Week 3: marketingstrategie (2) Flashcards
Digitaalgedreven strategieën
Strategieen waarbij een technologie wordt ingezet om het aanbod te customizen, nauwkeuriger te segmenteren en de cruciale cirkel van informatie die dialoog mogelijk maakt tussen klant en organisatie te faciliteren.
Porter’s generieke strategieën
Concurrentiestrategieen.
Naam, competitieve scope, competitief voordeel
- Kostenleiderschap, breed, lage kosten
- Kostenfocus, smal, lage kosten
- differentiatie, breed, uniekheid
- differentiatiefocus, smal, uniekheid
- Stuck in the middle, breed, lage kosten en uniekheid
Strategische technologiegedreven positioneringsmatrix
Hoe zetten we technologie in voor gedifferentieerde dienstverlening?
- Relationele servicestrategie: technologie om gestandaardiseerde diensten toch een unieke twist te geven. Bijvoorbeeld extra klantenservice
- MC servicestrategie: gestandaardiseerde technologie met een transactioneel doel. Bijvoorbeeld selfservice of servicerobots
- Adaptieve gepersonaliseerde: technologie ingezet om continue onderscheidende interactie met klanten mogelijk te maken. Bijvoorbeeld adaptieve digitale contentproducten.
- Gepersonaliseerde transactiestrategie: technologie wordt ingezet voor digitale retail. Retailers weten precies wat klanten willen, zodat ze overgaan tot aankoop.
De groeimatrix van Ansoff voor het digitale kanaal
Naam, markt, product
- Digitale marktpenetratie, nieuw, bestaand
- Digitale marktontwikkeling, bestaand, bestaand
- Digitale productontwikkeling, nieuw, nieuw
- Digitale diversificatie, bestaand, nieuw
Verschillende niveaus van integratie van de multiplechannel strategieën
Van laag naar hoog
- Multi-channel retailing: weinig tot geen integratie van verschillende kanalen en klant heeft amper vrijheid
- Cross-channel retailing: een integratie van kanalen: online en offline. Klant beetje vrijheid.
- Omnichannel retailing: alle kanalen worden naadloos geïntegreerd met maximale vrijheid voor de klant.
Driedimensionale model van omnichannel retailing
- Kanaalfasen: betreft de verschillende stadia in het aankoopproces van consumenten.
- Kanaaltypen: gaat over verschillende media die beschikbaar zijn in elke fase van de klantervaring.
- Kanaalspelers: de partij die verantwoordelijk is voor het managen van het kanaaltype in elke kanaalfase.
Multiple channelvolwassenheidsmodel
Presenteert de strategische multiple channelonwikkeling van een organisatie met behulp van de volgende fases:
- Fase 0 van aanwezigheid creëren: ontwikkelen nieuwe klantervaringen in nieuwe kanalen
- Fase 1 van organisatorische afstemming: hier staan de organisatie en communicatie centraal.
- Fase 2 van vaardigheden ontwikkelen: de organisatie richt zich op de uitbreiding en het verbeteren van multiple Channel pilots.
- Fase 3 van leverage multiple channel: draait om coördineren van verschillende kanalen om klanten meerdere kanalen te laten gebruiken.
- Fase 4 van optimaliseren van operationeel model: focus op integratie van multiple channel informatie om belangrijke dienstverleningsprocessen te optimaliseren.
De vier verkoopkanaalstrategieen
- Directe verkoopkanaalstrategie: alles door de producent.
- Indirecte verkoopkanaalstrategie: digitale kanaal om te verkopen aan indirecte kanaalpartners.
- Duale verkoopkanaalstrategie: intermediairs en directe kanaal staan centraal.
- Hybride verkoopkanaalstrategie: verdelen intermediair en producent de kanaalfuncties onder elkaar.
Sociale media
Groep van op internet gebaseerde toepassingen die creatie en uitwisseling van UGC mogelijk maken.
Het strategische sociale mediamarketingmodel
4 houdingen die de organisatie kunnen hebben ten aanzien van sociale media:
cultuur:
- Conservatisme: socials worden gezien als massamedium: alleen algemene informatie delen
- Modernisme: organisatie nodigen klanten uit om deel te nemen.
perspectief:
- Verdedigen: zenden
- Ontdekken: benaderen van klanten om mee te werken
beleid:
- Hierarchie: beperkingen en regelgeving opgesteld voor sociale media
- Netwerk: organisatie geeft vrijheid voor creativiteit
structuur:
- Anarchie: alles wat de consument/werknemer publiceert is prima
- Autocratie: zoveel mogelijk wordt afgekaderd.
