Week 3 Flashcards
Wat is leukemie en waardoor wordt het veroorzaakt?
-Leukemie = een ophoping van niet functionele cellen (meestal blasten) die de normale bloedcel vorming ernstig onderdrukken
- Veroorzaakt door mutaties in het DNA, deze zijn in ±50% van de gevallen microscopisch zichtbaar
Wat verwacht je van het Lab en lichamelijk onderzoek bij (een verdenking op) CML?
LAB:
- Verhoogde witte bloedcellen
- Verhoogde bloedplaatjes
- Ery’s normaal, in ieder geval niet onderdrukt
LO:
Vergrote milt
Wat is het verschil in bloedbeeld bij AML en CML?
AML
- Voornamelijk blasten in het bloed te zien, oftewel de cellen boven in het hematopoëtische schema.
- Dit zijn hele onrijpe cellen die zich niet meer kunnen ontwikkelen naar rijpe cellen
CML
- Alle stadia van het hematopoëtische schema zichtbaar in het bloed
- In het beenmerg een enorme verplaatsing van cellen naar de myeloïde reeks → worden granulocyten
- Heel veel megakaryocyten → daarom ook verhoogde bloedplaatsjes in het bloed
Welk vervolgonderzoek wordt er gedaan als de anamnese en morfologisch onderzoek op een chronische myeloïde leukemie (CML) wijzen?
- Cytogenetisch onderzoek van beenmergcellen
- Moleculair onderzoek voor BCR-ABL fusiegen
Welke 2 typen DNA-schade zijn er?
- Waarneembaar met een microscoop (50%): chromosoomafwijkingen
- Niet-waarneembaar met een microscoop (50%): puntmutaties, microdeleties, micro-inserties –> mutaties zijn recurrent
Waarom is een karyogram maken bij een chronische myeloïde leukemie nuttig?
Alle mensen met CML hebben een afwijking; chromosoom 9 is langer (Philadelphia chromosoom) en chromosoom 22 wat korter (dus de 9;22 translocatie). Bij 95% van de patiënten is de mutatie ook waarneembaar.
Wat is het fusiegen BCR-ABL?
Bij de 9;22 translocatie vindt er altijd een breuk bij introns bij genen BCR (22) en ABL (9) plaats en hierdoor ontstaat op het Philadelphia chromosoom (22) een nieuw fusiegen
–> na het weghalen van de intronen ontstaat fusie-mRNA en hierna wordt een nieuw fusie-eiwit (p210^BCR-ABL) gevormd
–> het gevormde eiwit is een enzym dat ATP kan binden en actief substraten gaat fosforyleren → de gefosforyleerde eiwitten gaan naar de kern en zorgen voor versnelde deling v/d gemuteerde cel
Wat is het geneesmiddel voor chronische myeloïde leukemie (CML) en hoe werkt het?
Imatinib (Gleevec): tyrosine kinase inhibitor –> bindt op de plek (pocket) waar ATP in het BCR-ABL eiwit moet binden en inactiveert zo BCR-ABL
ATP kan niet meer binden → fosforylering stopt → cellen stoppen met delen
Hoe kan tijdens de behandeling van CML met imatinib de leukemie toch weer terug komen en wat kan hieraan gedaan worden?
- Een mutatie in het ABL1 gedeelte van het BCR-ABL fusie-eitwit zorgt ervoor dat imatinib niet meer kan binden, maar ATP nog wel.
→ daarom bij resistentie dasatinib, nilotinib, bosutinib of ponatinib geven of een stamceltransplantatie
Wat gebeurt er als je een CML niet zou behandelen of de tumor gemuteerd is en resistent is voor het medicijn?
Dan komt er een overgang van de acceleratiefase (CML) naar de blasenfase (AML) door additionele cytogenetische afwijkingen (mutaties)
Wat zijn de kenmerken van acute myeloïde leukemie (AML)?
- Ophoping van onrijpe, niet functionele cellen (meestal blasten) die de normale bloedcelvorming onderdrukken
- Veroorzaakt door mutaties in DNA (>50% onder microscoop waarneembaar)
- Heterogene ziekte: verschillende mutaties (en combinaties hiervan) veroorzaken de ziekte –> beloop verschilt hierdoor enorm –> patiënten o.b.v. mutatie onderverdelen in subtypes
Onderscheid tussen prognose en behandeling op basis van karyotypering:
- Translocaties t(8;21) en t(15;17) → goede prognose, behandeling met chemo
- Chromosoom 7 afwijking → slechte prognose, behandeling chemo + stamceltransplantatie
Waaruit bestaat het DNA?
- Genen (ongeveer 2% van het totale DNA)
- Centromeer (wordt op het einde verdubbeld en zit tussen de chromosomen in)
- Telomeren (uiteinden)
→ elke cel bevat ong. 2m DNA ingepakt in een kern van 10 micrometer in doorsnede (DNA wordt opgerold om histonen)
In welke 4 stappen is de celcyclus ingedeeld?
G1: celgroei, van elk chromosoom 1 kopie aanwezig
S: verdubbeling DNA, elk chromosoom heeft twee chromatiden
G2: klaarmaken voor mitose, controle of alles goed verdubbeld is
M: uitverdeling van de chromosomen over de dochtercellen (mitose), dochtercellen weer naar G1 fase
In welke fasen is de mitose ingedeeld?
- Profase: oprollen van het DNA om de histonen (condenseren) tot losse chromosomen
- Prometafase: Kernenvelop wordt afgebroken zodat chromosomen los komen te liggen in het cytoplasma, chromosomen vastgemaakt aan tubuline draden
- Metafase: chromosomen liggen geordend in het midden van de cel
- Anafase: chromosomen worden uiteen getrokken naar 2 tegenovergestelde polen, hierdoor worden de chromosomen verdeeld over de dochtercellen
- Telofase: rondom het afzonderlijke DNA worden nieuwe kernenveloppen aangelegd. Het DNA gaat zich weer concentreren (decondenseren)
- Cytokinese: vorming van 2 cellen. Nadat de kernen gescheiden zijn, deelt ook het cytoplasma zich op
Hoe worden de chormosomen uit elkaar getrokken tijdens de metafase?
Centrosoom wordt verdubbeld in de S-fase → in de mitose gaan beide centrosomen uit elkaar en verplaatsen zich naar tegenovergestelde polen → vanuit de centrosomen groeien tubuline draden die vastgehecht raken aan de chromosomen (kinetochoor) → hierna kan de anafase beginnen
Welke technieken zijn er om chromosomen te kunnen zien?
- Alle chromosomen aankleuren (bijv. R Bandering)
- In situ hybridisatie (FISH) (kijken naar een specifiek gen)
- Chromosoom specifieke probes (FISH) (kijken naar een specifiek chromosoom)
- Spectrale Karyotypering (SKY)
Wat is een Karyogram en wat kun je ermee?
Alle chromosomen op een rijtje van groot (1) naar klein (22) met de X en X/Y
–> je kunt afwijkingen ontdekken als bijv. de lengte van chromosomen afwijkt
Welke structurele chromosomale afwijkingen zijn te onderscheiden?
- Deleties: verdwijnen stuk chromosoom
- Translocaties: stuk chromosoom wordt aan een ander chromosoom gezet (CML)
- Dicentrische chromosomen: er liggen 2 centromeren op 1 chromosoom
Hoe ontstaat een dicentrisch chromosoom?
Tijdens de metafase worden de chromosomen uit elkaar getrokken, echter kan het dat de tubuli bij het kinetochoor aan de verkeerde kant is vastgemaakt –> hierdoor trek je van 2 verschillende kanten aan het chromosoom en krijg je een 4endeling waarna het chromosoom vaak breekt (dit moet dan weer hersteld worden)
Je ziet dit veel na bestraling, na een aantal keer delen zullen er deleties/translocaties optreden waardoor er geen dicentrische chromosomen meer zijn, maar wel fouten in het DNA
Hoe ontstaan numerieke afwijkingen in het DNA?
Chromosoom verlies/duplicatie (aneuploïdie)
Tijdens de metafase van de mitose: alle chromosomen moeten aan 2 centromeren worden gemaakt en pas dan kan de anafase beginnen (tijdens metafase zendt kinetochoor signaal uit als niet alles vastzit) –> als een chromosoom niet vast zit voor de verdeling begint kan er een teveel of te weinig in een cel komen (non-disjunctie) –> er zitten dan 3 in de ene cel en 1 in de andere cel
Hoe kun je numerieke afwijkingen herkennen?
- Karyogram
- Analyse van (CA)n repeats: in veel chromosomen vindt je CA repeats (veel = lange band in PCR, weinig = korte band), 2 allelen dragen verschillende hoeveelheden repeats (1 van vader, 1 van moeder), als er maar 1 band te zien nis dan ontbreekt er 1 allel en dus 1 chromosoom
- Next generation sequencing (NGS): verlies van single nucleotide polymorphisms, basenparen normale plaats cellen vergelijken met tumorcellen
Hoe ontstaat een deletie?
Eerst een dubbelstrengs breuk in het DNA, hierna gaat het de mitose in; chromosomen worden netjes uitverdeeld alleen het deel aan de centromeer wordt netjes uitgelijnd terwijl het andere stukje niet verdeeld wordt (komt ergens middenin de cel terecht) –> na de mitose zal dit stukje in het cytoplasma van 1 van de dochtercellen circuleren en daar zal een micronucleoli (microkern) omheen gevormd worden –> meestal gaat het stukje hierna helemaal verloren
Wat gebeurt er bij chromothripsis?
Chromosomen breken in kleine stukjes en worden weer aan elkaar gezet in de verkeerde volgorde –> hierdoor meerdere transversies in 1 cel (vergevorderd stadium van kanker)
Hoe verloopt het proces van genamplificatie en wat zijn de gevolgen?
Soms wordt het chromosoom in de S-fase vaker verdubbeld waardoor meerdere kopieën van een gen ontstaan (genamplificatie), dit kan als een origin of replication niet stopt –> dit is zichtbaar als homogeen gekleurde gebieden in chromosomen
–> soms kan het uit het chromosoom springen (dan krijg je kleine losse chromosoompjes) en krijg je ‘double minute’ chromosomen wat mogelijk een groeivoordeel van de tumor kan opleveren
Welke genetische fouten kunnen bijdragen aan tumorigenese?
Activering van oncogenen door:
- translocatie
- verdubbeling chromosoom
- genamplificatie
Inactivering van tumor suppressor genen door:
- deletie
- verlies van chromosoom
Wat is de functie van telomeren?
Uiteinde van DNA (dubbelstrengs breuk) en zorgen voor bescherming
–> als het misgaat en het einde wordt herkend als een breuk kunnen dicentrische chromosomen ontstaan (bij reparatie door niet-homologe end-joining) waardoor er genomische instabilieit komt –> dit wordt voorkomen door de T-loop en eiwitten waardoor het niet herkenbaar is
Welke functies hebben de telomeren nog meer naast dicentrische chromosomen voorkomen?
Ze beperken de celgroei
- Na elke deling verkorten de telomeren (in stamcellen m.b.v. telomerase wel in stand gehouden) en als ze te kort dreigen te worden geven ze een signaal af (M1 Hayflick Limit), als ze hierna nog een paar keer delen zijn de telomeren echt te kort (M2-crisis) en ontstaat chromosomale instabiliteit met celdood als gevolg
Waardoor kunnen tumorcellen door blijven delen ondanks de telomeren?
Door een alternatieve telomeerverlenging
- 85-90% van de tumoren brengt telomerase tot expressie
- Het andere percentage heeft nog andere mechanismen (ALT)
–> een telomerase-remmer is niet de ultieme oplossing, omdat hij ook het ALT-mechanisme aan kan zetten en er zo weer aan kan ontsnappen
Waarom doe je genetisch onderzoek bij hematologische maligniteiten?
