lesweek 5 Flashcards

1
Q

zelfhandicappen

A

belemmering voor goede prestaties creëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem drie principes van mentaal boekhouden

A

geldpiramide
latte effect
creditcard effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem de volgorde van de geldpiramide en vertel wat het inhoudt

A
  1. pensioen
  2. waarde huis
  3. beleggingen
  4. spaarrekeningen
  5. bankpas
  6. portomonee

hoe hoger in de piramide hoe moeilijk om geld uit te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

latte effect

A

kleine bedragen worden genegeerd dus ga je er onbewust toch veel uitgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

creditcard effect

A

mensen geven meer geld uit dan normaal. ze zijn bereid 60% - 110% meer te betalen. het geld wordt onzichtbaar en dit stimuleert impulsief koopgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn twee factoren die de betaalpijn beinvloeden?

A

twee factoren die dit beinvloed.
1. tijd tussen betalen en consumptie = hoe langer ertussen zit hoe minder pijn tijdens de consumptie
2. aandacht = hoe onzichtbaarder hoe makkelijker je iets uit geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mere ownership effect- scarcity heuristic - endowment effect

A

hogere waarde aan iets dat van ons is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat betekent you are the product?

A

als je ergens niet voor betaald en er wel gebruik van maakt ben jij het product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

privacy paradox

A

mensen maken zich zorgen om hun privacy maar slechts weinig procent wilt hier ook actie in ondernemen.
vb: slechts 9% is bereid om te betalen als dan hun gegevens prive blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is waarde bepaling

A

consumenten passen hun ervaring aan op basis van verwachtingen van de prijs merk erc. mogelijke verklaringen zijn hiervoor: placebo effect, self fullfilling prophecy, cognitieve dissonantie reductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een prijs als kwaliteit indicator?

A

als je geen idee hebt van de kwaliteit van een product dan is de prijs een indicator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de invloed van een merk

A

de ervaring van een merk heeft invloed op hoe we de kwaliteit van een product ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

presentatie

A

de presentatie hoeft niet mee te wegen aan de kwaliteit maar kan wel invloed uitoefenen. denk aan wijn in een pak of in een fles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

psychologische prijzen

A

ankerig voor prijzen. …99 cent het oogt goedkoper omdat je van links naar rechts leest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

third person effect

A

we denken dat allen anderen gevoelig zijn voor beinvloeding door reclames of psychologische prijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

save more tomorrow (nudge om te sparen voor je pensioen) past vijf dingen toe
Cool Zijn Maakt Veel Geld

A
  1. complexiteit verminderen
  2. zelfbeheersing
  3. meedoen (=standaardoptie)
  4. verlies aversie voorkomen
  5. geld illusie
17
Q

wat houdt het principe complexiteit verminderen in

A

makkelijk om te bepalen hoeveel je maandelijks kan missen. beginnen met een klein bedrag, aanmelden is makkelijk

18
Q

wat houdt het principe zelfbeheersing in?

A

bepalen dat je meer wilt sparen is makkelijker als dat in de toekomst is, dan nu. er is mindere mate van zelfbeheersing nodig

19
Q

wat houdt het principe meedoen in

A

standaardoptie. niet meedoen vereist actief handelen

20
Q

wat houdt het principe verlies aversie voorkomen in

A

koppeling met loonsverhoging, zodat je meer sparen niet netto merkt dus geen verlies ervaart

21
Q

wat houdt het principe geldillusie in

A

deelnemers vergeten rekening te houden met inflatie en moeten dus ook meer sparen als ze er laten van willen leven daarom is dit de standaard

22
Q

wat betekent krediet markten

A

lenen wordt makkelijker terwijl de constructies steeds ingewikkelder worden bv hypotheek
vuistregel: hoe complexer de lening hoe duurder het vaak is voor diegene die moet betalen, komen vaak slachtoffers van

23
Q

twee gevolgen van krediet markten

A

slachtoffers: laagopgeleiden , mensen met weining zelfcontrole
problematische schulden nemen toe; absoluut gezien nemen schulden af maar er zijn meer huishoudens met problematische schulden.

24
Q

noem zes bezwaren tegen libertair paternalisme

A
  1. het hellende vlak
  2. kwaadwillende duwtjesgevers en slechte duwtjes
  3. het recht om fouten te maken
  4. over straf, herverdeling en keuze
  5. grenzen trekken en het openbaarmakingsprincipe
  6. neutraliteit
25
Q

wat houdt het hellende vlak in

A

wanneer gaat een duwtje te ver. bv enge plaatjes op sigarettenpakjees

26
Q

wat houdt kwaadwillende duwtjesgevers en slechte duwtjes in

A

bij comerciele inzet is er een groter eigenbelang. als je een betere camera wil moet je eerst de facebook updaten

27
Q

wat houdt het recht om fouten te maken in

A

van fouten leer je; de mensen hun eigen fouten laten maken bv je leeft ongezond en krijgt een hartinfarct. daarna leef je gezonder

28
Q

wat houdt het principe over straf, herverdeling en keuze in

A

we zijn een samenleving die elkaar willen helpen en steunen maar zou dit wel moeten. bv het free riders effect

29
Q

wat houdt het principe grenzen trekken en het open baarmakingsprincipe in

A

informed consent (je zou iederen moeten informeren over het nudgen); het nudgen van mensen gebeurt vaak onbewust

30
Q

wat houdt neutraliteit in?

A

wie bepaalt wat goed is. wie bepaald bijv of wapen hebben goed of slecht is.