WC 8 Flashcards

1
Q

Waar haalde ze in de Prehistorie hun natuursteen vandaan?

A

Eerst uit rivierbeddingen en stuwwalafzettingen.
Later steeds vaker uit primaire context: slapende of dode vulkaan of gebergte - mijnen of groeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat stolling-gesteenten?

A

Magma koelt af en kristalliseert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaan afzettingsgesteenten?

A

Magma koelt af en kristalliseert. Stollings-gesteenten eroderen, worden getransporteerd en gesedimenteerd (afgezet) waarna door tijd en druk (diagenese) afzettingsgesteenten ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstaan metamorfe gesteenten?

A

Magma koelt af en kristalliseert. Stollings-gesteenten eroderen, worden getransporteerd en gesedimenteerd (afgezet) waarna door tijd en druk (diagenese) afzettingsgesteenten ontstaan.
Vervolgens raken die begraven onder ander sedimenten, waardoor onder hoge druk en temperatuur metamorfe gesteenten ontstaan.
(Die bij grote hitte weer kunnen veranderen in magma of door verwering en erosie losse sedimenten worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe krijg je verschillen in stollingsgesteente?

A

Dat is afhankelijk van de snelheid van afkoelen en de aanwezige druk bij het afkoelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stollingsgesteente: dieptegesteenten

A

Zeer langzame afkoeling
Zeer hard
Graniet is een bekende soort
Veldspaat 75%
Kwarts 20%
Mica 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stollingsgesteenten: schatgesteenten - granietsoorten

A

Ontstaan in diepere delen van de schacht van een vulkaan.
Mineralen vormen sneller- en zijn daardoor kleiner dan die van diepgesteenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stollingsgesteenten: uitvloeiingsgesteenten - obsidiaan, nefriet, basalt, puimsteen

A

Zeer snelle stolling door de lage temperatuur.
Mineralen kunnen niet ontstaan - zeer fijnkorrelig.
Gasholtes - bijv. Tefriet blijft ruw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Er zijn maalstenen die …. worden genoemd. Ze lijken op een omgekeerde steek.

A

Napoleonshoeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stollingsgesteenten: uitvloeiingsgesteenten lydiet

A

Zacht en daarom kan je er alleen grafgiften bijlen van maken. Ze zijn niet bruikbaar.
Toetssteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afzettingsgesteenten of sedimentair gesteenten: zandsteen, kalksteen, kleisteen

A

Afgezet sediment of organisch materiaal (lithificatie)
Verwering of erosie en daarna verplaatst en afgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afzettingsgesteenten of sedimentair gesteente: Zandsteen

A

Zand- (silicaat-)deeltjes
Bindmiddel vaak kalk
Niet er hard
Vooral als bouwmateriaal
Gevoelig voor zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afzettingsgesteenten of sedimentair gesteente: Kalksteen

A

Schelpen of skelettjes van zeedieren
Fossielen zijn vaak nog te zien.
Bouwmateriaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Omzettingsgesteenten of metamorf gesteente

A

Ontstaan door later omzetting van stolling- of afzettingsgesteenten.
Kristallijne structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Omzettingsgesteenten of metamorf gesteente: Kwartsitische zandsteen (half omgezet)

A

Kitmiddel van de zandkorrels uit silica (kiezel) bestaat.
Prehistorie - slijp-, wrijf- en klopstenen en bijlen.
Zeer hard en goed te bewerken
Diergangen van zeeboden - herkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Omzettingsgesteenten of meramorf gesteente: Kwartsiet

A

Het zandsteen is volledig omgezet
Zeer hard en duurzaam - bijlen en klopstenen

17
Q

Omzettingsgesteenten of metamorf gesteente: Amfiboliet

A

Amfibolen (magnesiomsilicaten/asbestachtig materiaal)
Zeer hard - bruin tot paarsachtig en groen
Vanaf NEO hamer- bijlen en aambeelden

18
Q

Overig: git en barnsteen

A

Vooral afkomstig uit Oost-Zeegebied en aangespoeld aan de kust van Nederland.
Git: hout onder hoge druk in modder is gefossiliseerd.
Zwart of donker bruin.
Barnsteen: hars van naaldbomen dat is gefossiliseerd.
Warmgeel tot rood.
Zacht materiaal - goed te snijden en te polijsten.
Bijden gebruikt als kralen.

19
Q

Overig: composieten (tufsteen)

A

Feitelijk afzettingsgesteente
Lavadruppeltjes koelen af, vermengen zich mer vulkanische as dat werkt als soort kit of lijm.
Poreus en zeer bros. Zeer compact - bouwmateriaal
Oppervlakte blijft ruw.
Bekende soort: Eifeltufsteen. Gebruikt vanaf de Romeinen.