HC 4 Flashcards

1
Q

çatalhöyük

A

7400 - 5200 v. Chr.
Een van de oudste steden te wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neolithicum

A

5300 2000 vChr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vroeg-Neolithicum

A

5300 - 4200

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vroeg-Neolithicum A

A

5300-4900

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vroeg-Neolithicum B

A

4900-4200

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Midden-Neolithicum

A

4200-2850

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Midden-Neolithicum A

A

4200-3400

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Midden-Neolithicum B

A

3400-2850

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Laat-Neolithicum

A

2850-2000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Laat-Neolithicum A

A

2950-2450

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Laat-Neolithicum B

A

2450- 2000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lepenski Vir

A

(Servië) Mesolithisch 9500-6000 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom zelf voedsel produceren (neolithisatie model)?

A

Sedentarisering > vaker kinderen
Meer voedselproductie > grotere bevolkingsdichtheid
Opslag voedsel > specialisatie zoals politieke elite, priesters, ambachtslieden etc. > technologische vooruitgang bespoedigd
Betere transportmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cultuur Vroeg-Neolithicum A

A

Lineair Bandkeramiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cultuur Vroeg-Neolithicum B

A

Rössen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cultuur Midden-Neolithicum A

A

Michelsberg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Lineare Bandkeramiek (LBK)

A

Naam: decoratie aardewerk
Verspreiding: lössgebieden Limburg
Kolonisten (snelle verspreiding)
Boerengemeenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Huizen LBK

A

Zware constructie
Kuilen langs huizen (leemkuilen)
Kleine huizen 8-10 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Huizen LBK langhuizen indeling

A

Woonruimte - woon/werkruimte - opslagruimte

20
Q

LBK extended gamily

A

10-12 mensen

21
Q

LBK akkerbouw

A

Emmertarwe, eenhoorn, vlas, erwten, linzenwikke en peulvruchten en in een late fase papaver(maanzaad).

22
Q

LBK veeteelt

A

Koeien, geiten, schapen en varkens

23
Q

LBK aardwerk

A

Dunwandig
Glad afgewerkt
Niet opgebouwd uit rollen

24
Q

LBK werktuigen

A

Slijpen van stenen werktuigen
Snede haaks op de steel
Asymetrische doorsnede
Uithollen boomstammen

25
Q

Rössencultuur 4900-4200

A

Opvolgers van LBK
Zij zitten ook in Duitsland

26
Q

Rössencultuur aardewerk

A

Hard, dunwandig met gladde afwerking
Bolle vormen met geknikte of gebogen hals
Versiering vlakdekkend
Incrustatie ( witte potpasta wordt in de versiering geweven)

27
Q

Michelsberg cultuur

A

4200 - 3400

28
Q

Michelsberg aardwerken

A

Heerlen - Schelsberg

29
Q

Michelsberg aardewerk

A

Ronde bodem, wijduitstaande rand, nauwelijks versieringen, dikwandig.
Tulpbekers: speciaal baksel

30
Q

Vroeg-Neolithicum B cultuur

A

Hazendonk en Swifterbant.
Zuidwest, Midden en Noord Nederland

31
Q

Breed-spectrum economie

A

Bestaansbasis uit verschillende voedselbronnen: jachtwild, vis, gevogelte, zaden, knollen, noten ,wilde planten, ect.

32
Q

Neolithisatie

A

In het VNEO B nemen jagers/verzamelaars ook cultuurgewassen (graan) en vlees van vee (rund, schaap/geit/varken) op in hun dieet. Ze gaan dus zelf voedsel produceren.
Extended broad spectrum

33
Q

Swifterbantcultuur nieuw DNA onderzoek

A

Donkere huid en haar. blauwe ogen
Oorsprong uit Midden Oosten

34
Q

Swifterbandcultuur aardewerk

A

Vooral Noord-Nederland
S profiel met hoge wijduitstaande rand
Punt- of ronde bodems
Versiering vaak alleen schouder

35
Q

Midden-Neolithicum A cultuur

A

Schipluiden Hazendonk 3
Uitgebreide breedspectrum economie

36
Q

Midden-Neolithicum B

A

Zuid en Midden Nederland:
Vlaardingen en Stein
Noord Nederland:
Trechterbekercultuur

37
Q

Trechterbekercultuur 3400-2850 v. Chr.

A

De hunebedbouwers

38
Q

Trechterbekercultuur aardwerk

A

Diepsteek versiering
Kraagflesjes, trechterbekers, kruiken, terrines, ect.

39
Q

Trechterbekercultuur aardewerk (vroeg en laat)

A

Vroeg) Dronkener stijlfase
Laat) Havelter fase
Globale ontwikkeling: steeds eenvoudigere versiering

40
Q

Trechterbeker aardewerk incrustatie

A

Botpasta onderdeel van de versiering
op basis van DNA-onderzoek waarschijnlijk menselijke oorsprong

41
Q

Trechterbeker vuurstenen voorwerpen

A

Bijlen: rechthoekige doorsnede.
Doms heel groot (>20cm) presige
Transversale pijlspitsen
Slijpstenen van zandsteen
Maalstenen

42
Q

Midden-Neolithicum B (monumenten)

A

Megalithische monumenten tot in de Bronstijd (c. 1200 v. Chr.)

43
Q

Beschavingstheorie

A

Monumentale architectuur vereist een zekere mate van sociale complexiteit wordt veronderstelt.

44
Q

Vlaardingen groep

A

Rivierengebied, kustgebied en Zuid-Nederland
jacht, visvangst, veeteelt (rivierengebied), akkerbouw ( kuststrook en Oost-Nederland).

45
Q

Vlaardingen groep vuursteen

A

ovale doorsnede

46
Q

Ertebolle-cultuur was Mesolithisch in de meeste opzichten, maar gebruikte …

A

Aardewerk, keramisch Mesolithicum