Week 2 Flashcards
Wat is de hermeneutische cirkel?
De cirkel tussen deel en geheel bijv: woor naar zin, zin naar hoofdstuk
Historisering
Visie waarbij iets wordt begrepen vanuit zijn historische ontwikkeling
Historisch besef
een in de moderne tijd ontstane houding en visie die het eigen bestaan opvat als onderdeel van een lineare geschiedenis met een beginpunt en een eindpunt waar werkelijk iets nieuws kan gebeuren
Verlichting
Filosofische en culturele stroming uit de achttiende eeuw
Kennisleer
sub-discipline in de filosofie die vraagt naar aard, oorsprong, reikwijdte en rechtvaardiging van kennis; ook epistemologie genoemd
Rationalisme
Filosofische stroming die het denken als voornaamste bron en rechtvaardiging van kennis ziet
Empirisme
Filosofische stroming die waarneming en ervaring als voornaamste bron en rechtvaardiging van kennis ziet
Ideeën
Bij Plato: essenties van alle dingen, alleen voor het denken toegankelijk; bij Hegel: denkbeelden die via uitdrukking in de werkelijkheid tot verdere ontwikkeling en inzicht komen
Esthetica
Letterlijk: waarnemingsleer; verwijst meestal naar schoonheidsleer of kunstfilosofie; filosofische subdiscipline die vraagt naar aard, betekenis en rechtvaardiging van schoonheid en van kunst
Transcendentale filosofie
Filosofie die vraagt naar mogelijkheidsvoorwaarden, de vooronderstellingen die iets mogelijk maken
Romantiek
Culturele stroming uit eind achttiende en negentiende eeuw, had niet alleen kritiek op de verlichting; bouwde er ook op
Geist
Letterlijk: geest; dit verwijst niet alleen naar de individuele menselijke geest, maar ook naar zijn culturele expressies die het individuele overstijgen; andere mogelijke vertaling: cultuur
Duits idealisme
Filosofische stroming uit de vroege negentiende eeuw die cultuur ziet als uitdrukking van ideeën.
Waarom kan Kants filosofie kritisch genoemd worden?
Omdat hij niet van dogma’s of principes wilde uitgaan, maar kritisch onderzoek deed naar de voorwaarden en mogelijkheden van kennis, denken en moraal.
Dialectiek
Denkwijze die ontwikkeling via tegenstellingen onderzoekt;
bij Hegel: denkwijze die vooruitgang door verzoening van tegenstellingen voltrekt;
bij Adorno: denkwijze die verstrikt raakt in tegenstellingen;
bij Ricoeur: denkwijze die spanningen blootlegt tussen polen die elkaar vooronderstellen maar niet tot elkaar herleidbaar zijn