Week 2 HC3 De Eeuw Van De Sigaret: (gebrek) Aan Preventie In Historisch Perspectief Flashcards
Pathofysiologisch model
- door middel van symptomen, tekenen van ziekte. Dit valt onder het eerste- en tweedepersoons perspectief
- de diagnose wordt statisch gesteld (hier en nu)
- ziek lichaam met een onderliggende laesie of pathofysiologisch proces/defect die blootgelegd en behandeld wordt
Surveillance model
- statistische afwijkingen binnen populatie bekijken: derdepersoons perspectief
- er wordt een prognose bepaald (dit is voor in de toekomst en is dynamisch)
- het komt steeds meer los te staan van het lichaam. Het accent wordt meer gelegd op de leeftstijl/risicofactoren: multifactorieel, multidimensioneel model. Dit is niet meer gekoppeld aan een concreet ziekteverloop.
Enkele aspecten van de surveillance -> medicalisering
Medicalisering: expansie van het medische domein, leidend tot:
- vervagende grenzen tussen ziek en gezond
- pathologisering van het normale (wat vroeger normaal was, wordt nu gezien als voorstadium of verhoogd risico)
- risicocultuur: paradox van doing better, feeling worse (de bevolking is zich bewust van de gezondheidsrisico’s)
Enkele aspecten van de surveillance -> disciplinering
- het initiatief verplaatst van de patiënt naar de artsen/instanties -> er is ongevraagde bemoeienis vanuit de overheid (toewijzingsmacht -> medische experts wijzen mensen toe tot bepaalde risicogroepen)
- staatburgers (paternalisme-autonomie, rechten en plichten)
- morele aspecten (beschaving en opvoeding van de arbeidersklasse)
Aspecten die een rol spelen bij het nationaal preventieakkoord, welke sterk gericht is op roken, alcohol en eten/bewegen.
- individueel gedrag
- moraal (blaming the victim)
- politieke verantwoordelijkheid of paternalisme
- economische belangen
- juridische aspecten, aansprakelijkheid (bv rechtszaken tegen de tabaksindustrie)
- cultuur
Opbouw van de analyse van roken in de twintigste eeuw (boek: The Cigarette Century van Allen M. Brandt)
- Cultuur: het creëren van betekenis
- Wetenschap: het afwegen van de kennis
- Politiek: burgerschap en verantwoordelijkheid
- Regulatie: wet, regels en aansprakelijkheid
- Globalisering: wereldwijde erkenning van het probleem
(1) de cultuur van roken
- branding: het aan de man brengen van een ‘empty product’ -> gedaan door hier betekenis aan te geven -> roken werd geassocieerd met een seksuele aantrekkingskracht, viriliteit en onafhankelijkheid
- veel filmsterren en reclames waarin werd gerookt
- sigaret ontwikkelde zich erg snel vanuit de periferie tot culturele dominantie -> geassocieerd met krachtige culturele waarden
(2) de wetenschap van roken
- langzaam maar zeker nam bewijs toe over hoe ongezond sigaretten zijn -> de tabaksindustrie kwam in protest
- tabaksindustrieën gingen samenwerken en twijfel blijven zaaien zodat mensen zouden blijven roken -> zelf resultaten produceren dat roken niet schadelijk is en ‘gezondere’ sigaretten ontwerpen
- tabaksindustrie benadrukte de complexiteit van het verband tussen roken en de gezondheidsgevolgen, door te wijzen op de variabiliteit en de multicausaliteit van de gevolgen
TIRC (Tobacco Industry Research Committee)
Een samenwerking van grote bedrijven in de jaren 50
- claimden interesse te hebben in de gezondheid van mensen en hier ook verantwoordelijkheid voor te nemen en zeiden dat hun producten niet schadelijk waren voor de gezondheid -> zo bleef de consument in twijfel
Door welke zaken was van 1950 - 2000 het antirookbeleid ‘dweilen met de kraan open’?
- taak van de arts: behandelen van de ziekte, niet preventie
- artsen wilden patiënten niet bang maken
- er waren alleen enkelingen die tegen roken waren
- er was een effectieve tabakslobby, die op de medici gericht was (o.a. een gratis tijdschrift)
(3) de politiek van roken
- in politiek debat in het Congres werd tabaksgebruik gepresenteerd als verantwoordelijkheid van de individuele rokers. Rokers moesten ofwel stoppen ofwel de consequenties dragen -> tabaksregulering was daarom geen politieke prioriteit.
- enige wat zou gebeuren was dat er op pakjes sigaretten gezet werd dat het schadelijk kòn zijn
Individuele verantwoordelijkheid <-> publieke verantwoordelijkheid
Individuele verantwoordelijkheid
- gevoel van individuele controle over de gezondheid
- vervreemding/afstand t.o.v. de ziekte -> iemand heeft zelf gerookt, dus moet nu hiervan de consequenties dragen
Publieke verantwoordelijkheid
- een complex aan krachten brengt mensen al op jonge leeftijd aan het roken
- gezamenlijke verantwoordelijkheid -> het individu is verantwoordelijk, maar dit sluit niet uit dat de tabaksindustrie, de overheid en/of zorgprofessionals een verantwoordelijkheid hebben
3 belangrijke argumenten van de antirooklobby
- roken is slecht voor de gezondheid en zou daarom moeten worden gereguleerd door de overheid
- roken doet schade aan de niet-rokers (‘meeroken’)
- rokers doen schade aan onschuldige kinderen
Welke argumenten van de antirooklobby waren effectief?
Alleen de laatste 2 argumenten
(4) de regulering van roken
- samenleving werd meer gezondheidsbewust
- sigaretten bleken verslavend te zijn: dus geen vrije keuze van rokers