Week 2 Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van een Requirement?

A

Een behoefte of doelstelling van een belanghebbende, dan wel eis, wens of beperking waaraan een systeem dient te voldoen om tegemoet te komen aan die behoefte of doelstelling.

Belangrijkste aspecten:

  • “Behoefte belanghebbende”
  • “Doelstelling belanghebbende”
  • “Voorwaarde van een product”
  • “Eigenschap van een product”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de traditionele stappen in requirements engineering?

A
  1. Elicitatie
    = Ontdekken en ophalen van requirements van gebruikers, klanten en andere stakeholders.
  2. Analyse
    = Beoordelen van helderheid, volledigheid, consistentie en eenduidigheid
  3. Specificatie
    = SMART vastleggen van de requirements.
  4. Verificatie
    = Nagaan bij de stakeholders of de requirements aansluiten bij hun beeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat moet je voor elke onderzoeksmethode bepalen?

A
  1. Onderzoeksdoel;
  2. Onderzoekseenheid;
  3. Onderzoekskenmerken / -variabelen.
Bij de enquête van blok 2 zijn dit:
1. Kennisbehoefte bepalen
2. Populatie
3. Operationaliseren onderzoekseenheid
= Meetbaar maken van abstracte concepten/ideeën, ofwel specifiek vermelden wie/wat één onderzoeksEENheid is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn onderzoekseenheden?

A

Personen, dieren, bedrijven instanties, objecten of situaties waarover op basis van het onderzoek uitspraken worden gedaan (samen: populatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn onderzoeksvariabelen?

A

= Kenmerken/eigenschappen van onderzoekseenheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de diverse soorten requirements?

A
  1. Waarom? = Business requirements (WAAROM zoek je een oplossing?)
  2. Wat? = User requirements (WAT moet de oplossing bieden?)
    - Wat moeten de gebruikers kunnen doen met de oplossing?
    - Wat zijn de eigenschappen van de gebruikers?
  3. Hoe? = System requirements (Hoe moet de oplossing eruit zien?)
    - Kwaliteitskenmerken.

Aantekening van Kockelkoren:

  • Gebruikerseisen hebben systeemeisen als gevolg.
  • Gebruikerseisen bestaan uit functionele eisen en niet-functionele eisen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van functionele eisen?

A

= Eisen die de vereiste werking beschrijven van een systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de definitie van niet-functionele eisen?

A

= Eisen die de manier beschrijven waarop het systeem deze werking moet aanbieden (ISO 25010 voor Software).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke onderzoeksmethoden ken je per stap in het R&D proces?

A
  1. Requirements -> Enquête
  2. Grounding -> Quick scan literature
  3. Design/Build -> Paper prototype
  4. Evaluate -> Black box testing
  5. Dissemination -> Posterpresentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de volgende onderdelen over het kiezen van een enquête als onderzoeksmethode.

  • Wanneer
  • Waarom
  • Wat
  • Wie
  • Waar
  • Hoe
A

Een enquête is handig om te gebruiken als je antwoorden nodig hebt van een grote groep mensen waarbij je niet de tijd hebt om iedereen 1-op-1 te interviewen.

Hierbij vraag je een grote groep mensen om een vragenlijst in te vullen. Deze groep moet de populatie of een representatief deel van de populatie zijn. De locatie is niet van belang.

Ten slotte kan een enquête uit open en gesloten vragen bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benoem enkele voor- en nadelen van het gebruiken van een enquête.

A

Voordelen:

  • Weinig kosten
  • Je kan het over verre afstand makkelijk ‘sturen’ en ‘ontvangen’.
  • Snel resultaten, omdat mensen het vanaf hun apparaat kunnen invullen.
  • Het kan anoniem zijn.
  • Gestandaardiseerde vragen (=alle invullers beantwoorden dezelfde vragen)

Nadelen:

  • Data kwaliteit (validiteit): interpretatie, geen idee wie achter het scherm zit, geen idee of ze het serieus hebben genomen, etc.
  • Representatie kan incorrect zijn (per ongeluk of expres).
  • Aantal invullenden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly