Week 14 Flashcards

1
Q

Waar staat het acronym LARISA voor? Hoe helpt dit bij het stellen van een diagnose?

A
  • locatie: bepaalt epidemiologie
  • activiteiten: geeft specifieke blootstellingen?
  • reiziger: VG, leeftijd; beïnvloeden kans/beloop
  • incubatietijd
  • syndromen
  • aanvullend onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke uitslag in bloedbeeld passen bij welke infectieziekten?

A
  • leukocytose: amoebenabces, bacteriële infecties
  • leukopenie: viraal, rickettiose, viscerale leishmaniasis, buiktyfus, brucellose
  • trombopenie: malaria, arbovirussen, leptospirose, rickettsiose, hemorrhagische koortsen, DIC, viscerale leishmaniasis
  • eosinofilie: parasitaire infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is malaria?

A
  • veroorzaakt door 5 soorten Plasmodium, geven verschillende incubatietijd(gem 8-14dg) en koortspatronen afhv of gesynchroniseerd
  • P falciparum(80%) geeft malaria tropicum: kan alle ery’s kan infecteren en geeft hechting aan endotheelcellen
  • P vivax en ovale kunnen uitgestelde 1e aanval geven: hypnozoïeten in lever -> primaquine
  • verspreiding via muggen
  • symptomen: koorts en malaise, hypoxie en orgaanfalen, trombopenie, anemie
  • diagnostiek: zsm dikke druppel voor opsporen en uitstrijk voor soort bepalen
  • behandeling: chloroquine, als ernstig artesunaat iv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is dengue?

A
  • infectie met denguevirus, 4 serotypen
  • overdracht via tijgermug
  • incubatietijd 3-14dg
  • symptomen: koorts, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, huiduitslag, trombopenie, leukopenie
  • 87% heeft geen/nauwelijks klachten
  • bij 2e infectie met ander type ernstiger beloop door immune enhancement
  • alleen symptomatische behandeling
  • diagnostiek afhv fase infectie
  • vaccin: voor mensen die al gehad of lang verblijf, 2 dosissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt de flowchart van acute koorts?

A
  • eerst malaria uitsluiten
  • dan kijken of luchtweginfectie of gastroenteritis
  • dan leukocyten:
    • leukocytose: bacteriële infecties, amoebenabces, leptospirose
  • geen leukocytose: dengue, rickettsiose, buiktyfus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is reizigerdiarree?

A
  • meestal bacteriële verwekker
  • diagnostiek op indicatie
  • behandeling: geen AB als mild, evt lopermaide/ORS, als matig/ernstig azitromycine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is amoebiasis?

A
  • infectie met Entamoeba histolytica
  • door orale opname cysten
  • darmamoebiasis: amoebadysenterie, chronische diarree
  • therapie: metronidazol gevolgd door clioquinol
  • diagnostiek: onderzoek ontlasting, als invasief serologie
  • ook in weefsels: abcessen(mn lever), geeft wisselende koorts, malaise, leukocytose + verhoogd BSE, leverenzym normaal, pijnklachten als kapsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moet je op letten bij een huidaandoening na een reis?

A

Systemsisch: koorts?
- Geen koorts: zonverbanding, toxicodermie(geneesmiddelen)
- Koorts: toxicodermie, viraal, Ricekettiose(vlektyfus), Syfilis
Lokaal: hoe ziet het eruit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het Zikavirus?

A
  • transmissie via muggenbeet(mn Aedes aegyptis)
  • eerst alleen in Afrika, ook uitbraken in andere werelddelen muv Europa
  • 20% krijgt klachten: koorts, conjunctivitis, rash, gewrichtspijn en malaise
  • complicaties: microcefalie bij neonaten, GBS
  • geen therapie of vaccin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is gele koorts?

A
  • infectie met gele koorts virus(YFV)
  • overdragen door muggen(Aedes)
  • begint met 3-4dg malaise en koorts, dan verbetering
  • 15% krijgt multi-orgaan falen, coagulopahtie en shock
  • kan virale hemorragische koorts veroorzaken
  • geen antivirale behandeling, wel levend-verzwakt vaccin
  • meldplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een zoönose?

A

ziektebeeld gedeeld door mens en andere gewervelde diersoorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke factoren dragen bij aan de verspreiding van emerging infections?

A
  • klimaatverandering
  • reizen
  • handel in dieren en dierlijke producten
  • ontbossing
  • intensieve veeteelt
  • verlies biodiversiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn emerging infections?

A

infectieziekten die:
- toegenomen in incidentie of geografische verspreiding
- Verspreid zijn naar nieuwe gastheerpopulatie/-soort
- Recent ontdekte of nieuwe geëvolueerde ziekteverwerkers
Grootste deel is zoönose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hepatitis A?

A
  • faeco-orale transmissie
  • prevalentie: Afrika, Zuid-Amerika en Zuid-Oost Azië, Midden-Oosten
  • incubatietijd: 30dg
  • symptomen: acuut onstane buikpijn, braken, geelzucht en koorts; duurt 2-3 wk, meestal zelf-limiterend
  • soms extra-hepatische klachten: arthralgie, artritis, vasculitis huid, huiduitlsag
  • bij jonge kinderen vaak asymptomatisch, oudere kinderen en volwassenen hebben vaak klachten
  • zeldzaam leverfalen
  • diagnostiek: anti-HAV IgM, in lab geconjugeerd bilirubine verhoogd
  • ondersteunende behandeling
  • post-exposure profylaxe en vaccinatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is hepatitis B?

A
  • circulair dsDNA virus
  • parenternale en verticale overdracht
  • prevalentie: Afrika, Azië, Midden-Oosten, Zuid-Amerika
  • diagnostiek: HBeAg bij acute infectie, HBsAg blijft positief
  • vaccinatie: anti-HBs(>10 beschermd); infectie: anti-HBc
  • kan chronische infectie worden
  • behandeling: alfa-interferon(onderdrukt virusreplicatie en stimuleert immuunsysteem), nuceoside analogen -> veel bijwerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is hepatitis C?

A
  • enkelstrengs RNA virus met envelop, 6 genotypes
  • parenternale overdracht: iv drugsgebruik
  • verticale transmissie
  • diagnostiek: verhoogd ALAT/ASAT -> anti-HCV IgG(levenslang positief) -> HCV-RNA(actieve ziekte)
    Fibrose meten met fibroscan/biopt
  • vaak geen/milde symptomen(buikpijn, moeheid), verhoogd ALAT
  • > 80% wordt chronisch, waarvan 20% na jaren cirrose -> HCC, lever-gerelateerde sterfte en decompensatie)
  • klachten chronisch: malaise, moeheid, verhoogd ALAT, aspecifieke extra-hepatische klachten
  • behandeling: DAA’s tegen proteases, NS5A of polymerase
  • bij genezing normale levensverwachting
  • ook niet-levergerelateerde sterfte
    Let op: ook risico HBV en HIV
17
Q

Wat is hepatitis D?

A
  • circulair enkelstrengs RNA virus
  • co-infectie met HBV of superinfectie(tijdens chronische HBV)
18
Q

Wat is het fenomeen van Reynaud?

A

3 fasische verkleuring(wit -> blauw -> rood) handen/voeten agv verschil doorbloeding
Primair of secundair bij auto-immuunziekte/andere bekende oorzaak met afwijkende capillairen nagelriem
Bij secundair behandeling nodig en Ischemische complicaties