..

A

versmelting van Griekse cultuur met niet-Griekse cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is de term klassieke periode problematisch:

A

op klassiek kan alleen maar verval volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is de term hybride culturen problematisch?

A

idee dat er geen pure culturen kunnen bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is hellenisme problematisch?

A

Veronderstelt de superioritei van Griekse cultuur em gaat er onterecht vanuit dat Griekse europees is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de diadochenoorlog?

A

oorlog na Alexander tussen zijn opvolgens: Sleucidem, Ptolemaeen en Antichoniden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het handboek stelt dat er in de Hellenistische
periode twee verschillende Isisculten naast
elkaar bestonden. Welke twee waren dat, en wat
is het verschil?

A
  1. Isis als Egyptische godin: zoals oorspronkelijk in de Egyptische mythologie.
  2. Isis als syncretische Hellenistische godin: Isis met elementen uit de Griekse mythologie en religie.
17
Q

Volgens het handboek was er na de val de Macedonische rijken meer doorwerking van
Hellenistische cultuur in het westen dan in het oosten. Hoe komt dat?

A
  • Alexander had de Griekse cultuur beter over kunnen brengen naar Klein-Azië en Egypte dan naar het Perzische rijk en Oost Azië. Hierdoor bleef de cultuur hier logisch beter hangen.
  • De culturen van de onderworpen volken waren heel divers en het was daarom moeilijk om culturen volledig te assimileren.
  • Romeinse rijk nam heel veel culturen aspecten van de Grieken over. Hierdoor was de Griekse cultuur in het westen meer dominant.
  • De vele havens en daarmee handels- en culturele knooppunten in het westen zorgden ervoor dat cultuur makkelijker kon worden overgedragen in het westen dan in het oosten.
18
Q

Hoe betrouwbaar zijn de teksten van Ariannus over de muiterij in Hyphasis?

A

Hoewel Arrianus zijn werk enkele eeuwen na de gebeurtenissen schreef, baseerde hij zich op oudere bronnen en getuigenissen, waaronder werken van eerdere historici zoals Ptolemaeus en Aristobulus, die directe deelnemers aan de campagnes van Alexander waren. Hierdoor wordt zijn werk vaak beschouwd als een waardevolle bron voor historici en geleerden die geïnteresseerd zijn in het begrijpen van Alexander de Grote en zijn prestaties.

19
Q

hellenistische tijd

A

Periode tussen Alexander de Grote en de ondergang van het laatste hellenistische rijk: Ptolemeïsch Egypte, ca. 330-30 v.Chr.

20
Q

slag bij Gaugamela

A

Veldslag tussen de legers van Alexander de Grote en Darius III bij het dorpje Gaugamela in Noord-Irak (331 v.Chr.). Darius werd verslagen en vluchtte. Cruciale slag in de val van het Perzische rijk.

21
Q

Antigonus de Eenogige

A

De ‘strateeg van Azië’, die probeerde de enige opvolger te worden van Alexander de Grote. Sneuvelde in 301 bij Ipsus.

22
Q

Polybius

A

Griekse geschiedschrijver uit Megalopolis (Achaeïsche bond), die in 167 als gijzelaar naar Rome werd gebracht. Hij verklaarde het succes van Rome door zijn ‘gemengde constitutie’.

23
Q

Volgorde van veroveringen van Alexander

A
  1. Griekse steden aan de west-kust van Klein-Azië 334 vchr.
  2. Fenicische steden
  3. Issus: Darius vlucht 333 vchr.
  4. Egypte 332 vchr. Werd in Egypte gezien als farao en stichtte Alexandrië
  5. Gaugamela: Darius vlucht
  6. Babylonië/centrum Perzische rijk: Susa en Persepolis
  7. Bactrië
24
Q

Hoe viel hij na de slag bij Bactrie goed in de smaak bij de Achaemenidem?

A

> gaf een volwaardige begrafenis voor Darius
trouwde met Roxane, plaatselijke prinses, uit goodwill
liet veel van het perzische rijk zoals het was.

25
Q

Waarom viel het rijk uiteen en wie volgden Alexander op?

A

Er was geen duidelijke opvolger. Hieruit volde de diadochenoorlog. Hoewel Alexander een zoon had kwam de macht in handen van Macedonische generaals waarvan Antigonus de Eenogige uiteindelijk de macht over Azië had. Seleuces (satraap Babylonië) en Ptolemaeus (satraap Egypte) versloegen Antigonus. Antigonus behield macht in de Levant en Klein-Azië door zich te profileren als de redder van de Griekse steden.

26
Q

Wat is er fout aan het idee dat de staatsinrichting met stadsstaten werd vervangen door grote monarchale rijken?

A

Dit klopt niet omdat rijken die in de hellenistische wereld monarchaal werden bestuurd, werden hiervoor ook al op deze manier bestuurd. Stadsstaten bleven in Griekenland deze meest dominante staatsvorm.

27
Q

Welke nieuwe ontwikkelingen vonden plaats tijdens de Hellenistische tijd?

A
  1. stadsstaten speelde internationaal geen grote rol meer
  2. in griekenland gingen bonden in plaats van steden een grote rol spelen
  3. er werden veel nieuwe griekse steden in het oosten gesticht.
    De steden kregen een bijzondere positie binnen het rijk en koningen steunden de vrijheid en autonomie van deze steden
28
Q

Wat hield de ambivalente houding jegens steden van koningen in de hellenistische tijd in?

A

Aan de ene kant zelfbestuur, tempels verfraaid en gebouwd, rechtgesproken volgens inheemse gebruiken en de ze bezaten net als Griekse steden grond. Aan de andere kant konden de steden geen hoofdrol opeisen

29
Q

Overeenkomsten van de rijken bestuurlijk gezien

A

Overal monarchaal met een steeds meer absoluut karakter

30
Q

Verschil van de rijken bestuurlijk gezien

A

In Egypte en Klein-Azië werden in tegenstelling tot Macedonië de rijken bestuurd door uithemen.

31
Q

Economie en maatschappij in Griekenland

A

De welvaart van de Griekse steden nam verder af. Grotere kloof tussen arm en rijk. Werd in de tijd van het romeinse rijk bestuurd door hen in de vorm van een oligarchie

32
Q

Economie en maatschappij in het Nabije Oosten

A

Veranderde niet veel met de komst van Alexander. Er werd voortgebouwd op de structuren die al gelegd waren door de Perzen.

33
Q

Vernieuwingen op het gebied van economie en maatschapij

A

Introductie van muntgeld, grieks werd de voornaamste administratieve taal, de vele oorlogen en conflicten zorgde voor een schommelende economie.

34
Q
A