Week 3.2 Flashcards

1
Q

Cognitivisme is…

A

Leren = verandering in (inhoud en structuur van) kennis
Instructie = het aanmoedigen van het het gebruik van passende leerstrategieën (lerende wordt gezien als actieve kennisverwerker)
-Structureren informatie om optimale verwerking te faciliteren. Dus niet te veel informatie tegelijk, het geven van voorbeelden en feedback, informatie in een concept coherente manier aanbieden, het samenvatten van informatie etc.
-Nadruk actieve rol lerende (de lerende wordt gezien als een actieve informatieverwerker) In tegenstelling tot de behavioristische benadering waar de lerende juist passief is en niet actief. Bij de behavioristische benadering heeft de lerende helemaal geen controle over zijn eigen leren. Bij de behavioristische benadering wordt het gedrag puur uitgelokt door wat de onderzoeker doet: de onderzoeker wilt een bepaald gedrag bevorderen door middel van een bekrachtigingsschema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In de cognitieve benadering wordt de lerende juist als actieve informatieverwerker gezien. Hierdoor wordt dan ook…

A
  • Metacognitie gestimuleerd
  • Stimuleren van het leggen van linken met voorkennis (de lerende wordt gestimuleerd nieuwe kennis aan bestaande kennis te verbinden)
  • Stimuleren gebruik geheugenstratieën (bijvoorbeeld herhalen, categoriseren, visualiseren, het gebruik van rijmen en acroniemen (afkortingen die worden uitgesproken als woord)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk type leren heeft het cognitivisme?

A

High-level kennis en vaardigheden. Dus bij het behaviorisme gaat het over leren van simpele associaties, feitjes, routines, etc,.
Bij het cognitivisme gaat het over inzicht, problemen kunnen oplossen, dus gewoon over complexer leren eigenlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderscheid tussen constructivisme en de andere twee leertheorieën is..

A

De filosofische benaderingen die ten grond liggen aan het behaviorisme en het cognitivisme objectivistisch van aard zijn. Dit wil zeggen dat zij er vanuit gaan dat er buiten de lerende en echte reële objectieve wereld is, en dat de rol van de instructie is de lerende kennis neemt over die reële objectieve wereld: de lerende moet dus leren over die reële objectieve wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt leren in het contructivisme gezien?

A

Constructivisme gaat niet uit van de objectieve aard. Leren wordt in het constructivisme gezien als het construeren/creëren van betekenis uit ervaring. Hier zit dus interpretatie van de lerende in. Iedereen kan dus op basis van dezelfde ervaring andere betekenis construeren. Dit is dus anders dan bij behaviorisme en cognitivisme: bij deze twee moet iedereen namelijk op basis van dezelfde ervaring dezelfde betekenis construeren, namelijk de betekenis die ligt in de objectieve wereld buiten de lerende.
->Constructivisme is dus echt meer creëren/construeren van betekenis, terwijl bij behaviorisme/cognitivisme gaat het om het opdoen van kennis (over de objectieve werkelijkheid dus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt kennis volgens het constructivisme gecreëerd?

A

Kennis wordt volgens constructivisme gecreëerd door een interactie tussen lerende en omgeving: de context waarin het leren plaatsvindt is dus als het ware onderdeel van het leerproces -> er wordt hierbij dus gesproken over ‘situationally determind behavior’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wordt het constructivisme gezien als zowel verwant aan het empirisme als het rationalisme?

A

Ja, want je eigen geest is de ware bron van betekenis, iedereen kan een eigen betekenis construeren (rationalisme), maar de directe ervaring/interactie met d eomgeving is onmisbaar: je hebt zintuigelijke ervaringen echt nodig (empirisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is Piaget? Waar is hij bekend om?

A

Hij was een belangrijke constructivist. Hij is bekend door zijn cognitivistische ontwikkelingstheorie met verschillende stadia. Hij stelde dat kennis wordt geconstrueerd door assimilatie en accomodatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is assimilatie?

A

Het is het opnemen van ervaring/bepaalde informatie in een bestaand schema.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is accommodatie?

A

Het is het aanpassen van een schema op basis van nieuwe ervaring/informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk kritiek kwam er op de theorie van Piaget?

