week 12 Flashcards
wat is wetenschappelijke kennis
wetenschappelijke kennis is kennis die betrouwbaar is omdat het via een wetenschappelijke methode is verkregen
–> kan elke dag weer weerlegd worden
hoe werd vroeger vs nu wetenschappelijke kennis verkregen
vroeger via redeneren
nu via observeren en experimenteren
empirisch bewijs
proefondervindenlijk. uit eigen directe of indirecte ervaring. waarneembaar, herhaalbaar en meetbaar
uitzondering: autoriteitsbewijs - als iemand met autoriteit iets zegt kan aangenomen worden dat dit waar is
logisch redeneren
emotioneel denken (hopen, willen, voelen) speelt hier een rol
logisch redeneren moet met leren
kritische houding
altijd afvragen of alles wel waar is en open staan voor nieuwe ideeen
de wetenschappelijke methode
- belangrijk probleem/vraag
- informatie verzamelen: al gedaan? zinvol? meetbaar? herhaalbaar?
- zinvolle vraag/hypothese stellen
- hypothese toetsen
- hypothese aannemen/afwijzen/wijzigen
- publiceren
wetenschap is een consensus
wetenschap is een mening; een gezamelijke zeer waarschijnlijke mening gedeeld door veel experts gebaseerd op wetenschappelijk bewijs
betrouwbaarheid en validiteit
betrouwbaarheid: meet je elke keer hetzelfde
validiteit: meet je het goede
verschilende numerieke en categorische waardes
numeriek: t-test of lineaire regressie analyse
- discreet - aantal kinderen
- continu - lengte
categorisch
chi-kwadraattoets of logistische regressieanalyse
- nominaal - kleur
- ordinaal - ernst van de ziekte
centrale limiet stelling
als een score in de populatie niet normaal verdeeld is, zal het steekproefgemiddelde bij een steekproefgrootte n > 30 bij benadering normaal verdeeld zijn
wel met hogere piek
type 1 fout
nul hypothese wordt onterecht verworpen (5% bij BI van 95%)
alfa
type 2 fout
nul-hypothese wordt gehouden terwijl deze eingelijk waar is
beta
1-beta = power (onderscheidingsvermogen)
forrest plot en modellen
nul hypothese verwerpen wanneer pooled effect helemaal aan 1 kant van de 1 of 0 ligt
fixed effects model: er wordt ervan uitgegaan dat alle studies hetzelfde gemiddelde hebben en dat de verschillen slechts door steekproefvariatie komen: er is geen heterogeniteit
random effects model: er wordt uitgegaan van heterogeniteit tussen studies en dit wordt meegenomen in analyse
waarom random effects model beter
studies verschillen: her is heterogeniteit omdat
- verschillende patientenpopulatie
- verschillende definitie van ziekte
- verschillende omgevingsfactoren
- verschillende methoden
kans op prostaatkanker
leeftijd - 10% vanaf 40 jaar
als men maar lang genoeg wacht krijgt iedere man PCA
presntatie van patienten met PCA
- < 10% symptomatisch
- helft bij toeval door mictieklachten
- helft door screening/ PSA check ups
detectie van prostaatcarcinoom manieren
- PSA (verhoogd bij BPH, prostatitis en PCA)
- rectaal toucher
- transrectale echo (voor prostaatvolume)
- biopt alleen geindiceerd bij kans op pca > 12,5-20 % of kans op aggressieve tumor >4-7%
voor en nadelen van screening bij PCA
50% van PCAs zijn indolent
voordelen:
- eerder ontdekken van PCA en daardoor betere prognose
- metastasen worden verminderd
nadelen:
- meer angst en zorgen
- eerdere behandeling leidt tot meer en langere bijwerkingen
- number needed to screen ontzettend hoog