week 3 Flashcards
verschillende manieren van genexpressie controle
- transcriptional control
- RNA processing control
- RNA transport and localization control
- Translational control
- mRNA degradation control
- protein activity control door eiwitten te (in)activeren, af te breken, transport of compartimentalisatie
cis-regulatoire sequenties
sequenties die op hetzelfde chromosoom liggen waar transcriptieregulatoren aan kunnen binden
major groove
meer moleculaire contactpunten zodat transcriptieregulatoren hier beter kunnen binden
coöperatieve binding
wanneer er een monomeer gebonden is, bindt de volgende monomeer gemakkelijker (geeft sigmoidale curve)
operon
cluster aan genen onder één operon
allosterisch eiwit
wordt geactiveerd door het ondergaan van een conformatieverandering door binding van een ander molecuul (bijv tryptofaan bij de tryptofaan-repressor)
regulators van het Lac operon
Lac repressor (is repressed door allolactose bij aanwezigheid van lactose) en CAP activator (is geactiveerd door binding cyclisch amp bij absentie van glucose)
promotor
hier binden de GTF’s en RNA pol
cis-regulatory sequences
hier binden transcriptieregulators
gene control region
bij eukaryoten de combinatie van cis-regulatoire sequenties en de promotor
spacer DNA sequences
dna tussen cis-regulatoire sequenties
mediator
protein complex dat ervoor zorgt dat eiwitten met RNA pol kunnen communiceren en het positioneert TFIIH op de staart van RNA pol
coactivators en co-repressors
eiwitten die niet direct aan het DNA binden maar aan andere gebonden transcriptieregulatoren
enhancer
cis-regulatory sequence waar transcriptie activatoren binden
synergie
transcriptieregulatoren hebben samen hun effecten met elkaar vermenigvuldigd