week 4 Flashcards

1
Q

wat is PPP?

A

PPP staat voor present, practice en produce. Dit is een type expliciete grammatica-instructie met activiteiten die op productie zijn gericht. Eerst wordt er uitleg gegeven over een grammaticaal aspect, waarna een gecontroleerde productie van de structuur plaatsvindt. Tenslotte gebruik de leerder de grammaticale structuur in een vrije oefening.

Er is weinig onderzoek naar gedaan vanwege de nauwe associatie met audiolingualism en behaviorism

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is interlanguage?

A

De tussentaal is te beschouwen als een variatie van de doeltaal van de T2-leerder.

Leerders zitten op een bepaald niveau in hun interlanguage systeem, gebaseerd op de regels die ze beheersen. Ze zijn in staat output te produceren op het niveau waar ze zich in bevinden. Hier kan invloed (transfer) uit hun T1 een rol spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen receptive en productive woordenschatkennis? Welke wordt eerst ontwikkeld door een T2 student?

A

Woorden in T2 die door een student herkend worden en waarvan de betekenis bekend is, maar die de student niet zelf zou kunnen gebruiken vallen onder receptieve kennis. Woorden in de T2 die de student wel ook zelf produceert (spreken of schrijven) vallen onder productieve kennis. Receptieve kennis komt eerst, dan pas productieve.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5 issues van vocabulary acquisition

A

depth of knowledge
breadth of knowledge
frequency of exposure
receptive vs productive vocabulary knowledge
implicit vs explicit vocabulary knowledge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat moet je weten van een woord?

A
  • vorm-betekenislink
  • welke woordfamilie
  • grammaticale eigenschappen
  • collocaties (go fishing, niet do fishing)
  • chunks
  • kennis van gebruik in context/register
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

consciousness raising tasks / bewustwordingsactiviteiten

A

leid de regel af uit voorbeelden van een bepaalde structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

processing instruction

A

doel: de manier waarop leerders taal verwerken en begrijpen veranderen (bv subject/object woordvolgorde)
1. bewustwording van foutieve L1 strategie
2. input-activiteiten waarbij de juiste regel nodig is
3. input activiteiten waarbij je zelf een persoonlijk/open antwoord geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Processability Theory / Teachability Hypothesis

A

Sommige grammaticale vormen worden eerder verworven dan andere, er is een vaste verwervingsvolgorde die je niet kunt veranderen met instructie. Instructie is dus niet zinvol als de leerder nog niet klaar is om een bepaalde structuur te leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

input-based instruction

A

leerders krijgen gesproken of geschreven input die gemanipuleerd is zodat ze form-meaning mappings kunnen maken, waarbij het gaat om het begrijpen van bepaalde structuren
bv processing instruction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

output-based instruction

A

de L2 productie van een leerder kan helpen bij het ontwikkelen van de L2, dus leerders moeten taal produceren (bv dictogloss task: reconstrueer een tekst met aandacht voor de vorm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeelden van expliciete grammatica-instructie

A
consciousness-raising tasks
input-based instruction
processing instruction
output-based instruction
Present, Practice, Produce
metalinguïstic instruction
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

form-meaning mapping

A

leerders moeten bepaalde semantische concepten associëren met bepaalde fonologische of orthografische vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

incidental learning conditions (vocabulaire)

A

vinden plaats wanneer het hoofddoel van de L2 instructie iets anders is dan het leren van vocabulaire (kan ook het opzoeken van woorden zijn als die toevallig voorkomen in een tekst)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Involvement Load Hypothesis

A

er zijn drie belangrijke taakfactoren voor het incidenteel leren van vocabulaire: need, search en evaluation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly