Week 15 Flashcards
Wat is Enterobius vermicularis(aarsmaden)?
- orale opname eitjes, fecale verspreiding
- niet invasief
- symptomen: jeuk rond anus
- diagnostiek: volwassen worm in ontlasting, plakband preparaat
- behandeling: mebendazol, hh op dg 14; ook gezinsleden
Wat is ascaris lumbricoïdis(spoelworm)?
- faeco-orale transmissie: orale opname eieren, larve penetreert darmwand, via bloedvat naar long waar opgehoest en doorgeslikt
- symptomen: Löffler syndroom(koorts, hoesten, eosinofilie, pulmonair infiltraat), als veel wormen buikklachten en ondervoeding
- diagnostiek: microscopie eieren/determinatie volwassenen worm in feces
- behandeling: albendazol
Wat is strongyloides stercoralis?
- leeft op vochtige plaatsen
- penetreert huid en weefsels, via longen ophoesten en doorslikken in darm
- faeco-orale transmissie en auto-infectie: lange infectieduur
- symptomen: diarree, buikpijn, Löffner syndroom, pneumonie, koorts, jeuk
- als immuungecompromiteerd ernstiger beloop en disseminatie
- diagnostiek: bij eosinofilie(niet altijd!); larven in faeces, serologie; bij disseminatie lichaamsvocht
- behandeling: ivermectine po
- screening: bij hoge dosis immuunsupressiva, Tx pt en hematologische pt
Wat is schistomiasis(bilharzia)?
- humane schistosoma species(niet-humane geven zwemmersjeuk)
- importziekte
- via feces in zoet oppervlaktewater, zoetwaterslak is tussengastheer, penetreren huid en gaan naar darmen of blaas
- klachten door eieren, wormen in bloedbaan onderdrukken immuunrespons
- stadia: invasie(cecariën dermatitis) -> Katayama syndroom(acute schistomiasis) -> gevestigde infectie -> chronische schistosomiasis(achtergebleven eieren geven fibrosering)
- diagnostiek: serologie, urine/feces microscopie, PCR, urine antigeen test
- behandeling: altijd vanwege fibrosering, met praziquantel
Wat is de relatie tussen invasieve worminfecties en allergie?
Lage prevalentie allergie in gebieden waar invasieve worminfecties vaker voorkomen en visa versa
Worminfecties geven Th2 respons met IL4/5/13 en eosinofilie, wormen onderdrukken deze respons met Treg waardoor minder allergie
Wat is een type I overgevoeligheidsreactie?
- IgE gemedieerd, Th2
- acute reactie(<2h)
- pathogenese: mestcel degranulatie
- Vb: acute urticaria, anafylaxie, hooikoorts
Wat is een type II overgevoeligheidsreactie?
- IgG/M gemedieerd: binding aan ECM met complementactivatie
- 4-8h na blootstelling
- schade door lysis doelwitcellen
- vb: chronische urticaria, geneesmiddelenovergevoeligheid (veranderen eiwitten op oppervlakte cel waardoor cellen als lichaamsvreemd beschouwd en afgebroken)
Wat is een type III overgevoeligheidsreactie?
- IgG bind aan circulerende antigenen -> immuuncomplex vorming
- slaan neer in kleine vaten in gewrichten en glomeruli
- schade door ontstekingsreactie
- 4-8h na contact
- vb: vasculitis
Wat is een type IV overgevoeligheidsreactie?
- T-cel(specifiek Th) gemedieerd
- vertraagde reactie(DTH): uren tot dagen na blootstelling
- vb: contacteczeem, ernstige geneesmiddelen reactie, tuberculinereactie bij Mantoux
Meest voorkomende allergenen zijn parfum en nikkel
Hoe werkt diagnostiek bij een allergie?
Type I
- huidtest(SPTP, ICT): allergeen in huid -> na 20 min aflezen
- immunoCAP: IgE aantonen in serum
- provocatietest(DBPCFC): gouden standaard, info drempelwaarde en klachten maar intensief en risico anafylaxie
Type IV(vertraagd): plaktest -> pleister op huid, afgelezen na 48 en 72h
Wat is de therapie bij allergie?
- elemineren antigeen
- dieet bij voedselallergie
- medicijnen
- immunotherapie: 3 maanden opbouwschema dosis allergeen(ic of po) waarna beschermd tegen anafylaxie, dan 5 jaar herhalen -> beschermd tegen anafylaxie
Wat is de pathogense van een IgE gemedieerde allergie?
- sensibilisatie fase(1e contact): APC -> Th2 cel stimuleert B-cel -> productie allergeen specifiek IgE -> antistoffen binden op FcR mestcellen
- effector fase(2e contact): allergeen bind -> crosslinking -> degranulatie mestcel -> uitscheiding cytokines(oa IL-4/5/13) en mediatoren(oa histamine)
- vroege fase(4-8h): broncho- en vsodilatate, oedeem, mucussecretie en zenuwstimulatie
- late fase: eosinofielen
Wat is atopisch syndroom?
Combi beelden, welk beeld vooropstaat verschilt door jaren heen
- rhinitis
- astma
- atopisch eczeem: jeuk, vaak in lichaamsplooien
- voedselallergie(OAS)
Wat is de relatie tussen eczeem en voedselallergie?
- kinderen met mn matig-ernstig eczeem(minderheid) hebben verhoogd risico op voedselallergie -> mn kippenei, koemelk, pinda en noten
- door barriere dysfunctie bij eczeem kunnen antigenen doordringen en activatie immuunsysteem geven
- veel sensibilisatie, hoe meer sIgE des te meer kans symptomen bij provocatie(meten!)
- advies: vanaf 4mnd introductie bijvoeding en hh provocatie voor tolerantie-inductie
- spontane tolerantie bij kippenei en koemelk mogelijk: 1-2jr controle
Geen eliminatiedieet bij eczeem: nadelen(juist voedselallergie ontwikkelen), geen effect eczeem
Voedselallergie: eliminatiedieet, noodset medicatie
Welke klachten passen bij een allergie?
- GI: angio-oedeem, jeuk, misselijk, braken, buikpijn, diarree
- huid: urticaria(acuut), eczeem(laat)
- luchtwegen: loopneus, verstopte neus, jeuk, niezen, benauwdheid, piepen, hoesten, stridor, heesheid
- ogen: jeuk, tranen, roodheid, zwelling
- CV: collaps, tachycardie, hypotensie
- anafylaxie= acute, levensbereigende reactie waarbij meerdere tracti betrokken
Wat is anafylaxie?
Verschillende definities: wel/geen hypotensie, allergeen of tracti betrokken nodig
Oorzaken: IgE-gemedieerd, niet-allergisch kan heel veel verschillende oorzaken zijn
Herkennen: kan zonder huid/mucosa reactie, denk aan C1 esterase deficiëntie bij enkel larynxoedeem
Behandeling: adrenaline im(iv meer bijwerkingen en niet beter), tryptase(indicatie mestcellen actief) en C4 meten op indicatie
Vervolg: min 2h observeren(langer bij initiële hypotensie: risico bifasische reactie), epipen meegeven en instructies, doorverwijzing
Wat zijn oorzaken van beroepsgebonden klachten?
Normale allergische klachten die ontstaan tijdens werk, minder in weekend en vakantie
- allergische reactie beroepsallergeen: H/LMW allergeen
Risicofactoren: hoge en continue expositie, roken, atopie, sensiblisatie
- hyperreactiviteit luchtwegen= toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli(parfum, schoonmaakmiddelen)
Verschil allergie: geen inflammatie en sensibilisatie
- direct toxisch effect irritantia: na langdurige expositie aan bv formaldehyde of RADS na eenmalige blootstelling brandrook
Wat is kruisreactiviteit?
IgE antistoffen primair tegen inhalatieallergeen reageren secundair met voedselallergenen
PR10 en profilin geven milde klachten, LTP en major opslag antigenen kunnen anafylaxie geven
- Graspollen: tomaat, tarwe, pinda, aardappel, meloen, peulvruchten
- Huisstofmijt: tropomyosine → spinnen, geleedpotigen, garnalen, slakken, krabben
- Boompollen: hazelnoot, walnoot, appel, perzik, kiwi, druif, kers
Hoe kan een huidtest met verdund insectengif negatief zijn bij verdenking allergie?
- ander insect
- refractaire periode na eerdere steek
- gebruik anti-histaminica
Wat is het advies bij een allergie voor amoxicilline?
Geen andere pencillines en aantal in NL weinig gebruikte orale cefalosporines
PPL is zijketen, niet iedereen is allergisch maar uit voorzorg vermijden
Wat is de ziekte van Graves?
Symptomen: hyperthyreoïdie, struma, opthalmopathie en pretbiaal myxoedeem
- vaker bij vrouwen, familiair, associatie andere auto-immuun zieken
- stimulerende TSHr Ab -> meer tyroxine gemaakt -> TSH omlaag
Behandeling: b-blokker verminderd symptomen; minder tyroxine productie door medicatie, radioactief jodium of schildklier resectie
Wat is pernicieuze anemie?
Macrocytaire anemie agv tekort functioneel IF door
- afname aantal pariëtale cellen
- auto-antistoffen tegen pariëtale cellen
- ernstige atrofische gastritis
- gastrectomie
- auto-antistoffen tegen IF die binding remmen
- IF en vit B12
- complex aan receptoren in terminale ileum
Klachten: moe, zwak, dyspnoe, paraesthesie, atrofische gossitis
Meestal op oudere leeftijd
Associatie ziekte van Graves/Hasmito/Addison, DM-1 en vitiligo
Behandeling: 1x/mnd vit B12 iv
Wat is coeliakie?
- glutenovergevoeligheid agv anti-tissue transglutaminase
Pathogenese: tTG zet glutamine om in glutamaat waardoor immunogener, gepresenteerd op MHC-II type HLA-DQ8/2.5 waardoor immuunrespons(ook rol omgevingsfactoren waardoor bv verhoogde permeabiliteit darm) - klassieke presentatie: anemie(agv malabsorptie foliumzuur), diarree, afvallen; zeldzaam en dus vaak niet herkend
- diagnose: klinische verdenking, bij volwassenen sneller biopt dunne darm, evt HLA bepaling en anti-tTG meten
- behandeling: glutenvrij dieet
- associatie met andere auto-immuunziektes