Week 2: politiek van het begrotingsproces Flashcards

1
Q

Simpele definitie begroting:

A

het plan in financiële termen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitgebreide definitie begroting:

A

een begroting is een plan voor de vervulling van de programma’s gerelateerd aan doelstellingen en doelen binnen een bepaalde tijdsperiode, inclusief een schatting van noodzakelijke middelen en een inschatting van de beschikbare middelen. Meestal vergeleken met periodes uit het verleden en toekomstige behoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie kernfuncties van iedere begroting:

A

Allocatie: beschikbare middelen verdelen over geprioriteerde activiteiten/diensten

Management: autoriseren van organisatie/managers om doelstellingen te realiseren. Doel is gealloceerd geld vertalen naar realisatie van prestatieafspraken

Verantwoording: nagaan of managers ook daadwerkelijk het geld hebben uitgegeven volgens de juiste categorieën en ook de gewenste maatschappelijke resultaten hebben behaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kernonderdelen begroting

A
  • Tijdspanne (meestal een jaar, maar soms meerjarig)
  • één entiteit (rijksoverheid, gemeenten, of onderdelen daaronder)
  • Verschillende componenten: inkomstencomponenten (belastingen) en uitgavencategorieën
  • Verschil in detail van de begroting en bindendheid
  • Type informatie: welke doelen etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Begrotingen in de publieke sector bevat altijd politiek, want..

A
  • Het alloceren van geld naar gelang van de concurrerende prioriteiten.
  • Altijd issues van eerlijkheid en sociale gerechtigheid.
  • Nationaal niveau: verdelen van geld (via belasting naar sociaal stelsel).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Financiële informatie kan gepresenteerd worden in objectieve of subjectieve termen

A

Objectief: inkomsten en uitgaven worden geanalyseerd in termen van de output en diensten of kapitaalprojecten: per afdeling, per cursus.
Vooral voor externe partijen belangrijk.

Subjectief: de analyse is in termen van input, zoals werknemerskosten.
Onderwijzend personeel, management team.
Vooral intern belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Functies van begrotingen

A
  • Plannen
  • Autoriseren van uitgaven
  • Prestaties meten
  • Controleren
  • Communiceren
  • Het motiveren van managers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vier verschillende manieren van begroten

A
  • Incremental budgeting
  • Zero-based budgeting
  • Performance budgeting
  • Participatory budgeting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veelvoorkomende begrotingsindelingen

A
  • Productbegroting
  • Programmabegroting
  • Prestatiebegroting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Productbegroting

A

Ook wel line-item.
Begroting die belangrijkste uitgavencategorieën als fundament aanhoudt

Onderscheid tussen personele lasten, operationele lasten en kapitaallasten.

Weinig aandacht voor doel en activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Programmabegroting

A

Begroting die de belangrijkste doelen en activiteiten als fundament aanhoudt

Maakt geen onderscheid tussen verschillende soorten lasten, maar tussen verschillende soorten ambities en doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly