Week 3

Question 1

Welke 3 soorten requirements zijn er?

Answer 1

1. Business requirements = Waarom zoek je een oplossing?
2. User requirements = Wat moet de oplossing bieden?
3. System requirements = Hoe moet de oplossing eruit zien?
   - Functionele en niet-functionele eisen

Question 2

Wat zijn de generieke stappen in onderzoek?

Answer 2

1. Beschrijven aanleiding & doelstelling
2. Beschrijven methode
3. Verzamelen data
4. Analyseren data
5. Beschrijven resultaten
6. Beschrijven conclusie & aanbeveling

Question 3

Wat zijn belangrijke regels bij het opstellen van een enquête?

Answer 3

• Vermijd moeilijke/onduidelijke omschrijvingen.
• Vermijd dubbele ontkenningen.
• Gebruik zo min mogelijk open vragen.
• Stel concrete, duidelijke vragen die eenduidige antwoorden opleveren.
• Maak gebruik van neutrale enquêtevragen.
• Stel eerst algemene enquêtevragen en daarna specifieke om vooroordeel te vermijden.
• Formuleer de vragen niet te persoonlijk of bedreigend.
• Je mag de open vraag aan het einde stellen aan de invullende persoon of deze nog iets op te merken heeft of een vraag heeft.

Question 4

Wat betekenen validiteit en betrouwbaarheid?

Answer 4

Valide
= Als je met de data meet wat je wilde meten (doel)
Betrouwbaar
= Als steeds dezelfde data zou worden verzameld op basis van de gehanteerde methode (onder dezelfde condities dus)

Question 5

Wat is belangrijk bij het verzamelen van data?

Answer 5

• Data is verzameld volgens geschikte en bewezen methode (enquête) -> ++betrouwbaarheid
• De juiste data wordt verzameld door vragen + antwoordmogelijkheden op basis van het doel te stellen -> ++interne validiteit
• Steekproefomvang en respons is groot genoeg -> ++externe validiteit (generaliseerbaarheid), ++betrouwbaarheid
• Noteer afwijkingen!

Question 6

Wat is belangrijk bij het beschrijven van de resultaten?

Answer 6

• Beschrijf het proces feitelijk.
• Beschrijf de resultaten op een neutrale, feitelijke en overzichtelijke manier door ruwe data samen te vatten.
• Geef aan hoe resultaten geïnterpreteerd moeten worden (grafische weergave + toelichting).
• Beschrijf de resultaten in een logische volgorde.

Question 7

(Onzeker of dit toetsstof is)

Weet je wat het verschil is tussen correlatie en causaliteit?

Answer 7

Correlatie betekent dat er een verband is tussen 2 variabelen. (“Statistische samenhang tussen 2 grootheden volgens Google).
Causaliteit houdt in dat de ene de andere veroorzaakt.

Question 8

Benoem 4 dingen die je kan aantonen met grafieken en tabellen.

Answer 8

1. Correlatie: het verband tussen 2 of meer variabelen.
2. Rank: wat staat boven of onder wat.
3. Distributie: hoe zijn zaken verdeeld.
4. Verandering over de loop des tijd.

Question 9

Beantwoord de volgende vragen over enquêtes:

• Wanneer
• Waarom
• Wat
• Wie
• Waar

Answer 9

Een enquête voer je uit wanneer je van een grote groep mensen antwoord wilt op een aantal vragen. Deze groep moet dan de populatie of een representatieve groep van de populatie zijn.
Enquêtes kunnen fysiek en online worden ingevuld.
De resultaten worden gebruikt voor het ophalen van de requirements.