Week 1 Flashcards

Recht

1
Q

gezondheidsrecht?

A

recht met betrekking tot zorg voor de gezondheid (recht op gezondheidszorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 2 grondslagen zijn er in het gezondheidsrecht?

A
  1. Zelfbeschikkingsbeginsel
    o Recht op onaantastbaarheid van het lichaam (mensen hebben keuze of ze behandeld
    worden)
    o Recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer (privacy, beroepsgeheim)
    o Recht op zelfmanipulatie (cosmetische chirurgie)
  2. Recht op gezondheidszorg
    o Waarborgen kwaliteit
    o Waarborgen toegankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt er verstaan onder de wet van geneeskunst in 1865?

A

Beroep van arts, tandarts en verloskundige: beroepsbescherming
o Onbevoegd uitoefenen beroep à strafbaar -

Verpleegkundigen, verzorgenden, paramedici: titelbescherming
o Onbevoegd uitvoeren van titel à strafbaar
o Voor verpleegkundigen: de speld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het doel van de wet BIG?

A

Doel = bevorderen en bewaken kwaliteit van beroepsuitoefening - -
Bescherming van publiek tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door
beroepsbeoefenaren
Achterliggende gedachte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geneeskunst?

A

Geneeskunst = alle verrichtingen – het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen –
ertoe strekkende om iemand van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te
behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel deze verloskundige bijstand te
verlenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wie hebben geen big register en geen tuchtrecht? en wie wel?

A

tegenwoordig: geen beroepsverbod maar titelbescherming -

Lichte regeling: verzorgende, diëtist, logopedist, mondhygiënist
o Beschermende opleidingstitel
o Geen BIG-register
o Geen tuchtrechter -

Zware regeling: artsen, verpleegkundigen, apothekers, verloskundigen
o Beschermde beroepstitel
o BIG-register
o Voorbehouden handelingen
o Tuchtrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zelfstandig bevoegd?

A

Zelfstandig bevoegd à binnen eigen deskundigheidsterrein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onbevoegd?

A

In opdracht van zelfstandig bevoegde –> opdrachtgever houdt toezicht
o Functionele bevoegdheid à zonder direct toezicht, maar nog steeds in opdracht van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het nieuwe wetvoorstel voor bevoegdheid?

A

Taakherschikking à capaciteitsprobleem - - - -
Verpleegkundig specialist, physician assistant, klinisch technoloog
Zelfstandige bevoegheden voor bepaalde voorbehouden handelingen
o Voorspelbare en routinematige medische handelingen
Tuchtrecht (beperkt)
Voordelen
o Meer aandacht en tijd voor patiënt
o Arts heeft minder routinematige handelingen
o Arts heeft meer tijd voor specialistische zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toezicht en handhaving?

A

IGZ = inspectie voor gezondheidszorg
o Tuchtrecht
o Bestuurlijke boete
o Strafsanctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

recht en het doel van recht?

A

Recht = het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent

Doel van het recht = het ordenen van de samenleving en het geven van regels om conflicten op te
lossen zodat de orde kan terugkeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 4 belangrijkste rechtsbronnen zijn er?

A
  1. Wet - -
    Belangrijkste vindplaats van het recht
    Wetten = algemeen geldende regels afkomstig van een overheidsorgaan
  2. Jurisprudentie - -
    De verzamelde rechtspraak waarin het aan de rechter is om in zijn uitspraak de wet uit te
    leggen en toe te passen op de zaak
    Medisch tuchtcollege = een speciale instantie die binnen de beroepsgroep van
    (geregistreerde) zorgverleners bindende uitspraken doet over de zorg die een
    zorgverlener heeft geboden
  3. Internationaal verdrag -
    Hebben steeds meer invloed op ons nationale recht
  4. Gewoonte - -
    Het moet gaan om een vaststaand en door iedereen in een bepaalde sector erkend
    gebruik dat in die kring ook als ‘recht’ wordt ervaren
    Vb: handjeklap van veehandelaren op de veemarkt à ook al staat het niet in de wet, op
    de veemarkt is de koop pas gesloten nadat deze met handjeklap is bezegeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 5 rechtsgebieden zijn er?

