week 3 Flashcards
algemene opbouw tractus digestivus van buiten naar binnen
serosa
muscularis externa
submucosa
mucosa
waaruit bestaat de submucosa
kleine lymfekliertjes en bloedvaten
waaruit bestaat de mucosa
epitheel, lamina propria (bloedvaatjes) en muscularis mucosae (gladde spiercellen)
welk epitheel zit in de mond
meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel
welke drie grote klieren zitten in de mond en wat produceren ze
parotis: a amylase
sublingualis: mucus (slijm)
submandibularis: a amylase en lysozymen (kan celwand afbreken)
waar vind je geen slijmbekercellen
de slokdarm
wat is acini
kleine, bolvormige structuren die voorkomen in klierweefsel.
wat voor klier is de submandibularis
gemengd (muceuze cellen en sereuze cellen) met veel acini
wat produceren sereuze cellen en wat muceuze
sereus: eiwitten en enzymen
muceuze: slijm
wat voor klier is de sublingualis
geen sereus, vooral muceus
wat doen myoepitheliale cellen
als er zuur in de mond is trekken ze samen waardoor secreet sneller in de mond komt
wat voor epitheel heeft de oesopahgus
onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel
hoe wordt de oesophagus vochtig gehouden en welk epitheel zien we hier
door muceuze klieren in de submucosa, de afvoergangen hebben kubisch epitheel
waar zien we esophageal cardiac glands (ecgs) en wat is de functie
in de lamina propria, beschermen tegen zuur van de maag
wat is adventitia
serosa, de buitenste laag die de spierlagen begrenst in de oesophagus
waarom is de submucosa goed geinnerveerd
om de onderliggende spierlagen te kunnen aansturen
welke spierweefsels zien we in de oesophagus
eerste deel is skeletspierweefsel, kan je aansturen bij slikken
onderste deel is glad spierweefel
wat voor epitheel heeft de maag
eenlagig cilindrisch
wat doen de muceuze klieren in het begin van de maag
zorgen dat de ph laag is
opbouw gastric pits en functies
Mijn Mooie Paard Can Gallopperen
bovenaan: MUCEUZE cellen, produceren alkalische (basische) vloeistof om cellen maag te beschermen tegen zure milieu
MUCEUZE NEKCELLEN: produceren zuur maar er is een slijmlaagje aanwezig
PARTIELE cellen: zorgen voor zuur, h+ en cl-. ook zorgen ze voor intrisic factor
CHIEF cells: maken pepsinogeen en maaglipase
G cellen: maken gastrine
helemaal onderin stamcellen die elke 6-9 dagen epitheel vernieuwen
wat doet de intricis factor
opname b12 in terminale ileum
verschillen ligging parietale cel en chief cel in de gastric pit
verschillen van de vorm
parietale: in nek, groot, driehoekig
chief: lager, ronde kernen
wanneer gaat een parietale cel van inactief naar actief
als er eten in de maag komt.
waarom hebben actieve parietale cellen veel mitochondria
productie van zoutzuur kost veel atp, het moet tegen de concentratiegradient in getransporteert
hoe gaat de productie van hcl, waar vind de productie eigenlijk plaats
carbonanhydrase: co2 en h2o worden omgezet in h+ en HCO3-
hco3- gaat naar basolaterale kant (bloed) en wisselt met cl-, actief proces
h+ gaat naar apicale kant (lumen) en wisselt met kalium, kost atp
cl- aan apicale kant naar buiten gebracht met kalium
productie hcl vind dus eigenlijk pas plaats in lumen maag
welk enzym helpt bij het maken van zoutzuur
carbonanhydrase
wat doet gastrine
zorgt dat er hcl wordt aangemaakt door de parietale cellen
en maaglipase en pepsinogeen
wat doet de s cel
produceer secretine, dit stimuleert de bicarbonaatsecretie van de pancreas
wat doet de i cel
produceert cholecytokinine (CCK), stimuleert secretie pancreas enzymen
wat doen entero endocriene cellen, noem voorbeelden
reguleren spijsvertering. G, S en I cellen
wat innerveert de muscularis externa van de dunne darm
plexus van auerbach/ myentrische plexus
wat innerveert de submucosa (muscularis mucosa) van de dunne darm
de plexus van meissner
wat zijn de crypten van lieberkuhn
hier vind cel vernieuwing voor de darmwand plaats
in welke laag zitten de plooien van kerckring
mucosa
wat doet de microvili op de enterocyten (onderdeel dunnedarm)
secretie peptidases en disacharides
opname monosacharides, aminozuren, di en tripeptiden, vetzuren en glycerol
wat doen slijmbekercellen (onderdeel dunne darm)
produceren glycolax (slijmlaag)
deze bevat peptidases en disacharides
wat is onderdeel van de dunne darm maar heeft onbekende functie
tuftcellen
wat doen panethcellen (onderdeel dunnedarm)
liggen in crypten lieberkuhn en spelen een rol in de afweer door antibacteriele werking. ze kunnen bacterien in de crypten afbreken (lysozym productie). dit beschermd de stamcellen
welk epitheel heeft de dikek darm
eenlaag cylindrisch