Week 3 Flashcards

1
Q

subliminale reclame

A

extreem korte boodschappen die niet bewust waar te nemen zijn.
Voorbeeld: het heel kort laten zien van popcorn en cola in de bioscoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

subliminale priming

A

een prikkel die onbewust wordt waargenomen, maar kan wel invloed hebben op ons gedrag en beslissingen.
Voorbeeld: in de ochtend lezen dat iemand veel geld heeft gedoneerd, ben je in de middag meer bereid om iemand geld te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mère exposure effect

A

een stimulus die men vaker heeft gezien, zal een gevoel van vertrouwen oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

subliminale primes (niet hetzelfde als priming)

A

kunnen indrukvorming beïnvloeden doordat ze bepaalde concepten of kenmerken meer toegankelijk maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prime

A

activeert een bepaald concept dat vervolgend als interpretatiekader wordt gebruikt. het effect kan sterker zijn als het subliminaal is, omdat mensen het onbewust hebben ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de drie voorwaarden waaraan een priming moet voldoen?

A

simpel: het moet simpel zijn, omdat het onbewust moet kunnen waargenomen worden.
Geen ontkenning: het dient geen ontkenning te bevatten
gemoedstoestand: het dient aan te sluiten bij de gemoedstoestand waarin de ontvanger zich bevind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

embodiment

A

gedrag van mensen wordt onbewust beïnvloeden door automatische associaties tussen lichamelijke zintuigen ervaringen en bijpassende mentale concepten.
Geuren zijn hier een voorbeeld van, je bent je niet bewust dat je specifieke geuren ruikt maar toch maak je een beslissing door die geur. Voorbeeld: LUSH winkel of koekjes gaan bakken in het huis dat je wil gaan verkopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kameleon effect

A

je ziet andere mensen iets doen dus je gaat dat ook doen. Zien eten doet eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

perceptie- gedrag link

A

spieren worden geactiveerd als we andere mensen die spieren zien bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

perifere cue

A

hoort bij sympathie, je zal je sneller over laten halen door iemand die je aardig vind. De sympathie moet wel gemeend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

surface acting

A

doen alsof je het slijmen meent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

deep acting

A

geloven dat je het slijmen meen t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

signaal stimuli’s zijn?

A

gebruiken van specifieke signaal woorden zoals “want, omdat” hierna komt er een bepaalde reden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stel je eens voor techniek

A

is een techniek waarmee een product zo levendig mogelijk wordt voorgespeeld. Voorbeeld: stel je eens voor dat je dit elke dag gaat gebruiken, heb je zo de aankoop prijs weer helemaal terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

contrast principe

A

is een principe in de menselijke waarneming en beïnvloeden de manier waarop het verschil tussen twee stimini wordt waargenomen. product waarderen afhankelijk van de vorige gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sturende taal

A

maakt gebruik van specifieke woorden, wat anderen stuurt naar een beslissing die voor jou gunstig is.

17
Q

nudging

A

doormiddel van een duwtje in de rug worden mensen gestuurd naar de juiste richting.
Voorbeeld:
Opgeruimd staat netjes
vlieg in de pot
je bent niet alleen

18
Q

fear then relief

A

eerst zorgen dat mensen angst aanvaren en daarna de bron van angst wegnemen waardoor opluchting komt en er een verzoek wordt gedaan.

19
Q

verstoord dan herformuleer techniek

A

het kritisch denken van mensen verstoren, waardoor ze inschikkelijker worden en gemakkelijker instemmen met een verzoek.
Voorbeeld: koop een kilo appels kost maar 150 cent, dat is 1,5 euro. Wat een koopje

20
Q

de prikkel techniek

A

haalt mensen uit hen gedachtenloze staat.
Voorbeeld; waarvoor heeft nou iemand 37 cent nodig? i.p.v.: wat geld of 25 cent) en doorbreekt op deze manier het automatisme. Het verzoek prikkelt de aandacht, waardoor er meer kans is op succes.

21
Q

normatief conformisme

A

mensen willen niet uit de toon vallen, ze laten hun beslissing afhangen aan dat van andere

22
Q

wederkerigheid

A

iets doen voor iemand die hetzelfde voor jou doet.
Voorbeeld: pepermuntjes bij je rekening, is kan op meer fooi.

23
Q

door in the face techniek

A

een beïnvloedingstechniek die berust op het principe van wederkerigheid. Iemand doet eerst een groot verzoek waarvan hij vrijwel weet dat het geweigerd zalmorden en na deze weigering doet hij een stap terug en komt hij met een lager verzoek.
Voorbeeld: Eerst worden studenten om een buitensporige grote gunst gevraagd om gedurende twee jaar lang, twee uur per week als begeleider op te treden voor jeugdige delinquenten. Pas nadat dit verzoek verwijderd was, deden ze het verzoek waar het eigenlijk om ging: het begeleiden van delinquenten naar de dierentuin.

24
Q

that’s not all techniek

A

iemand doet eerst een aanbod, en terwijl de andere over het aanbod nadenkt komt hij met een aanbod dat net iets beter is.
Voorbeeld: teleshopping

25
Q

Foot in the door techniek

A

er wordt als eerste een klein verzoek gedaan waarvan dit door de ander ingewilligd zal worden. Vervolgens komt hij met een groter verzoek waar het eigenlijk omgaat.
vb: merel vraagt kun je een glas water in de keuken pakken en als luna in de keuken staat ook vragen of ze een boterham wilt maken.

26
Q

schaarste principe

A

houdt in dat mensen geneigd zijn meer waarde aan een object toe te kennen naarmate deze moeilijker verkrijgbaar is.

27
Q

reactance theorie

A

hebben mensen behoefte aan keuze vrijheid. Wanneer mensen het gevoel hebben dat hun keuzevrijheid wordt aangetast, proberen ze dat te herstellen. Wanneer de keuzevrijheid in het geding komt, roept dat volgens de reactance-theorie verzet op. De optie die niet tot de mogelijkheden behoort of beperkt is, wordt daardoor aantrekkelijker. Mensen willen die keuzeoptie hebben, niet omdat die optie zelf zo interessant is, maar omdat de beschikbaarheid van die optie de keuzevrijheid zou herstellen.
Voorbeeld: De aankondiging dat ouders niet meer mogen meekijken tijdens de zwemles, en de ouders komen ineens in verzet: ‘Hoe durven ze, we hebben toch zeker het recht om te kijken hoe het met onze kinderen gaat’, terwijl ze normaal onder de zwemles boodschappen zouden doen.

28
Q

automatische imitatie

A

onze neuronen stemmen af waardoor we elkaar leuker en aantrekkelijker vinden

29
Q

welke factoren spelen een rol bij informatieve en normatieve conformisme

A
  • groot van de groep
  • unanimiteit van de meerderheid
  • de status van de meerderheid
30
Q

wanneer is er sprake van informationele invloed?

A

als iemand zich conformeert omdat hij zijn eigen standpunt niet vertrouwd.

31
Q

inschikkelijkheid

A

als je je makkelijk aanpast of doet wat andere willen

32
Q

acceptatie

A

je bent overtuigd en past je attitudes en gedrag voor de periode en langere tijd aan.

33
Q

bandwagon effect

A

als mensen zien dat andere mensen bepaalde dingen doen zullen ze dit ook sneller doen. Bijvoorbeeld als er veel op school word gesproken over een Iphone zal je die ook sneller kopen.

34
Q

minderheidsstandpunten

A

worden wel geuit als het standpunt van de minderheid social wenselijker is dan dat van de meerderheid.

35
Q

beinvoedingsstrategien van Cialdini

A
  1. wederkerigheid: wie iets krijgt doet iets terug
  2. sympathie: we nemen iets aan van iemand die we aardig vinden
  3. autoriteit: als de huisarts zegt dan luister je sneller naar hem dan naar je moeder
  4. consistentie: mensen doen iets wat aansluit bij eerdere keuzes
  5. Consensus : sociale bevestiging
  6. Schaarste: als er weinig van is dan willen mensen er meer voor betalen. Limited Edition.
36
Q

zero cost effect

A

gratis is sterker dan de helft korting. Dus 1 + 1 gratis of koop er twee en krijg 50 % korting.