week 16 Flashcards

1
Q

redenen waarom je kan gaan piepen (bij hartproblemen)

A

stuwing –> drukt luchtwegen dicht of zitten vol
luchtwegen dichtgedrukt door vergroot hart en bloedvaten
door hypoxemie knijpen luchtwegen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pulmonale hypertensie als

A

mean PAP > 20 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pulmonale hypertensie –> hoge weerstand longen –>

A

RV overbelasting –>
uiteindelijk tot RV-schade
–> vroegtijdige dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

pulmonale hypertensie is

A

een symptoom dat door iets anders wordt veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken pulmonale hypertensie

A

pre-capillair probleem (voor de longcapillairen, longprobleem)
post-capillair probleem (probleem linker harthelft, hartprobleem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

mechanische prikkels zijn voor andere andere ademhaling, maar ook chemische prikkels:

A

zuurstofgehalte
koolzuurgehalte
pH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor krijgen mensen met eindstadium COPD oedeem?

A

door cor pulmonale = een hartprobleem door ene longprobleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cor pulmonale

A

ook wel pulmonale hypertensie
door slecht longweefsel, perfusie long minder goed, druk omhoog, hartfalen want RV dilateert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

crepiteren bij auscultatie door

A

vocht in de longen
longfibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

anti-GBM nefritis en anti-GBM pulmonitis noem je samen

A

goodpasture’s syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly