Statistiek in 20 stappen: Ho 8 Flashcards
Wat is een kansvariabele?
= Een variabele waarvan de uitkomsten door het toeval worden bepaald.
Wat is een kansfunctie?
= Een functie waarmee kansen kunnen worden berekend (wauw).
Bij welk soort variabele wordt de kansfunctie gebruikt?
Continue variabelen.
Wat is een belangrijk kenmerk van een kansvariabele?
De uitkomst moet altijd een getal zijn.
Zou je voor een continue variabele de kans berekenen op een losse uitkomst? Waarom wel/niet?
Nee, want de kans van 1 los puntje op de X-as heeft een 0,0% kans.
Bij continue variabelen bereken je de kans op intervallen:
P(x1 < x met _ eronder < x2)
Weet je hoe een normale verdeling eruit ziet?
Klokvormige curve.
Wat betekent het voor de uitkomsten als de standaarddeviatie een lage waarde heeft?
Dat betekent dat de uitkomsten sterk geconcentreerd liggen rondom u.
Wat betekent het voor de uitkomsten als de standaarddeviatie een hoge waarde heeft?
Dat betekent dat de uitkomsten een bredere spreiding hebben.
Wat geeft N(u, o) aan?
Dat is het symbool van een normale verdeling, waarbij u het gemiddelde is en o de standaarddeviatie.
Wat moet je bij N(u, o) invullen voor de standaardnormale verdeling?
u = 0 en o = 1
Waarvoor staat de z met een _ eronder?
- Een variabele met een standaardnormale verdeling.
- Volgens pagina 93 staat het voor een grenswaarde.
Leer tabel 8.1 van “Statistiek in 20 stappen” (pagina 91) af te lezen.
:thumbsup:
Zorg ervoor dat je echt begrijpt hoe je die tabel moet aflezen!!!
:thumbsup:
Wat is de formule voor de hoeveelheid standaarddeviaties tussen grenspunt g en gemiddelde u?
z = (g - u)/o
Het resultaat is het aantal o’s (standaarddeviaties)
Hoe ga je van % kans naar een grenswaarde? (Ken je de piramide van delen en vermenigvuldigen?
/ \ / A \ ------------------------- / B * C \ ------------------------
Je moet de standaarddeviatie en het gemiddelde weten.
Deze vul je in de formule in.
Het percentage kan je ook invullen (als decimaal getal!)
z = (g - u)/o
(g-u) kan je als A zien, z als B en o als C.
Dus B = A / C naar A = B * C
(g-u) = z * o
bereken z * 0 en doe +u, dan weet je wat de waarde van g is, ofwel de grenswaarde!