A
  1. Burgerlijk recht -
    Geeft regels voor de rechtsverhouding tussen burgers (en bedrijven) onderling - - -
    Regelt bijvoorbeeld de koopovereenkomst, huurovereenkomst en arbeidsovereenkomst
    Er is geen opsporingsdienst die controleert of iedereen zich wel aan de regels van het
    burgerlijk recht houdt
    Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering beschrijft de procesregels van het burgerlijk
    recht
  2. Bestuursrecht - - -
    Stelt de overheid in staat om te zorgen voor een goede gang van zaken in de samenleving
    Vb: belastingwetgeving, milieuwetgeving en regelgeving over de sociale zekerheid tot het
    bestuursrecht
    Algemene wet bestuursrecht schept een algemeen kader voor de verschillende
    onderdelen van het bestuursrecht
  3. Staatsrecht - - -
    Geeft regels voor een democratische organisatie van onze overheid
    Beschrijft de grondrechten van burgers
    De Grondwet vormt de grondslag van het staatsrecht
  4. Strafrecht
    Meeste strafbepaling zijn te vinden in het Wetboek van Strafrecht
    Vervolgen = dat de officier van justitie de zaak voor de rechter brengt
    Medische missers worden in de meeste gevallen niet strafrechtelijk afgedaan à gebeurt
    alleen bij zeer ernstige fouten die de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben
    gehad
  5. Internationaal recht -
    EVRM = Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
    fundamentele vrijheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wet BIG?

A

Wet BIG = De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg -
Geeft regels voor handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg
o Alle activiteiten in de zorg die worden verricht in verband met de gezondheid van
één individueel persoon, inclusief het doen van onderzoek en het geven van
advies - - -
Richt zich vooral op de kwaliteit van de individuele beroepsbeoefenaar in de
gezondheidszorg
Stelsel van registratie, titelbescherming en tuchtrecht voor 9 zorgberoepen
Stelsel van voorbehouden (medische) handelingen die uitsluitend door bevoegde
zorgverleners mogen worden verricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wkkgz?

A

Wkkgz = Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg -
Stelt eisen aan de zorg die zorgaanbieders bieden en geeft een regeling voor de
afhandeling van klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wgbo?

A

WGBO = Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst -
Geeft regels voor de hulpverleningsrelatie tussen een individuele patiënt en de
zorgverlener -
Geeft regels over het beroepsgeheim, de behandelingsovereenkomst, het dossier en het
inzagerecht, de informatieplicht en de toestemming voor een behandeling

17
Q

wet zorg en dwang?

A

Wet zorg en dwang en de Wet verplichte GGZ: -
Hoofdregel in het gezondheidsrecht is dat de patiënt zelf over zijn beslist: de
zorgverlener mag in principe alleen behandelen met toestemming van de patiënt - -
Geven regels voor gedwongen zorg en opname en voor de positie van een patiënt als hij
gedwongen is opgenomen of gedwongen zorg ondergaat
Vallen beide onder het bestuursrecht omdat beslissingen over gedwongen zorg en
gedwongen opname gezien worden als een overheidstaak

18
Q

wat zijn rechtsbeginselen en uit welke 3 bestaat het gezondheidsrecht?

A

Rechtsbeginselen = de algemene normen die het fundament vormen voor het recht
Drie belangrijkste rechtsbeginselen voor het gezondheidsrecht:
1. Zelfbeschikking = de vrijheid die ieder mens heeft om zoveel mogelijk zelf te beslissen
2. Bescherming = dat er verantwoordelijkheid moet worden genomen voor mensen die
(dringend) hulp en zorg behoeven
3. Gelijkheid = dat iedereen in gelijke omstandigheden aanspraak behoort te kunnen maken op
goede zorg

19
Q

moraal en ethiek?

A

Moraal = het geheel van waarden en normen dat wordt gehanteerd door een persoon of door een
groep
Ethiek = het nadenken over en het analyseren van deze moraal -
Bestudeert en analyseert de waarden en normen die wij hanteren

20
Q

wat zijn artikel 3 beroepen?

A

artsen, tandartsen, apothekers,
gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten, verloskundigen,
verpleegkundigen, physician assistants

21
Q

periodieke registratie wet BIG?

A

Periodieke registratie: inschrijving is maar 5 jaar geldig -
Daarna getoetst of de ingeschrevene recente werkervaring heeft en/of over voldoende
actuele scholing beschikt -
Wie geen recente werkervaring heeft, kan zijn registratie ‘redden’ door het volgen van extra
scholing

22
Q

wat zijn artikel 34 beroepen?

A

Titelbescherming door opleiding: -
Geldt voor: mondhygiënisten, optometristen, verzorgenden IG (individuele
gezondheidszorg), logopedisten, oefentherapeuten Cesar, oefentherapeuten Mensendieck,
apothekersassistenten, diëtisten, ergotherapeuten, huidtherapeuten, podotherapeuten,
radiologisch laboranten, radiodiagnostisch laboranten, tandprothetici, orthoptisten, klinisch
fysici - -
Artikel 34-beroepen à geen wettelijke registratie
Zijn allemaal apart geregeld in een algemene maatregel van bestuur à hierin staan de
deskundigheidsgebieden en de opleidingseisen van het beroep omschreven
Professionals die niet worden genoemd in artikel 3 en evenmin in artikel 34, hebben geen enkele
titelbescherming à doktersassistente.

23
Q

voorbehouden handelingen?

A

Voorbehouden handelingen = handelingen die zoveel deskundigheid vragen dat de uitvoering ervan
door leken te veel risico’s met zich meebrengt voor de patiënt -
Geldt alleen voor het beroepsmatig handelen

24
Q

bekwaam?

A

Bekwaam = dat hij beschikt over de juiste combinatie van kennis en vaardigheden om de
handeling goed uit te voeren

25
Q

opdracht vanuit arts voorbehouden handeling?

A

dracht: -
Via een opdracht een voorbehouden handeling verrichten (artikel 35 wet BIG) wil zeggen dat
een wel bevoegde zorgverlener (opdrachtgever) de diagnose stelt en vervolgens een niet
bevoegde zorgverlener (opdrachtnemer) de opdracht geeft om een voorbehouden handeling
uit te voeren -
Voorwaarden voor de opdracht zijn dat
o De opdrachtnemer bekwaam is om de handeling uit te voeren
o De opdrachtgever zo nodig aanwijzingen geeft
o De opdrachtnemer deze aanwijzingen opvolgt
o De opdrachtgever, als dit redelijkerwijs nodig is, toezicht uitoefent en ingrijpt als er
iets misgaat

26
Q

functionele zelfstandigheid?

A

Artikel 39 wet BIG geeft de regering de bevoegdheid om bij algemene maatregel van bestuur
te bepalen dat sommige onbevoegde zorgverleners met een grote mate van zelfstandigheid
bepaalde voorbehouden handelingen mogen verrichten - -
De eis van toezicht en mogelijke tussenkomst vervalt
De voorbehouden handeling mag niet op eigen initiatief worden verricht, maar alleen in
opdracht van een bevoegde zorgverlener

27
Q

verpleegkundigen zijn functioneel bevoegd voor?

A

Het toedienen van injecties onder de huid, in de spieren en in de ader -
Het katheteriseren van de blaas
Het inbrengen van een maagsonde of een infuus
Het aanprikken van een ader
Het prikken van de hiel bij een pasgebor

28
Q

tuchtrecht?

A

Gaat om de vraag of de zorgverlener verwijtbaar tekortgeschoten is in zijn zorg voor de
patiënt - - - - - -
Onder de werking van het medisch tuchtrecht vallen alleen de artikel 3-beroepen en de
artikel 36a-beroepen
Kenmerkend is dat een college van vooral beroepsgenoten, naar aanleiding van een
ingediende klacht, een bindend oordeel geeft over het handelen van een collega
In de uitspraak geeft het tuchtcollege aan of het de klacht gegrond of ongegrond vindt
o Gegrond = dat het college vindt dat de klager gelijk heeft
o Ongegrond = dat het college van mening is dat de professional geen verwijt kan
worden gemaakt van zijn handelen
Een klacht kan ook gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond worden verklaard à
college legt de professional een maatregel op
Vijf regionale tuchtcolleges: Groningen, Zwolle, Amsterdam, Den Haag en Eindhoven
Centraal tuchtcollege: Den Haag

29
Q

hoe word een tuchtzaak in gang gezet?

A

Een tuchtzaak wordt in gang gezet door een klaagschrift. Dit is een brief aan het tuchtcollege waarin
de klager zijn klacht beschrijft en om een oordeel van het tuchtcollege vraagt.
Bevoegd om een klacht in te dienen zijn: -
De patiënt en zijn naaste familieleden - - -
De instelling waar de zorgverlener werkzaam is
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
De zorgverlener die de opdracht heeft verleend aan de aan te klagen zorgverlener

30
Q

uit welke 7 fasen bestaat een tuchtprocedure?

A
  1. Klager dient een klacht in, een afschrift wordt toegezonden aan de aangeklaagde
    zorgverlener.
  2. Aangeklaagde zorgverlener dient een verweerschrift in waarin hij op de klacht reageert, dit
    verweerschrift zendt het tuchtcollege in afschrift naar de klager.
  3. Klager stelt zijn repliek op waarin hij reageert op het verweerschrift.
  4. Aangeklaagde reageert in zijn dupliek op de repliek.
  5. Vooronderzoek, waarin de klager en de aangeklaagde, als zij dit beiden wensen, kunnen
    proberen tot een vergelijk te komen. Als dit lukt kan de klager zijn klacht intrekken en eindigt
    de procedure.
  6. Mondelinge behandeling van de klacht ter zitting, waarin beide partijen de gelegenheid
    krijgen hun standpunt nader toe te lichten en waarin zij vragen van de leden van het college
    beantwoorden.
  7. Uitspraak van het tuchtcollege.
31
Q

straffen tuchtcollege van licht naar zwaar? (8)