De strategische sociale mediamatrix voor marketingdoelen
Naam, levensduur informatie, diepte informatie
- Blogs (YouTube), lang, vlak
- Micro blogs (instagram), kort, vlak
- Communities (delen van ervaringen), lang, diep
- Sociale netwerken (LinkedIn), kort, diep
Strategische honingraat van sociale media
De strategische functionaliteiten van sociale media:
- Conversaties: gebruikers communiceren met andere gebruikers.
- Sharing: mate waarin gebruikers inhoud uitwisselen en verspreiden.
- Aanwezigheid: de mate waarin gebruikers weten of andere gebruikers beschikbaar zijn.
- Relaties: mate waarin gebruikers worden gerelateerd aan andere gebruikers.
- Reputatie: mate waarin gebruikers de status van anderen en henzelf kunnen zien.
- Groepen: mate waarin gebruikers in staat zijn om communities en subcommunities op te zetten.
- Identiteit: mate waarin gebruikers hun identiteit onthullen.
Big data
Een omvangrijke, snel veranderende en sterk gevarieerde informatieactiva, die kosteneffectieve en innovatieve vormen van informatieverwerking vereist die resulteert in verbeterde strategische inzichten en strategische besluitvorming van de organisatie en dus deel uitmaakt van de kern van digitale marketingstrategie.
Kennisfusie
Het combineren van traditionele marketingkennis uit het big-data domein, met als doel strategisch voordeel te behalen.
Strategische kennisfusie posities voor marketing
Naam, niveau traditionele marketinganalyse, niveau bigdata analyse
- Perfectionist, hoog, laag: strategie is lage complexiteit en meer feitelijke kennis.
- Toeschouwer, laag, laag: strategie is lage complexiteit en meer heuristische kennis
- Pionier, hoog, hoog: strategie is hoge complexiteit en meer kennis die customized is
- Ondekker, laag, hoog: stategie is hoge complexiteit en meer geautomatiseerde kennis
Waarde
Perceptie van wat klanten willen hebben in een bepaalde gebruikssituatie, met behulp van een product of dienst, om een gewenst doel te bereiken.
Businessmodellen
Conceptuele weergave van de organisatorische infrastructuur die wordt ingezet om waarde te creëren voor klanten.
Verdienmodellen voor het digitale kanaal
- Subscriptions: frequent subscription (voorspelbare inkomsten, hoge kostendrempel), infrequent subscription (langetermijninkomsten en voorspelbaar, lagere retentie met hogere kostendrempel), freemium ( geen prijsrestricties en noodzaak voor proberen, uitdagende prijsstrategie en gebruikers betalen niet.
- Micro-transacties: micro-transacties (lage kostendrempel voor aankoop, hoge transactiekosten en lage marges), virtual currencies en goods (lage kostendrempel, meesten betalen niet), dual currencies (hoge acquisitieratio’s, reductie van conversiefrictie)
- Indirect: advertenties en offer-based
De 4C-typologie van digitale businessmodellen
- Contentgeorienteerde businessmodellen: digitale informatie ontwikkelen
- Commercegeorienteerde businessmodellen: transacties
- Contextgeorienteerde businessmodellen: bestaande digitale informatie structureren
- Connectiegeorienteerde businessmodellen: communicatie via netwerken
Basiselementen van een businessmodel voor digital
- Technologie: product, proces en infrastructuur
- Netwerkarchitectuur: relaties, vaardigheden en transacties
- Marktaanbod: waarde, toegang en artefacts
Digitale transformatieroutes voor waardeproposities
1) businessmodel integreren, waardepropositie versterken
2) businessmodel benutten, waardepropositie uitbreiden
3) businessmodel creëren, waardepropositie herdefiniëren
E-supplychain
Fysieke weergave van digitale business met als doel het bereiken van een basisniveau van operationele prestaties in de fysieke sfeer.
SCM (supply chain management)
Managen van upstream en downstream relaties in de bedrijfskolom met als doel het leveren van waarde aan klanten tegen lagere kosten voor de supply chain als geheel.
E-SCM
Impact van heet digitale kanaal op de integratie van de belangrijkste bedrijfsprocessen in de keten met strategische samenwerking, ranchers die in producten en informatie voorzien die waarde toevoegen voor klanten en andere stakeholders.
De e-supply chain matrix
Gebruik van informatie vs. scope
Naam, informatie, scope:
- Solistische visionarisch, strategisch, gefragmenteerd
- Transactie optimaliseerders, operationeel, gefragmenteerd
- Waardeontwikkelaars, strategisch, integraal
- Efficiencyvechters, operationeel, integraal
Outsourcing
Toewijzen van activiteiten van een interne organisatie-bron naar een bron buiten de organisatie
De outsource-hierarchie
Van minimale afhankelijkheid en lage gedeelde waarde naar maximale digitale afhankelijkheid en hoge gedeelde waarde:
- Transactieprovider
- Approved partner
- Preferred partner
- Prestatiegebaseerde partner
- Onvoorwaardelijke partner
- Investeringspartner