A

Hij had weinig aandacht voor individuele verschillen en sociale interactie. Hij heeft het denken van kinderen op bepaalde manieren onderschat. De ontwikkeling van kinderen in bepaalde domeinen verloopt niet gelijktijdig. Er is daarnaast discussie over het bestaan van stadia (bestaan er wel stadia of is er sprake van een continueën ontwikkeling?). (dit hoeft je niet helemaal te onthouden voor het tentamen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat heeft de theorie van Piaget bijgedragen?

A

Het idee dat het potentieel om te leren zich ontwikkeld met de leeftijd en dus dat leren/denken sequentieel van aard is. Op basis daarvan is dus het idee dat de docent de taak heeft om voortgang van de leerling vast te stellen om te bepalen of een leerling toe is aan verdere uitdaging. Dus het meenemen van voorkennis van bepaalde leerling komt onder andere vanuit het constructivisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Constructivisme is…

A

Leren= het creëren/construeren van betekenis uit ervaring
Instructie= het assisteren/faciliteren/begeleiden van het proces van kennisconstructie (wat die actieve lerende vervolgens dus wel gewoon zelf doet)
-Gebruik (verschillende) authentieke context(en). Hiermee wordt een echte context bedoeld: denk aan gebruiken van nieuwsartikel bij een opdracht-> je betrekt hierbij een echte maatschappelijke discussie bij het theoristische onderwijs. Of excursie naar een bedrijf en daar een opdracht moet maken. Je probeert dus zo dicht mogelijk te komen bij een echte situatie.
-> Dit maakt de context echter wel complexer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stimuleren van eigenaarschap lerende van de constructivistische benadering is..

A

(actieve rol lerende). De rol van de lerende is in deze benadering nóg actiever dan bij het cognitivisme: hier gaat het namelijk niet alleen om een actieve houding amar ook om het gevoel van controle over jouw eigen leren. (Dit heeft te maken met zelf kuezes kunnen maken in je leren bijvoorbeeld en zelf vragen/onderwerpen kunnen inbrengen, keuzes maken in hoe je het leren aanpakt, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Focus op samenwerken/ ‘social negotiation’ van het constructivisme is…

A

(sociaal constructivisme). Als we naar de sociaal constructivistische stroming kijken gaat het ook over samenwerken en interactief met elkaar leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het type leren van de constructivistische benadering is..

A

High-level kennis en vaardigheden in complexere, slecht gestructureerde domeinen. Het gaat dus niet om feitjes, maar het gaat echt om diep begrip en interpretatie van informatie. Die op-te-doende kennis is neit altijd van tevoren gespecificeerd: ook het proces van kennisconstructie doet er toe.

17
Q

Samenvattend Behaviorisme:

A
  • Empirisme
  • Leerling passief
  • Objectivistisch
18
Q

Samenvattend Cognitivisme:

A
  • Rationalisme
  • Leerling actief
  • Objectivistisch
19
Q

Samenvattend (sociaal) Constructivisme:

A
  • Empirisme & rationalisme
  • Leerling actief+
  • Subjectivistisch
20
Q

Voorbeelden van behaviorisme:

A
  • “Heel goed” - positieve bekrachtiging
  • “Houd daar is mee op” - negatieve bekrachtiging
  • Vingers laten opsteken
  • Routine om kinderen stil te laten worden bij de start van de les

(Je ziet dat operant conditioneren (positieve en negatieve bekrachtiging) niet perse voer gedrag hoeft te gaan maar kan ook over het inhoudelijke gaan. Stof herhalen en stof opdelen in stukjes zijn ook voorbeelden van behaviorisme)

21
Q

Voorbeelden cognitivisme:

A

-“Wie weet nog wat meer geluk dan wijsheid betekent? - voorkennis ophalen
(Het gaat dus om het stimuleren van de actieve rol van de leerling, over metagcognitie, voorkennis, over het plannen en monitoren van het eigen leren, etc.)

22
Q

Voorbeelden constructivisme:

A

(Sociaal) constructivisme:
-Kinderen laten overleggen tijdens zelfstandig werken.
(dus samenwerken, rollenspellen, authentieke contexten en zo dichterbij de werkelijkheid komen)