A
  1. Waarschuwing: wordt opgelegd als het gedrag van de zorgverlener niet verwijtbaar is maar
    wel onzorgvuldig
  2. Berisping: de zorgverlener heeft verwijtbaar gehandeld
    a. Het tuchtcollege wijst de zorgverlener terecht door het gedrag te veroordelen
    b. De zorgverlener blijft volledig bevoegd om het beroep uit te oefenen en de berisping
    heeft geen gevolgen voor de herregistratie
  3. Geldboete van maximaal €4500,-: vanwege verwijtbaar gedrag; wordt zelden opgelegd
    a. Zorgverlener blijft volledig bevoegd om het beroep uit te oefenen en de boete heeft
    geen gevolgen voor de herregistratie
  4. Voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het beroepsregister: vanwege het
    verwijtbaar gedrag moet de zorgverlener aan een of meer voorwaarden voldoen,
    bijvoorbeeld gesprekken voeren met een supervisor of een bepaalde training volgen
    a. De schorsing gaat alleen in als de zorgverlener zich gedurende de maximale proeftijd
    van twee jaar niet aan de opgelegde voorwaarden houdt
    b. Heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid om het beroep uit te oefenen
    c. Voorwaardelijke schorsing kan wel invloed hebben op het meetellen van de
    werkervaring
    d. Herregistratie is mogelijk
  5. Schorsing: de registratie van de zorgverlener in het BIG-register vanwege verwijtbaar gedrag
    kan maximaal een jaar geschorst worden
    a. Tijdens de schorsing mag de zorgverlener zijn beschermde beroepstitel niet gebruik
    en zijn beroep onder deze titel niet uitoefenen
    b. Voor de herregistratie geldt dat de werkervaring die de zorgverlener opdoet tijdens
    de schorsing niet wordt meegeteld
  6. Gedeeltelijke ontzegging: de zorgverlener mag wel geregistreerd blijven in het BIG-register
    maar hij mag bepaalde handelingen niet meer verrichten
    a. Welke handelingen of welke doelgroep patiënten verboden worden, bepaalt het
    tuchtcollege in zijn uitspraak
    b. Voor de herregistratie kan een deel van de werkervaring meetellen, afhankelijk van
    welke bevoegdheden zijn ontzegd
  7. Doorhaling van de inschrijving: de zorgverlener mag zijn beschermde beroepstitel niet meer
    voeren en hij mag zijn beroep onder deze titel niet meer uitoefenen
    a. Heeft de zorgverlener zichzelf al uit de BIG-registratie uitgeschreven, dan kan het
    tuchtcollege, in plaats van kiezen voor de maatregel van doorhaling, bepalen dat de
    zorgverlener zich niet opnieuw mag laten inschrijven
  8. Doorhaling met breed beroepsverbod: de zorgverlener mag niet meer aan de slag in alle
    artikel 3-beroepen
32
Q

Artikel 47 wet BIG formuleert twee normen waaraan de tuchtrechter het optreden van de
zorgverlener toetst: welke zijn dit?

A
  1. Tekortschieten in de zorgvuldigheid ten opzichte van de patiënt en zijn naasten of ten
    opzichte van mensen die in medische nood verkeren en hulp nodig hebben
  2. Zich niet gedragen zoals een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt
33
Q

artikel 96?

A

Artikel 96 Wet BIG: niet inschreven staan of buiten deskundigheidsterrein treden -
Het handelen op zich is nog niet strafbaar à de zorgverlener valt pas onder het strafrecht als
door het verrichten van handelingen in de individuele gezondheidszorg (de kans op) schade
aan de gezondheid ontstaat -
Niet van toepassing in noodsituaties waarin een niet-gekwalificeerde zorgverlener zorg
verleent omdat er onmiddellijk gehandeld moet worden en een gekwalificeerde
beroepskracht ontbreekt

34
Q

artikel 97?

A

Artikel 97 Wet BIG: overtreden van de regels van de opdracht -
De opdrachtnemer is strafbaar als hij de aanwijzingen van de opdrachtgever niet opvolgt, of
als hij ondanks zijn onbekwaamheid toch een opdracht aanneemt -
De opdrachtgever is strafbaar als zij niet voor het redelijkerwijs noodzakelijke toezicht
zorgen, of als zij een duidelijk onbekwame opdrachtnemer toch een opdracht verstrekken

35
Q
A