Week 4 arresten en wg Flashcards
Al-Khawaja en Tahery vs. Het Verenigd Koninkrijk.
Welke regels kunnen aan deze uitspraak worden ontleend m.b.t. het gebruik van (op schrift gestelde) verklaringen van getuigen die de verdediging niet in enige fase van het onderzoek heeft kunnen ondervragen?
Art. 6 lid 1 en lid 3 sub d EVRM.
- De getuigenverklaring van een getuige die niet op zitting kon worden ondervraagd door de verdachte, kan in beginsel slechts voor het bewijs worden gebruikt indien de bewezenverklaring daar niet solely or to decisive exentend op berust (steunbewijs in beginsel vereist).
- Dat is alleen anders (dus wel gebruik verklaring) als er voldoende compensating measures tegenover staan.
Niet om een leugentje verlegen
Leugen kan worden gebruikt in sommige gevallen. Niet in alle gevallen, want leugenachtigheid moet blijken uit ander bewijs. Ander bewijsmiddel moet blijken dat het een leugen betrof en dit ondersteunt.
Rechter gebruikt de leugen als bewijs. Gaat erom dat wanneer verdachte een leugen verklaart, dat dit een indicatie vormt dat het tegenovergestelde aan de hand is.
ACAB. Wat zijn feiten van algemene bekendheid?
Gaat het niet alleen om feiten die aan ieder ontwikkeld mens bekend zijn, maar ook om
feiten waarvan men zich door het raadplegen van algemeen toegankelijke bronnen op eenvoudige wijze op de hoogte kan stellen.
Hupje in de loop
Verdachte is veroordeeld voor diefstal. Slachtofer verklaarde dat verdachte zenuwachige oogde en
een hupje had in zijn loop. Bij het verlaten van de ziingszaal vertoonde verdachte een bijzondere
vorm van lopen, waarna de rechter dit hupje uit eigen waarneming meenam als bewijsmiddel. Indien
de rechter het bewijsmiddel ‘eigen waarneming van de rechter hanteert’ dan dient deze waarneming
op grond van arikel 340 Sv plaatsvinden ijdens het onderzoek ter terechtziing, zodat de
wederparij zich nog kan uitlaten voor de behandeling van zijn zaak.
Unus tetis
- Art. 342 lid 2 Sv betreft tenlastelegging als geheel, en niet slechts een onderdeel daarvan (bewezenverklaring).
- Bepaling strekt ter waarborging van deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechte verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
- Vraag of aan 342 lid 2 is voldaan, laat zich niet algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
- Bij cassatietoets 342 lid 2 kan van belang zijn of de feitenrechter zijn oordeel dat voldaan is aan bewijsminimum nader heeft gemotiveerd
Uitoefening ondervragingsrecht
Dat de verdachte het ondervragingsrecht niet heet kunnen uitoefenen staat niet in de weg aan
gebruik verklaring voor het bewijs indien de verdachte een aan de eisen van een behoorlijke en
effectieve verdediging beantwoordende compensatie is geboden voor het ontbreken van de
mogelijkheid tot ondervraging van de getuige
NB: soort vertaling wat voor andere eisen er dan moeten gelden om toch nog getuigenverklaring als
bewijs kunnen meenemen. Zie arrest Al Khawaja.
Inschakelen deskundigen door verdediging
Contra-expertiserapport en Wet deskundige in strafzaken. Het WvSv voorziet op diverse plaatsen in een mogelijkheid voor de verdachte aan de Officier van Justitie of de rechter(-commissaris) te verzoeken een deskundige te benoemen voor het verrichten van (tegen) onderzoek. Voorts kan de verdachte op eigen initiatief opdracht geven tot het uitvoeren van een onderzoek en die resultaten in het geding brengen. De bevoegdheid van de Officier van Justitie om een deskundige te benoemen is door de invoering van de Wet deskundige in strafzaken beperkt tot de deskundigen die zijn opgenomen in het landelijk register van vaste gerechtelijke deskundigen. Aan de vrijheid van de verdachte om de resultaten van op diens eigen initiatief uitgevoerd onderzoek in het geding te brengen, heeft de Wet deskundige in strafzaken geen verandering gebracht. Het staat de verdachte dus nog steeds vrij een dergelijk onderzoeksrapport in het geding te brengen. Het is evenwel aan de rechter om bij de beantwoording van de vragen van art. 348 en 350 Sv te beoordelen welke betekenis toekomt aan zo een rapport, waarbij onder meer de deskundigheid van de opsteller m.b.t. de aan zijn oordeel onderworpen vragen van belang kan zijn. Ook hierin heeft de Wet deskundige in strafzaken geen verandering gebracht.
Noem de vijf punten die je beoordeelt of bewijs gebruikt kan worden.
- Wettig bewijs?
- tijdens OTT?
- Redengevend (een gissing is niet redengevend. Kun je de feiten en omstandigheden gebruiken als bouwstenen voor de bewezenverklaring?)
- Bewijsminimum (minimaal 2 bewijsmiddelen en zie ook bijv. een getuige is geen getuige etc.):
- Toereikend (draagt het middel bij aan de bewezenverklaring, is er genoeg?)
Welke 3 vragen spelen een rol bij Al Khawaja en Theherey of een getuige gehoord moet worden/schending 6 EVRM?
- Bestaat er een goede reden waarom we getuige niet kunnen horen ex art. 6 lid 3 sub d EVRM?
- Sole of decisive rule; Is de veroordeling uitsluitend gebaseerd of in doorslaggevende maten gebaseerd op
deze verklaring: Is dit het enige bewijs dan slaat de teller door riching het oproepen
van de getuige. - Counter Balancing; is er een goede reden om getuige niet te horen, zo ja, is die verklaring van getuige van groot belang voor de bewezenverklaring? (zijn er factoren die de afwezigheid van de getuige
compenseren? Denk hierbij aan steunbewijs)