Week 3 - Klassiek Griekenland Flashcards

1
Q

Groei van het Perzische rijk

A

Cyrus breidt rijk uit vanuit Persia. Hij neemt gebieden in Mesopotamië, Lydië, Egypte, Balkan, Zwarte Zee en Centraal Azië over. uiteindelijk komt hij ook bij de Griekse stadsstaten in Anatolië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom had het perzische rijk zoveel succes?

A

Goede communicatie. Ze hadden vanuit Susa een Communicatielijn helemaal naar Anatolië van een stenen weg met verversposten waardoor ze heel snel van de ene stad naar de andere konden komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren de gevolgen van het besluit van Kleisthenes dat arme burgers de vloot in moesten?

A

Arme burgers werden heel machtig. De vloot was heel belangrijk voor Athene, dus als de arme burgers en daarmee de vloot het er niet mee eens was, konden besluiten niet worden gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

conflicten tussen Grieken en Perzen

A

500-450

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verloop van de Perzische oorlogen

A

500: Ionische steden in opstand. Hard neergeslagen door Darius en stuurt leger naar Athene
490: slag bij Marathon. Grieken winnen door de falanx. Perzen varen naar Plataea maar verliezen opnieuw.
484: Themistocles vind zilverader en bouwt onder andere een grote vloot (omdat hieraan veel werk was was dit goed voor de economie)
480: slag bij thermopylae. verlies van Grieken en dood van veel spartanen
480: Perzen naar Athene en de stad afgebrand
479: slag bij Plataea, gewonnen door Grieken en einde 2e Perzische oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat waren gevolgen van de Perzische oorlogen?

A

> oprichting van Dellisch-Attische Zeebond
nieuwe machtsbalans: Athene en Sparta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie waren nu de eindverantwoordelijke in de volksvergadering

A

Demos met als leider Pericles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was opvallend aan het leiderschap van Pericles?

A

Lang aan het hoofd, en nooit geostraceerd in tegenstelling tot andere voorgaande leiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe verliep de Pelopenesische oorlog?

A

431: oorlog begint (beschreven door Thucydides)
430: Pestepidemie in Athene door ophoping van mensen en dieren
429: Pericles sterft aan pest waardoor er populistische leiders de macht krijgen in Athene
415: Atheense expeditie naar Sicilië gaat grandioos fout. De vloot wordt vernietigd.
421: Vrede van Nicais
404: Sparta enig overgebleven supermacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

403-350 in Griekenland:

A

> Sparta verliest hegemonie door Thebanen
Athene werd weer een nieuwe macht
Opkomst Macedonië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De bloei van Athene

A

> Democratisering
vondst zilverader
handel
meer werkgelegenheid in bijvoorbeeld de vloot en andere bouwprojecten
theater was een teken van culturele bloei
vloot maakt athene heel machtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verval van Athene door:

A

> expeditie naar Sicilië
Pestepidemie
Rommelingen binnen de Dellisch-Attische Zeebond
Coup door oligarchen
Opkomst nieuwe machten zoals de Macedoniërs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Metoiken

A

mensen gevestigd in Athene zonder burgerrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Miltiades

A

Atheense aanvoerder in de slag bij Marathon tegen het Perzische invasieleger (490 v.Chr.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leonidas

A

Koning van Sparta, die zich in 480 v.Chr. bij Thermopylae doodvocht tegen het Perzische invasieleger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cimon

A

Atheense strateeg die sympathiseerde met Sparta. Kwam Sparta te hulp in de opstand van de heloten, maar werd door Sparta weer teruggestuurd. Dit leidde tot oorlog met Sparta (461-446).

17
Q

Alcibiades

A

Atheense strateeg die overliep naar Sparta in de Peloponnesische oorlog (415). Vandaar vluchtte hij naar Perzië, maar hij keerde weer terug naar Athene in 411, om de oligarchische staatsgreep te stoppen.

18
Q

Philippus II

A

Koning van Macedonië (359-336 v.Chr.), breidde zijn macht over Griekenland uit door een Thebaans/Atheens leger bij Chaeronea te verslaan (338). Werd ‘hēgemōn’ in de Korinthische bond (337).

19
Q

Chaeronea

A

Stadje in Midden-Griekenland (Boeotië), waar Philippus II van Macedonië in 338 v.Chr. een Thebaans/Atheens leger versloeg en zo de hegemonie in Griekenland kreeg.

20
Q

Korinthische bond

A

Bondgenootschap van Griekse staten (maar niet Sparta) o.l.v. Philippus II van Macedonië, opgericht in 337 v.Chr. Philippus zelf werd de leider.

21
Q

Socrates

A

Filosoof (469-399 v.Chr.), geloofde in absolute zedelijke wetten en trachtte die in dialogen naar boven te krijgen. Leermeester van Plato.

22
Q

Plato

A

Filosoof (429-347 v.Chr.), bekend van de ‘ideeënleer’. Schreef ook over staatsinrichting, bijv. in de Politeia. Hij schreef in dialoogvorm, meestal met Socrates als hoofdpersoon, van wie hij een leerling was.

23
Q

ideeënleer

A

Plato’s leer van de ideai, ‘ideeën’, ‘grondvormen’. Alle verschijnselen op aarde zijn een afspiegeling van bovennatuurlijke grondvormen.

24
Q

Aristoteles

A

Filosoof (384-322 v.Chr.), groot denker op het gebied van de staatskunde (Politica) en grondlegger van de moderne logica (Organon). Leerling van Plato. Stichtte een school: het Lyceum.

25
Q

Over de klassieke periode in Griekenland bestaan verschillende soorten bronnen.
Toch zijn we grotendeels aangewezen op een aantal historiografen
(geschiedschrijvers). Noem minstens twee historiografen voor de periode in kwestie.
Wanneer leefden ze ongeveer, en voor welke periodes en gebeurtenissen zijn hun
werken van belang? Wat is problematisch aan deze situatie voor ons begrip van de
klassieke periode?

A
  1. Thucydides: beschreef de 2de pelopenische oorlog als zwaarste oorlog die de Grieken ooit gevochten hadden.
  2. Herodotus: schreef over Perzische oorlogen.
    Betrouwbaarheid is te betwijfelen door persoonlijke biases.
26
Q

De Atheense staat wordt gezien als het eerste historische voorbeeld van een
democratie. Vergeleken met onze moderne democratieën zijn er echter enkele
belangrijke uitzonderingen op deze ‘rule by the people’. Welke sociale groepen waren
uitgesloten hiervan? En welke aanvullende restricties werden toegepast op deze
groepen?

A

Vrouwen, metoiken en slaven
> niet zelf optreden in rechtbank
> vermogen werd beheerd
> metoiken: geen burgerrecht, geen grond bezitten wel huizen en landen pachten.

27
Q

Arche

A

rijk/imperium

28
Q

Hegemonia

A

overwicht

29
Q

hellenotamiai

A

schatbewaarders van Delisch-Attische Zeebond

30
Q

Phoros

A

tribuut die leden van de bond betaalden aan Athene

31
Q

Symmachia

A

alliantie/bondgenootschap

32
Q

aparchai

A

1/16 van tribuutbetaling die werd geofferd aan Athena

33
Q

kjik nog even naar die domme munten

A

doe maar hoor