Week 1, college 1: Inl energiebalans & basaalmetabolisme Flashcards
vetopslag
voedselinname - verbranding
+ 1 kg
7500 kcal
voedingsvezel
niet verteerd door eigen enzym (dunne darm)
wel darmflora (colon), produceren korte vetzuren die wel afgebroken kunnen worden
Gunstig voor stoelgang
vetten worden geen:
koolhydraten
eiwitten worden moeilijk
energie
ketose voorkomen
minimaal 20% koolhydraten
2000-2500 kcal
40% koolhydraten
maximaal 40% vet, minder dan 10% verzadigd
10-25% eiwit
15g/ 1000 kcal voedingsvezel
meten energiegebruik
- directe calorimetrie (temp., ingewikkeld + duur)
- indirecte calorimetrie (zuurstof, RQ)
- double labelled water methoden (2H2 18O) (hoe meer metabolisme, hoe eerder O2, arbeid)
energie verdeling
60% basaalmetabolisme
20-30% fysieke activiteit
10% adaptieve thermogenese (dieet/ koude geinduceerde thermogenese)
basaalmetabolisme
obese >, afhankelijk vetvrije massa
Vooral eiwitten en dus spiermassa
en water en mineralen
fysieke arbeid
NEAT, hoeveelheid lichaamsbeweging lineair met lichaamsvet
adaptieve thermogenese
omgevingstemperatuur en voedsel geinduceerde thermogenese
voedsel: 20-30% energie uit eiwitten om diezelfde eiwitten te metaboliseren, SDA (specifiek dynamische werking)
Eiwitten kosten veel energie verwerken, ipv vetten en koolhydraten
hoeveel aankomen in 50 jaar
10 kilo, 4,1 kcal teveel per dag
Beste afvallen
sporten, meer spiermassa (eiwit) aanmaakt in FFM
NIET bewegen zelf veel energie kost