- Relevant voor de diagnose: sommige mutaties zijn bijv. altijd CML/AML ook al presenteert het zich anders
- Belangrijk voor bepaling van prognose: bepaalde mutaties hebben standaard een goede/slechte prognose
- Gerelateerd aan de reactie op chemotherapie
- Identificatie van betrokken genen: vertelt wat over de leukemogenesis en hematopoëse
–> bij 50% v.d. patiënten met AML geen afwijkingen in chromosomen, alleen moleculaire afwijkingen (11% complex karyotype, 23% zowel chromosomaal als genetische afwijkingen)
Waarmee vindt detectie en identificatie van chromosomale afwijkingen plaats?
- Klassieke cytogenetica: banderingstechnieken
- Moleculaire cytogenetica: fluorescente in situ hybridisatie (FISH) en Array (SNP array)
- Moleculaire diagnostiek: RQ-PCR (fusiegenen), Q-PCR en Sequencing (Sanger of NGS)
Hoe vindt het kweken van cellen voor cytogenetisch onderzoek plaats?
- Beenmerg en bloed als kweekmedium en hieraan groeifactoren toevoegen om leukemische cellen te triggeren om te delen (1-2 dagen)
- Met een colcemid de celdeling stopzetten (mitose blok) en dus chromosomen tijdens de metafase bevriezen (half uur)
- Hypotone oplossing toevoegen waardoor cellen zwellen en kapot gaan
- Kapotte cellen (met celkern en celdeling) fixeren met methanol-azijnzuur waardoor het membraan ontvet wordt
- Suspensie op het glaasje druppelen waardoor membranen breken
- Kleuring en bandering (R-, G- of Q-bandering) waarna er een (unieke) streepjescode op elk chromosoom te zien is
Welke typen chromosomale afwijkingen zijn er?
Numerieke afwijkingen:
- Winst (compleet chromosoom)
- Verlies (compleet chromosoom)
Structurele afwijkingen:
Gebalanceerd: delen uitgewisseld, maar nette niets verloren
- Translocatie: 2 stukken chromosomaal materiaal uitwisselen
- Inversie: stuk chromosoom is 180 graden gedraaid (aan P- (korte) of Q-arm (lange) = paracentrisch, of rondom centromeer = pericentrisch)
- Insertie: interstitieel stukje verplaatst
Niet-gebalanceerd:
- Deletie: deel chromosoom verloren, terminaal (einde) of interstitieel (midden)
- Amplificatie: duplicatie
- Niet-gebalanceerde translocatie
- Gen mutatie: basenpaarniveau
Wat zijn belangrijke kenmerken van het chromosoom?
- P-arm: korte arm, hebben chromosoom 13,14,15,20&21 niet zij hebben een repititieve - DNA-sequentie voor ribosomaal DNA (bij een translocatie gaat dit verloren, maar geen gevolg omdat dit vaker aanwezig is)
- Q-arm: lange arm
- Centromeer: insnoering
- Banden: geven gebieden op het chromosoom weer, zijn genummerd
Hoe wordt een beschrijving van het karyogram weergegeven?
Eerst chromosomenaantal, dan geslacht en dan bijzonderheden: bijv. 45, XY, -7[10]
–> chromosoom 7 mist in 10 metafasen bij een mannelijk karyotype
Breekpunten worden als volgt aangegeven; t(9;11)(p22;q23)
–> translocatie van chromosomen 9 en 11, op chromosoom 9 zit het breukpunt op P-arm op plek 22 en bij chromosoom 11 op Q-arm op plek 23
Wat zijn AML slecht en goed risico afwijkingen?
Slecht risico: complex karyotype, monosomaal karyotype (2 autosomale monosomieën (verlies) of 1 verlies en 1 structurele afwijking) (zeer slechte overall survival van 7% ondanks allogene stamceltransplantatie)
Goed risico: (t8;21), inv(16)
Zie ook de afbeelding!