week 13 Flashcards
Wat testen we in fase I van geneesmiddelonderzoek?
- Veiligheid van (nieuw) geneesmiddel
- Stapsgewijs op zoek naar beste dosering voor vervolgonderzoek
Wat testen we in fase II van geneesmiddelonderzoek?
Doorgaans single-arm studie met eindpunt op effectiviteit (bv respons)
Wat testen we in fase III van geneesmiddelonderzoek?
- Gerandomiseerd onderzoek in vergelijking met huidige standaardbehandeling
- Eindpunten: overall survival (OS), progression free survival (PFS)
Wat is farmacokinetiek?
Wat het lichaam doet met het medicijn
Wat is farmacodynamiek?
Wat het medicijn doet met het lichaam
Wat zijn de kenmerken van chemotherapie?
- Ontwikkeling sinds jaren ‘40 en ‘50
- Dosering doorgaans obv lichaamsoppervlak (mg/m2)
- Divers scala aan cytostatica
Wat zijn de kenmerken van hormoontherapie?
- Opheffen hormonale stimulans tumoren
→ Tamoxifen
→ Aromataseremmers
→ LHRH-agonisten/antagonisten- Vaste dosering (flat fixed)
- Vooral oraal, ook s.c. / i.m.
Wat zijn de kenmerken van targeted therapy?
- Proteine kinase remmers
- Begonnen met imatinib
- ~20 jaar geleden veelbelovend
- Orale toediening
- Vaste dosering
- Werken heel gericht op bepaalde plek in de cel (pathway)
Wat is therapeutic drug monitoring (TDM)?
- Meten van geneesmiddelspiegels
- Aanpassen dosering bij spiegel onder streefwaarde
- Momenteel onderwerp van onderzoek
Wat zijn monoklonale antilichamen?
- Kunnen aan buitenkant cel bepaalde receptor blokkeren
- Targeted therapy (tumorgericht) of immunotherapie (T-cel gericht)
- Volledig ander metabolisme dan andere systemische therapieen
→ Conform endogeen IgG
→ Dus geen CYP450 etc - Dosering in mg/kg (alleen cetuximab mg/m2)
Wat is de dosering van immunotherapie?
· Anti-PD1 (nivolumab / pembrolizumab) meest gangbaar
· Dosering bij registratie op mg/kg
· Piekconcentraties lijken niet relevant: doseringsinterval verdubbeld
· Op basis van PK-modellen naar fixed dose aangepast (zoals bij 80 kg)
· Lopend onderzoek om overdosering (kosten!) te beperken:
→ Dosis aanpassen aan blootstelling
→ Behandelduur inperken
Wat veroorzaakt cervixcarcinoom?
- Humaan papillomavirus (HPV)
- Eenvoudig DNA virus
- Niet zelf in staat tot replicatie
Wat is de microscopische structuur van HPV?
- 55nm (ongeveer 130x kleiner dan een erythrocyt)
- Icosaedrische mantel (72 capsomeren)
- L1 en L2 capside eiwitten
- Circulair DNA
- Is afhankelijk van een gastheercel voor zijn replicatie
Wat zijn de drie gebieden van de genomische structuur van HPV?
- LCR (Long Control Region):
- Startpunt van DNA replicatie
- Transcriptie controlerende elementen van enhancer en promoter
- Vroeg gebied:
- Genen die het eerste worden afgelezen
- Transcriptie van vroege genen (E1, E2, E4, E5, E6 en E7)
- Laat gebied:
- Transcriptie van late genen (L1 en L2)
Hoe kan een HPV infectie optreden en hoe verloopt het?
Binnendringen van viruspartikels in de basale laag van het epitheel (wondjes)
1. Viruspartikel bindt aan specifieke moleculen op het oppervlak van de cel
2- Viruspartikel dringt de cel binnen door endocytosis
3- Afbreken van virale mantel door celproteasen
4- Viraal DNA gaat naar de celkern, transcriptie van virale genen begint
Hoe gaat het stimuleren van de proliferatie van de gastheercel door HPV?
E6, E7 en E5:
* Onderdrukking van apoptose (E6/p53)
* Onderdrukking van celcyclus controle (E7/pRb)
* Stimuleren van de epidermale groeifactor-receptor (EGFR)(E5)
Wat gebeurt er bij virusreplicatie?
E2 remt expressie van E6 en E7 en activeert de productie van E1 (DNA helicase)
Wat gebeurt er bij assemblage en export van viruspartikels?
Productie van L1/L2 en E4
Hoe kan HPV overgaan in cervixcarcinoom?
A- Persisterende infectie: Onderdrukking van de lokale immuunrespons (hrHPV)
B- Kritische stap: Partiële integratie van viraal DNA in het genoom van de gastheercel
E2/E4 afwezig; permanente expressie van E6/E7 –> permanente proliferatie/Immortalisatie –>
genomische instabiliteit –> progressie tot kanker